Financiële samenvatting

Financiële samenvatting

Terug naar navigatie - Financiële samenvatting

De Jaarstukken zijn qua aard en omvang een complex document. Om het inzicht te vergroten hebben wij deze financieel-technische samenvatting op hoofdlijnen voor u toegevoegd.

Toelichting opbouw

De Jaarstukken bestaan uit het Jaarverslag en de Jaarrekening en zijn opgesteld in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). In dit besluit zijn bepalingen opgenomen over het opstellen en presenteren van de Jaarstukken van een gemeente. Deze financiële samenvatting is een financieel technische beschouwing op hoofdlijnen.

In het Jaarverslag geven we per programma aan in hoeverre we de maatschappelijke effecten die we wilden realiseren ook gerealiseerd hebben. Bij elk programma zijn programmakaarten opgenomen, waarin concrete activiteiten en bereikte doelstellingen zijn vermeld. Daarnaast geeft het Jaarverslag inzicht in het begrote en werkelijke financiële saldo. In het Jaarverslag zijn ook de volgens het BBV verplichte paragrafen opgenomen. Deze paragrafen geven inzicht in gemeentebrede aspecten.

De Jaarrekening geeft inzicht in de balans per 31 december 2019 en de programmarekening over 2019 en een toelichting op beide. In de programmarekening is voor elk programma per product een financiële analyse opgenomen, waarbij het verschil tussen de begroting na wijziging en de werkelijkheid is verklaard. De begroting na wijziging bestaat uit de oorspronkelijke begroting voor 2019 en alle begrotingswijzigingen in 2019, waaronder de wijzigingen die betrekking hebben op de kadernota. Tevens vindt u in de bijlagen toelichtingen met betrekking tot de doorbelasting van overhead en organisatiekosten, de grote projecten en de wet normering topinkomens. De duiding wat de structurele voordelen en nadelen zijn vanuit de analyse van de jaarrekening wordt meegenomen in de Kadernota 2020 en niet in deze jaarstukken. Reden is dat de structurele uitwerking effect heeft op 2020 en verder en die discussie met de behandeling van de Kadernota wordt gevoerd.

De jaarrekening is ook voorzien van een set bijlagen : de staat van reserves en voorzieningen, het verloop van de reserves, de lasten en baten per taakveld, een overzicht van de grote projecten, de SISA-bijlage, de monitor Welsaam 2019 en de begrippenlijst.

Op de volgende pagina’s van deze financiële samenvatting treft u de volgende informatie aan:

  • samenvatting van de programmarekening 2019 in tabelvorm met korte toelichting
  • gecomprimeerde balans per 31 december 2019 met toelichting op hoofdlijnen
  • toelichting op de financiële positie per 31 december 2019

De bedragen in de verschillende tabellen zijn opgenomen in duizenden euro’s. De bedragen in de tekst luiden, tenzij anders aangegeven, in euro’s. In de bijlagen kunt u een begrippenlijst vinden met de definities van een aantal financiële begrippen in deze jaarstukken.

Middelen per hoofddoel

Terug naar navigatie - Middelen per hoofddoel

Vanaf dit document zijn de salarislasten en apparaatskosten ook meegenomen in de financiële tabel over de middelen per hoofddoel. Op deze manier wordt meer inzicht gegeven in de baten en lasten per hoofddoel.

Het saldo van de tabel met de middelen per hoofddoel sluit niet overal aan bij het saldo van de tabel met de baten en lasten van een programma. Dit komt doordat er voor bepaalde onderdelen middelen binnen een product van het ene programma vallen, die bijdragen aan een doelstelling binnen het andere programma.

Overzicht baten en lasten 2019

Terug naar navigatie - Overzicht baten en lasten 2019

In de volgende onderdelen wordt een toelichting gegeven op de grootste afwijkingen per programma.

