Paragraaf 6 Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf geeft inzicht in de heffingen van de gemeente. Hierbij gaat het zowel om de gebonden als de ongebonden heffingen. Van gebonden heffingen is het bestedingsdoel wettelijk bepaald, bijvoorbeeld van de afvalstoffenheffing. Van ongebonden heffingen is het bestedingsdoel niet wettelijk bepaald, bijvoorbeeld van de OZB, de onroerendezaakbelasting. De baten en lasten van de ongebonden heffingen maken ook deel uit van het programma Algemene dekking en onvoorzien. De baten en lasten van de gebonden heffingen zijn meegenomen in de desbetreffende programma’s.

De lokale heffingen vormen een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente. Deels dienen ze als algemeen dekkingsmiddel voor de gemeentelijke uitgaven, deels ter verrekening van de kosten van de specifieke dienstverlening. Wageningen kent de volgende lokale heffingen:

Ongebonden:

  • Onroerendezaakbelastingen (OZB)
  • Hondenbelasting
  • Parkeerbelastingen
  • Precariobelasting (bovengronds)
  • Precariobelasting (voor kabels en leidingen)
  • (Water)toeristenbelasting
  • Reclamebelasting

Gebonden:

  • Afvalstoffenheffing
  • Rioolheffing
  • Leges
  • Scheepvaartrechten
  • Veergelden
  • Begraafrechten
  • Marktgelden

Voor diverse heffingen voert de gemeente een kwijtscheldingsbeleid voor de minima.

Belastinggrondslag

Terug naar navigatie - Belastinggrondslag

Jaarlijks stelt de gemeenteraad de tarieven voor de lokale heffingen vast in de belastingverordeningen. In de raadsvergadering van 9 november 2020 zijn de belastingverordeningen voor 2021 vastgesteld.

Na de raadsvergadering van 9 november 2020 is de volgende verordening voor 2021 gewijzigd:

  • De verordening onroerende zaakbelastingen 2021 is op 8 maart 2021 door de raad gewijzigd, wegens aanpassing van de tarieven aan de waardeontwikkeling van de panden.

Belastingopbrengsten

Terug naar navigatie - Belastingopbrengsten

De belastingopbrengsten per belasting zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Programma Opbrengst (x € 1.000) Rekening 2020 Begroting 2021 Rekening 2021 Verschil 2021
1 Veergelden 504 726 549 -177
1 Parkeerbelasting 982 1.222 1.014 -209
2 Marktgelden 79 89 54 -35
2 Scheepvaartrechten 427 456 439 -17
3 Begraafrechten 485 421 501 81
4 Afvalstoffenheffing 4.470 5.093 5.084 -9
4 Rioolheffing 2.588 1.872 2.099 227
12 OZB 12.109 11.657 12.473 816
12 Hondenbelasting 168 186 171 -15
12 Toeristenbelastingen 209 231 103 -128
12 Precariobelastingen 1.526 1.608 1.571 -36
12 Reclamebelasting 117 121 122 0
2, 3, 8, 9 en 11 Leges 2.783 1.744 2.209 464
Totaal 26.449 25.426 26.388 962

 

De totale werkelijke opbrengst is 3,8% hoger dan begroot. Tussen de diverse belastingen zijn positieve en negatieve verschillen in de resultaten. De afwijkingen boven de € 25.000 worden hieronder kort toegelicht.

Veergelden

Als gevolg van corona is het aantal overtochten in 2021 een stuk lager geweest dan waar rekening mee is gehouden in de begroting. Dit heeft gezorgd voor een incidenteel nadeel van € 177.000 op de opbrengsten bij het Lexkesveer.

Parkeerbelasting

Als gevolg van corona en bijbehorende maatregelen is er een incidenteel nadeel ontstaan van € 209.000 op de parkeeropbrengsten.

Marktgelden

De marktondernemers in de non food zijn in de periode van 15 december 2020 tot 28 april 2021 vanwege de coronamaatregelen geweerd van de markt. Besloten is om  voor de marktondernemers  in de non food ter compensatie voor heel 2021 geen marktgelden te heffen.  De afwijking van € 35.000 op de opbrengsten wordt voornamelijk hierdoor verklaard. Dekking van deze compensatie komt vanuit de TONK regeling. 

Begraafrechten

Er zijn dit jaar meer grafrechten afgekocht en er hebben, incidenteel, meer begrafenissen plaatsgevonden. Dit kan veroorzaakt zijn door de coronacrisis.

Rioolheffing

De Rioolheffing heeft € 227.000 meer opgebracht dan begroot, De begroting is gebaseerd op de oude inningssystematiek (via Vitens), terwijl we in het verslagjaar geïnd hebben per aansluiting (los van het drinkwaterverbruik). Hierbij is het aantal aansluitingen hoger en daarmee ook de opbrengst van de rioolheffing.

OZB

In de primitieve begroting 2021 was nog geen rekening gehouden met de realisatie van enkele waardevolle objecten en afgeronde woningbouwprojecten uit 2020. Vandaar dat in de Kadernota 2021 de geraamde inkomsten vanuit de OZB voor 2021 zijn verhoogd met € 743.000. Het overige verschil is ontstaan doordat we door de realisatie van enkele nieuwbouwprojecten in 2021 meer OZB hebben kunnen heffen dan begroot.

Precariobelasting

Bij de precariobelasting voor o.a. terrassen zien we € 36.000 minder inkomsten dan begroot. Dit heeft voornamelijk te maken met het besluit om i.v.m. corona geen precariobelasting op te leggen voor terrassen. Bij de precariobelasting voor kabels en leidingen zien we een lichte toename ten opzichte van vorig jaar. Dit heeft te maken met een toename van het aantal strekkende meters waarover belasting wordt geheven. De precariobelasting kabels en leidingen wordt vanaf 2022 niet meer geheven.