Het begrote resultaat voor bestemming is € -2.403.000; het gerealiseerde resultaat is € 457.000; Daarmee is het verschil tussen de begroting en realisatie € 2.860.000 voordelig. In het Raadsvoorstel bij deze jaarstukken stellen wij u voor hoe dit resultaat te bestemmen.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2019 na wijziging Realisatie 2019 Verschil 2019
01 BEREIKBAARHEID -2.478 -2.625 -147
02 ECONOMISCHE ONTWIKKELING -454 464 918
03 RUIMTELIJKE ONTWIKKELING -5.425 -4.717 708
04 MILIEU -303 -498 -195
06 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING -32.856 -33.747 -891
07 ONDERWIJS & EDUCATIE -3.494 -3.439 55
08 WONEN 7 194 186
09 SPORT EN CULTUUR -5.593 -5.343 250
10 VEILIGHEID -1.780 -1.777 3
11 TRANSPARANTE OVERHEID -2.502 -3.044 -543
12 ALGEMENE DEKKING & ONVOORZIEN 51.715 55.577 3.862
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -3.162 1.046 4.207
01 BEREIKBAARHEID 84 43 -41
02 ECONOMISCHE ONTWIKKELING 9 -840 -849
03 RUIMTELIJKE ONTWIKKELING -207 -795 -588
04 MILIEU 223 316 93
06 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 416 172 -244
07 ONDERWIJS & EDUCATIE 112 112 0
08 WONEN -664 -694 -30
09 SPORT EN CULTUUR 453 642 189
11 TRANSPARANTE OVERHEID -49 161 210
12 ALGEMENE DEKKING & ONVOORZIEN 381 295 -86
Mutaties reserves 759 -588 -1.347

Financieel overzicht programma 1 Bereikbaarheid

Terug naar navigatie - Financieel overzicht programma 1 Bereikbaarheid

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote baten en lasten à € 147.000 (N) is voornamelijk veroorzaakt door de kosten van mobiliteitsmanagement à € 142.000 (N), welke worden gedekt uit het voorbereidingskrediet Beter bereikbaar Wageningen conform raadsbesluit 18-12-2017. De provincie heeft aangeboden de kosten voor het projectleiderschap te betalen; voor de gemeente blijven dan beperkte kosten over voor bijvoorbeeld bijeenkomsten en communicatiemiddelen. Om deze provinciale gelden daadwerkelijk te verkrijgen, wordt er in 2020 een formele subsidieaanvraag ingediend bij de provincie. Daarnaast was door noodzakelijke werkzaamheden voor uitvoering van verkeersbeleid extra inzet van capaciteit nodig € 102.000 (N). Ook hadden wij een voordeel à € 72.000 (V) doordat meer parkeervergunningen zijn verleend en hogere opbrengsten zijn gegenereerd uit de parkeerautomaten. Door het later invullen van formatie voor handhaving is een voordeel ontstaan van € 35.000 (V). In 2017 zijn we overgestapt op groene brandstof van het Lexkesveer waarmee we de CO2 uitstoot met 120.000 kilo per jaar reduceren. Deze brandstof is duurder dan ‘niet-groene’ brandstof waardoor we een overschrijding zien van € 26.000 (N). Ten slotte zijn er binnen dit programma per saldo nog voordelen van € 16.000 (V).

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote reserveringen à € 41.000 (N) wordt voornamelijk veroorzaakt doordat het voordeel in de exploitatie is gestort in de reserve verhardingen vanwege lagere kosten bij het product wegen (€ 51.000 - N).  Daarnaast zijn de kosten van mobiliteitsmanagement ad € 142.000 (V) voorlopig gedekt door een onttrekking uit de reserve Bovenwijkse voorzieningen. Ten slotte hebben wij door onder andere hogere opbrengsten € 133.000 (N) meer gestort in de reserve parkeergelden.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2019 na wijziging Realisatie 2019 Verschil 2019
01 BEREIKBAARHEID -2.478 -2.625 -147
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -2.478 -2.625 -147
01 BEREIKBAARHEID 84 43 -41
Mutaties reserves 84 43 -41

Financieel overzicht programma 2 Economische ontwikkeling

Terug naar navigatie - Financieel overzicht programma 2 Economische ontwikkeling

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote baten en lasten à € 918.000 (V) is voornamelijk veroorzaakt door de winstneming project DMP van € 864.000 (V). Daarnaast is in 2019 minder gebruik gemaakt van gas, water en elektra voor de Rijnhaven en hiermee het onderhoudsbudget niet volledig is uitgegeven. (€ 22.000 V). De geplande  actualisatie van de Economische Visie Detailhandel en horeca heeft nog niet plaatsgevonden, omdat dit gaat gebeuren in samenhang met de ontwikkeling van de visie bebouwde kom. Dit levert een voordeel op van € 23.000 (V). Aan de Stichting Ondernemersfonds is een bedrag van € 10.000 minder doorbetaald aan reclamebelasting, omdat er voor hetzelfde bedrag minder is geïnd (V). 

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote reserveringen à € 849.000 (N) wordt veroorzaakt door de winstneming project DMP van € 864.000 (N) en doordat de niet binnengekomen bijdrage BoVo van € 53.000 (V) in project ‘DMP’ niet is gestort in de reserve, terwijl deze wel was geraamd. Verder bedraagt de exploitatie van de Rijnhaven € 14.000 (N), die is gestort in de reserve onderhoud haven. Geraamd was een negatief resultaat en een onttrekking aan de reserve van € 22.000 (N).

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2019 na wijziging Realisatie 2019 Verschil 2019
02 ECONOMISCHE ONTWIKKELING -454 464 918
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -454 464 918
02 ECONOMISCHE ONTWIKKELING 9 -840 -849
Mutaties reserves 9 -840 -849

Financieel overzicht programma 3 Ruimtelijke ontwikkeling

Terug naar navigatie - Financieel overzicht programma 3 Ruimtelijke ontwikkeling

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote baten en lasten à € 708.000 (V) is voornamelijk veroorzaakt doordat in 2019 het Gewest RO een voordeel laat zien van onder andere € 133.000 (V) in verband  met de opbrengst uit aandelenverkoop bij de ARN (afvalverbrander in Weurt). De post Plantsoenen kent een voordeel van € 29.000 onderuitputting kapitaallasten. Dit ontstaat doordat een deel van de investeringen van het Uitvoeringsprogramma Groenbeleidsplan hoofdstructuur nog niet zijn gedaan. Het voordeel op de post speelvoorzieningen bedraagt € 101.000 (V) en is gestort in de Egalisatiereserve beheer openbare ruimte en facilitaire zaken ter dekking van toekomstige kosten van onderhoud en vervanging. Voor de kostenverhaallocaties ontstaat een resultaat van € 138.000 (V) voornamelijk als gevolg van bijdragen aan de bovenwijkse voorziening (die wordt doorgestort in de reserve). Deze bijdragen zijn gebaseerd op de bestaande afspraken. Voor de Haven zijn € 7.200 (V) aan kosten nog niet gerealiseerd en met betrekking tot het buitengebied zijn werkzaamheden nog niet uitgevoerd als gevolg van de stikstofcrisis (€ 33.000 V). Bij nutsbedrijven en derden zijn € 34.000 (V) lagere kosten voor herstel van straatwerk en € 7.000 (V) meeropbrengst uit leges voor het uitgeven van vergunningen voor kabels en leidingen. Op de post Uitkoop en verkabeling is een voordeel € 100.000 ontstaan omdat Liander de werkzaamheden met betrekking tot de hoogspanningsverbindingen in de wijk De Nude nog niet heeft afgerond. Voor het project Grebbedijk is € 50.000 (V) nog niet besteed.

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote reserveringen à € 588.000 (N) ontstaat door lagere kosten in verband met herstel straatwerk product nutsbedrijven (€ 34.000 - N); In de toekomst benodigde middelen voor onderhoud en vervanging van speelvoorzieningen (€ 101.000 – N); Het niet onttrekken uit een reserve door nog niet afgeronde werkzaamheden Liander met betrekking tot de hoogspanningsverbindingen in de wijk De Nude (€95.000 - N); een nadeel van € 29.000 bij het product bestemmingsplannen is ontstaan bij de Haven, de Wageningse Eng en het Buitengebied, alwaar werkzaamheden zijn doorgeschoven naar 2020;  niet verhaalbare plankosten voor particuliere projecten zijn flink opgelopen, wat leidt naar verwachting tot een groter nadelig resultaat van deze projecten, waardoor de voorziening is verhoogd (€ 138.000 – N); ontvangen leges bouwvergunningen en zonnevelden worden gestort in de Reserve egalisatie bouwvergunningen (€ 192.000 – N).