Leges

Het verschil aan inkomsten bij de leges van € 464.000 wordt met name verklaard door de hogere opbrengsten bij de bouwleges (voordeel € 373.000). We hebben voor grotere projecten  meer ontvangen dan begroot. Als voorbeeld kan de Haarweg genoemd worden. 

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Op basis van een inkomen van 100% van de bijstandsnorm verleent de gemeente kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing (eerste set containers), de rioolheffing en de hondenbelasting (1e hond). Daarnaast kunnen inwoners in aanmerking komen voor een vergoeding voor de aanschaf van een nationaal paspoort, een zakenpaspoort, een reisdocument voor vluchtelingen, een reisdocument voor vreemdelingen of een Nederlandse identiteitskaart. De verleende kwijtscheldingen zagen er als volgt uit:

  Rekening 2020 Rekening 2021
Onderdeel Aantal huishoudens Bedrag x € 1.000 Aantal huishoudens Bedrag x € 1.000
Afvalstoffenheffing 892 186 754 206
Rioolheffing 900 100 753 79
Hondenbelasting 106 8 94 9
Paspoort / id-kaart etc. 22 1 18 1
Precariocompensatie 1253 88 1447 48

Kostendekkendheid heffingen

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid heffingen

Sinds de begroting 2017 moet een onderbouwing gegeven worden van de mate van kostendekkendheid van de gebonden heffingen en de daarbij gehanteerde uitgangspunten. Uitgangspunt bij de heffingen in Wageningen is al jaren dat iedere heffing 100% kostendekkend is. Bij de afvalstoffen- en rioolheffing is dat bovendien inclusief de kosten van de kwijtschelding. We geven hieronder de onderbouwing.

Voor de overhead geldt het volgende: de directe uren worden verhoogd met een opslagpercentage. Het opslag-percentage wordt bepaald door de verhouding indirecte/directe kosten van de totale apparaatskosten. Dit percentage bedraagt 85%.

Opbrengst (x € 1.000) Afvalstoffen- heffing Riool- heffing Veer- gelden Begraaf- rechten Markt- gelden Scheepvaart- recht
Kosten taakveld(en) incl. (omslag) rente 4.371 1.945 627 446 70 394
Inkomsten taakveld(en) excl. Heffingen 417 289 25 101 23 0
Netto kosten taakveld 3.954 1.656 602 344 47 394
Overhead incl. (omslag) rente 361 289 354 157 20 45
BTW 768 155 0 0 0 0
Totaal toe te rekenen kosten 5.084 2.099 956 501 67 439
Opbrengst heffingen 5.084 2.099 549 501 54 439
Dekking 100% 100% 57% 100% 81% 100%

 

Voor de leges geldt wettelijk dat het totaal van de gehele verordening ten hoogste kostendekkend mag zijn. Hieronder geven we de kostendekkendheid per titel aan.

Volledige omschrijving per titel:

Titel 1: Algemene dienstverlening

Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Titel 3: Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Opbrengst (x € 1.000) Titel 1 Titel 2 Titel 3
Kosten taakveld(en) incl. (omslag) rente 1.029 1.562 323
Inkomsten taakveld(en) excl. Heffingen 84
Netto kosten taakveld 944 1.562 323
Overhead incl. (omslag) rente 605 153 250
BTW
Totaal toe te rekenen kosten 1.549 1.715 573
Opbrengst heffingen 475 1.645 14
Dekking 31% 96% 2%

Belastingdruk

Terug naar navigatie - Belastingdruk

Er zijn verschillende organisaties die met regelmaat de ontwikkeling van de lokale lasten volgen. Een van de meest neutrale en consistente onderzoeken is het jaarlijkse onderzoek van het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden).

Voor een meerpersoonshuishouden waarvan de bewoners tevens eigenaar van de woning zijn, komt Wageningen in de Atlas van de lokale lasten 2021 van het COELO binnen de provincie Gelderland op de 25e plaats. In de tabel zijn de woonlasten voor de eerste 25 gemeenten opgenomen.

Nr Gemeente € per huishouden Rangnummer landelijk
1 Aalten 618 4
2 Nijkerk 640 8
3 Elburg 659 13
4 Overbetuwe 660 15
5 Putten 660 21
6 Harderwijk 675 25
7 Epe 679 27
8 Nunspeet 680 29
9 Ede 688 30
10 Arnhem 711 41
11 Oost Gelre 715 42
12 Druten 746 69
13 Wijchen 757 88
14 Rheden 772 104
15 Oude Ijsselstreek 784 111
16 Nijmegen 786 116
17 Oldebroek 786 117
18 Apeldoorn 787 119
19 Zutphen 794 136
20 Voorst 797 140
21 Zevenaar 803 154
22 Berg en Dal 814 163
23 Doetinchem 814 162
24 Winterswijk 818 169
25 Wageningen 818 169

 

Ontwikkeling landelijk rangnummer

In onderstaande grafiek is de positie van Wageningen weergegeven op de landelijke ranglijst ten opzichte van de gemeente met de hoogste positie. Omdat het totale aantal gemeenten in Nederland langzaam afneemt, dalen hoge posities automatisch. Vanaf 2013 daalt Wageningen gestaag op de ranglijst, zowel in Gelderland als landelijk. Vanaf 2016 zien we een ontwikkeling waarbij de positie van Wageningen op de ranglijst een minder stabiel verloop laat zien, maar door de jaren heen wel een duidelijke daling van de positie op de ranglijst zichtbaar is.