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2019 na wijziging Realisatie 2019 Verschil 2019
03 RUIMTELIJKE ONTWIKKELING -5.425 -4.717 708
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -5.425 -4.717 708
03 RUIMTELIJKE ONTWIKKELING -207 -795 -588
Mutaties reserves -207 -795 -588

Financieel overzicht programma 4 Milieu

Terug naar navigatie - Financieel overzicht programma 4 Milieu

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote baten en lasten à € 195.000 (N) is voornamelijk veroorzaakt door hogere verwerkingskosten van huishoudelijk afval in 2019: € 282.000 (N). Mede door de bestrijding van de eikenprocessierups is er bij de Plaagdierbestrijding een resultaat van € 38.000 (N). Voor het Uitvoeringsprogramma coalitieakkoord resteert € 113.000 (V) van het beschikbaar gestelde budget voor: van het gas af, de Combinatie duurzame opwekkingsvormen en voor Sociaal klimaatneutraal. Voor het product milieubeheer is een voordelig resultaat van € 14.000 (V).

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote reserveringen à € 93.000 (V) is voornamelijk veroorzaakt doordat € 73.000 is onttrokken uit de Reserve proeftuin aardgasvrije wijken Benedenbuurt. Hiermee worden de voorbereidingskosten aanleg warmtenet Benedenbuurt gedekt. Daarnaast is in plaats van de begrote onttrekking van € 156.000, € 176.000 onttrokken uit de egalisatiereserve afval. Op het product afvalverwijdering en verwerking zou een onttrekking uit die reserve nodig zijn van € 558.000. Echter de stand van deze reserve bedraagt eind 2019 € 176.000, waardoor een bedrag van € 382.000 ten laste van het rekeningsaldo komt. Met name de hogere inzamel- en verwerkingskosten van huishoudelijk afval (€ 314.000) en de hogere kwijtscheldingskosten (€ 128.000 meer dan begroot), zijn de oorzaak van de hogere onttrekking. De € 382.000 is als het ware een lening vanuit de Algemene Reserve aan het gesloten systeem van de afvalstoffenheffing. Dit bedrag dient uiterlijk in 2021 terug te vloeien naar de Algemene Reserve, door de aanpassing van de afvalstoffenheffing 2021.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2019 na wijziging Realisatie 2019 Verschil 2019
04 MILIEU -303 -498 -195
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -303 -498 -195
04 MILIEU 223 316 93
Mutaties reserves 223 316 93

Financieel overzicht programma 6 Maatschappelijke ontwikkeling

Terug naar navigatie - Financieel overzicht programma 6 Maatschappelijke ontwikkeling

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote baten en lasten à € 891.000 (N) is voornamelijk veroorzaakt - net als in 2018 - door meer dan geraamde uitgaven voor de Jeugdhulp (€ 1.261.000 - N). Voor werkgelegenheid is dat € 327.000 ( N). In de halfjaarrapportage die wij in september aan de Raad hebben gepresenteerd, gingen wij voor werkgelegenheid al uit van dit resultaat. Voor Jeugdhulp zagen wij al een nadeel van € 500.000 over het eerste half jaar. Deze trend heeft zich deels doorgezet. Daarnaast zien wij een resultaat bij de WMO van € 317.000 ( N). Voordelen waren er in 2019 in dit domein bij de Sociale Zekerheid (€ 319.000 – V), de WSW (€ 425.000 – V) en voor het project Innovatief handelen (€ 108.000 – V). Op de overige producten van dit programma hebben wij een voordeel van € 162.000 (V).

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote reserveringen à € 244.000 (N) is veroorzaakt doordat de benodigde onttrekking uit de reserve precariobelasting € 156.000 (N) lager is dan geraamd. De onttrekking betreft een eenmalige compensatie van het ‘Vitensgeld’ voor de minima. Daarnaast is € 88.000 (N) van het uit 2018 overgehevelde budget voor het project Innovatief handelen in 2019 nog niet ingezet en heeft de geraamde onttrekking niet plaatsgevonden. 

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2019 na wijziging Realisatie 2019 Verschil 2019
06 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING -32.856 -33.747 -891
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -32.856 -33.747 -891
06 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 416 172 -244
Mutaties reserves 416 172 -244

Financieel overzicht programma 7 Onderwijs & educatie

Terug naar navigatie - Financieel overzicht programma 7 Onderwijs & educatie

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote baten en lasten à € 55.000 (V) is voornamelijk veroorzaakt bij de vroeg- en voorschoolse educatie, door een hogere rijksuitkering a.g.v. de verhoging wettelijk minimale aantal uren. (€ 106.000 – V) Daarnaast kent het Leerlingenvervoer in 2019 een resultaat van € 102.000 (N). Het resterend deel van in totaal € 51.000 (V) valt buiten de rapportagetollerantie bij de producten Bijzonder onderwijs, Onderwijs Algemeen  en Onderwijshuisvesting.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2019 na wijziging Realisatie 2019 Verschil 2019
07 ONDERWIJS & EDUCATIE -3.494 -3.439 55
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -3.494 -3.439 55
07 ONDERWIJS & EDUCATIE 112 112 0
Mutaties reserves 112 112 0

Financieel overzicht programma 8 Wonen

Terug naar navigatie - Financieel overzicht programma 8 Wonen

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote baten en lasten à € 186.000 (V) is voornamelijk veroorzaakt bij de exploitatie vastgoed. Het resultaat op de verkoop van Olympiaplein 1, ten opzichte van de begroting, bedraagt € 139.000 (V). Het voordeel is voornamelijk te verklaren doordat in de begroting rekening was gehouden met af te dragen vennootschapsbelasting. Het stadskantoor aan het Olympiaplein 1 is in september 2019 verkocht. De koopsom van € 1.625.000,- k.k. ligt ruimschoots boven de in 2017 door uw raad vastgestelde en daarna bijgestelde bodemprijs van € 808.520,- vanwege het stopzetten van de verkoopprocedure. Na aftrek van alle kosten is de meeropbrengst van € 706.000,- gestort in de reserve Kapitaal zonder bestemming. Door onderhoud, restauratie en verkoop van overig gemeentelijk vastgoed ontstaat een voordeel van € 166.000 (V). Verder zijn de verduurzaming van sportzaal Tarthorst en 't Palet aan de Rooseveltweg niet gegund (€ 30.000 - N). In 2019 is tenslotte het onderzoek naar het verduurzamen van de overige gemeentelijke panden in fase 2 afgerond. De onderzoekskosten bedragen € 60.000 (N).

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote reserveringen á € 30.000 (N) is veroorzaakt doordat er € 706.000 is gestort in de reserve Kapitaal zonder bestemming voor de verkoop van Olympiaplein 1. Dit is € 59.000 meer dan geraamd doordat geen vennootschapsbelasting verschuldigd is en de exploitatielasten in 2019 hoger zijn uitgevallen dan begroot. Daarnaast is er nog een voordeel van per saldo 29.000 wat buiten de rapportagetolerantie valt.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2019 na wijziging Realisatie 2019 Verschil 2019
08 WONEN 7 194 186
Gerealiseerd saldo van baten en lasten 7 194 186
08 WONEN -664 -694 -30
Mutaties reserves -664 -694 -30

Financieel overzicht programma 9 Sport en cultuur

Terug naar navigatie - Financieel overzicht programma 9 Sport en cultuur

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote baten en lasten à € 250.000 (V) is voornamelijk veroorzaakt binnen het product Sport, waar een aantal van de reguliere vervangingsinvesteringen en investeringen in de verduurzaming van sportaccommodaties pas later in het jaar heeft plaatsgevonden. Daardoor ontstaat een voordeel op de kapitaallasten van € 319.000 (V). Zoals bekend is eind 2018 de nieuwe sporthal ‘Het Binnenveld’ na enige vertraging opgeleverd. In 2019 zien we nog enkele financiële consequenties van de vertraagde oplevering en de afronding van de realisatie van de accommodatie zelf. Doordat het Cultuur Actieplan nog moet worden vastgesteld en er nog geen uitgaven zijn geweest buiten de bestaande afspraken over binnenschoolse educatie, houden we in 2019 € 141.000 (V) van dit budget over. Vanuit het coalitieakkoord, en vanuit budget uit 2018, is geld beschikbaar gesteld voor het realiseren van een poppodium. De kosten voor de uitwerking van het concept en de opstart van het initiatief blijven vooralsnog beperkt tot enkele proceskosten en een opstartsubsidie. (€ 94.000 - V). Verder is de Olympiahal afgewaardeerd voor € 330.000 (N). Ten slotte zit per saldo € 19.000 (V) in producten, wat buiten de rapportagetolerantie valt.

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote reserveringen à € 189.000 (V) is veroorzaakt doordat een deel van de investeringen binnen het product Sport niet zijn gerealiseerd (€ 72.000 - N). Verder zijn voor de sloop van de Olympiahal nog niet alle kosten gemaakt, waardoor € 47.000 (N) minder is onttrokken aan de reserve. Ook is € 330.000 toegevoegd aan de reserve dekking kapitaallasten als gevolg van de afwaardering van de Olympiahal. Ten slotte zit per saldo € 22.000 (N) in producten, wat buiten de rapportagetolerantie valt.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2019 na wijziging Realisatie 2019 Verschil 2019
09 SPORT EN CULTUUR -5.593 -5.343 250
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -5.593 -5.343 250
09 SPORT EN CULTUUR 453 642 189
Mutaties reserves 453 642 189

Financieel overzicht programma 10 Veiligheid

Terug naar navigatie - Financieel overzicht programma 10 Veiligheid

In dit programma zijn geen noemenswaardige afwijkingen ten opzicht van de begroting.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2019 na wijziging Realisatie 2019 Verschil 2019
10 VEILIGHEID -1.780 -1.777 3
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -1.780 -1.777 3

Financieel overzicht programma 11 Transparante overheid

Terug naar navigatie - Financieel overzicht programma 11 Transparante overheid

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote baten en lasten à € 543.000 (N) is voornamelijk veroorzaakt door de verlaging van de rekenrente door de pensioenuitvoerder. Daardoor diende de voorziening (voormalige) bestuurders aangevuld te worden met € 162.000 (N). Daarnaast is door het vertrek van een wethouder € 260.000 (N) in een voorziening bijgestort voor de maximale duur van de wachtgeldregeling. Het door de raad beschikbaar gestelde budget voor de uitvoering van het coalitieprogramma 2018-2022 is nagenoeg niet gebruikt € 48.000 (V).  De niet begrote kosten voor de Quick scan BDO: € 131.000 (N) worden in dit programma verantwoord. Verder waren de accountantskosten hoger voor de jaarrekening controle 2018: € 37.000 (N). Tenslotte is er per saldo buiten de rapportagetolerantie € 7.000 (N).

Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote reserveringen à € 210.000 (V) is veroorzaakt door dekking uit de reserve voormalige bestuurders voor het risico volledige wachtgeldverplichting bij het vertrek van een wethouder.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2019 na wijziging Realisatie 2019 Verschil 2019
11 TRANSPARANTE OVERHEID -2.502 -3.044 -543
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -2.502 -3.044 -543
11 TRANSPARANTE OVERHEID -49 161 210
Mutaties reserves -49 161 210

Financieel overzicht programma 12 Algemene dekking en onvoorzien

Terug naar navigatie - Financieel overzicht programma 12 Algemene dekking en onvoorzien
Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote baten en lasten à € 3.862.000 (V) is voornamelijk veroorzaakt door voordelen vanuit de september- en decembercirculaires € 2.618.000 (V). Dit betreft de tweede tranche Aardgasvrije wijken € 1.438.000 (V), doorberekening van onderuitputting Rijksuitgaven € 397.000 (N), het onbenutte gedeelte BTW compensatiefonds € 165.000 (V), Middelen voor klimaat € 637.000 (V), verlaging suppletie uitkering Sociaal Domein € 272.000 (N), extra middelen voor statushouders € 182.000 (V) en een restant inclusief voor- en nadelen in de verdeelmaatstaven van het Gemeentefonds € 865.000 (V).
Ook kenden wij in 2019 hogere opbrengsten OZB mede als gevolg van inhaalacties uit voorgaande jaren (€ 473.000 – V). 
Bij het product algemene baten en lasten ontstaat een resultaat van € 297.000 (N) voornamelijk door de stelpost van de onderuitputting kapitaallasten € 400.000 (N) als tegenhanger op de verwachte onderuitputting op de overige programma's, de werkelijk betaalde rente € 287.000 (V) en de toegerekende rente € 178.000 (N).
De bedrijfsvoering kende in 2019 een incidenteel resultaat van € 1.087.000 (V). Dit ontstond voornamelijk door lagere uitvoeringskosten (€ 469.000 - V), voordelen op aanvullende arbeidsvoorwaarden € 239.000 (V) en als gevolg van het doorschuiven van investeringen in storage (opslag) systemen naar 2020, ontstond een onderschrijding van € 335.000 (V).
Ten slotte kent dit programma voor- en nadelen buiten de rapportagetolerantie van per saldo € 19.000 (N)
 
Het verschil tussen de gerealiseerde en begrote reserveringen à € 86.000 (N) is voornamelijk veroorzaakt door het niet inzetten van een budgetoverheveling uit 2018 voor het inzetten van knelpunten in  de uitvoering.
 
Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2019 na wijziging Realisatie 2019 Verschil 2019
12 ALGEMENE DEKKING & ONVOORZIEN 51.715 55.577 3.862
Gerealiseerd saldo van baten en lasten 51.715 55.577 3.862
12 ALGEMENE DEKKING & ONVOORZIEN 381 295 -86
Mutaties reserves 381 295 -86

Gecomprimeerde balans

Terug naar navigatie - Gecomprimeerde balans
(Bedragen x € 1.000)
Activa 2019 2018 Passiva 2019 2018
Immateriële vaste activa 15.298 15.877 Algemene reserves 6.158 6.288
Materiële vaste activa 67.884 73.983 Bestemmingsreserves 32.265 27.945
Financiële vaste activa 6.218 5.065 Gerealiseerd resultaat 457 3.602
Voorraden 1.817 635 Voorzieningen 5.830 5.811
Uitzettingen < 1 jaar 10.342 8.134 Vaste schulden > 1 jaar 39.244 41.996
Liquide middelen 530 453 Vlottende schulden < 1 jaar 14.519 21.686
Overlopende activa 2.995 6.859 Overlopende passiva 6.611 3.678
105.085 111.006 105.085 111.006
12. Gewaarborgde geldleningen 3.234 1.847
13. Borgstellingen woongroepen 45 62
14. Bedrag waarvan het recht op verliescompensatie krachtens de Wet op vennootschapsbelasting 1969 bestaat 68 114

Toelichting gecomprimeerde balans

Terug naar navigatie - Toelichting gecomprimeerde balans

Hieronder is per post op hoofdlijnen een toelichting opgenomen. Voor de uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de jaarrekening en de toelichting daarop.

Immateriële vaste activa

Onder de immateriële vaste activa zijn de bijdragen aan activa in eigendom van derden opgenomen.

Materiële vaste activa

Onder de materiële vaste activa zijn de investeringen in gebouwen, gronden, wegen, machines en dergelijke opgenomen. In 2019 is voor zo’n € 2,0  miljoen geïnvesteerd (2018: € 9,8 miljoen), waaronder Fietsoversteek Kortenoord (€ 0,3 miljoen). De afschrijvingen op de materiële vaste activa bedroegen over 2019 circa € 4,3 miljoen en zijn hiermee ca. € 0,3 miljoen lager dan de afschrijvingslasten in 2018. De desinvestering in de  materiële vaste activa betreffen met name de gebouwen, waarvan in de begroting 2020 besloten is om deze in de toekomst te gaan verkopen. De notitie BBV MVA Hoofdstuk 4.3 schrijft voor dat deze panden overgebracht dienen te worden naar de balanspost Voorraden (Handelsgoederen). Tevens heeft er in 2019 een afwaardering ad € 0,3 miljoen plaatsgevonden van de Sporthal Olympiahal, aangezien de sloopwerkzaamheden in 2019 gestart zijn.

Financiële vaste activa

Onder deze post vallen de uitgezette gelden (leningen, aandelen). De mutaties volgen uit verstrekkingen, reguliere aflossingen en herrubricering.

Voorraden
De voorraden bevatten de bouwgronden in exploitatie. Met ingang van 2016 worden de gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen (NIEGG en strategische voorraden) opgenomen onder de materiële vaste activa. De grondexploitaties ultimo 2019 betreffen Lawickse Allee, DMP terreinen, Costerweg en Buurtseweg/Ireneschool. In 2019 is de voorraad gereed product en handelsgoederen fors toegenomen. Deze stijging heeft te maken met de gebouwen waarvan in de begroting 2020 besloten is om deze in de toekomst te gaan verkopen. De notitie BBV MVA Hoofdstuk 4.3 schrijft voor dat deze panden overgebracht dienen te worden van de balanspost materiële vaste activa naar de balanspost voorraden (Gereed product en handelsgoederen).

Uitzettingen < 1 jaar

Onder de uitzettingen met een looptijd korter dan 1 jaar zijn onder andere de belastingvorderingen en vorderingen op debiteuren sociale zaken opgenomen, alsmede de vordering op de belastingdienst inzake compensabele btw.

Liquide middelen

De liquide middelen zijn het afgelopen jaar toegenomen van € 0,453  miljoen ultimo 2018 naar € 0,530 miljoen ultimo 2019.

Overlopende activa

Deze post bevat diverse nog op derden te verhalen kosten of andere nog te ontvangen bedragen.

Algemene reserves

De algemene reserves bestaan uit het Kapitaal zonder bestemming en de Onbestemde reserve. De mutaties in 2019 hebben onder andere  betrekking op een onttrekking van het negatieve begrotingssaldo uit de kadernota 2019 en de onttrekking van het resterend resultaat 2018 € 952.000 .

Bestemmingsreserves

Onder de post bestemmingsreserves vallen een groot aantal verschillende reserves, die in de bijlage Staat van Reserves en Voorzieningen nader zijn gespecificeerd. Belangrijke mutaties betreffen:  de storting in de Reserve Proeftuin aardgasvrije wijken Benedenbuurt € 3.862.000 vanuit het rekeningresultaat 2018 en onttrekking uit reserve dekking kapitaallasten investeringen (€ 0,6 miljoen). De reserves staan in principe ter vrije beschikking van de gemeenteraad. Hierbij dient wel rekening te worden gehouden met eventuele claims. De reserves zijn belangrijk voor de bepaling van de weerstandscapaciteit.

Rentetoerekening

Met ingang van 2019 is de bespaarde rente afgeschaft. Hierdoor wordt er geen rente meer toegevoegd aan de reserves.

Resultaat 2019

Het jaar 2019 is afgesloten met een resultaat voor bestemming van € 457.037 (V).

In het raadsvoorstel bij de Jaarstukken is een voorstel voor de bestemming van het resultaat opgenomen.

Voorzieningen

Op grond van het BBV mogen onder specifieke voorwaarden voorzieningen gevormd worden voor verplichtingen en risico’s, ter egalisatie van kosten en voor middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is. Kenmerkend voor voorzieningen is dat ze niet ter vrije beschikking van de gemeenteraad staan. De stand van de voorzieningen is toegenomen door de significante storting in voorziening riolering

Vaste schulden > 1 jaar

De langlopende schulden zijn wederom afgenomen in 2019 als gevolg van reguliere aflossingen.

Vlottende schulden en overlopende passiva

De kortlopende schulden bestaan uit diverse crediteuren, andere schulden, de te betalen loonheffing en premies sociale verzekeringen over december en diverse andere posten. Onder de vlottende schulden zijn ook de nog te verwachten kosten van zorgleveranciers binnen het sociaal domein opgenomen.

Garant- en borgstellingen

De garantstellingen zijn toegenomen als gevolg van nieuwe leningen waar de gemeente garant voor staat.

Gebeurtenissen na balansdatum

Het Coronavirus heeft geen financiële gevolgen voor de jaarrekening 2019, maar wel voor naar verwachting veel beleidsterreinen van onze begroting 2020 en mogelijk voor de jaren daarna. Hoe groot de financiële impact zal zijn is nu niet te bepalen. Wij verwachten door de Rijksoverheid volledig voor de incidentele financiële consequenties te worden gecompenseerd. De rijksoverheid hanteert tenslotte het uitgangspunt dat mede-overheden er als gevolg van de corona-aanpak niet slechter voor komen te staan dan daarvoor. (kenmerk brief 2020-0000233674)

Financiële positie

Terug naar navigatie - Financiële positie

Weerstandscapaciteit

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van deze jaarstukken is weergegeven dat de werkelijke weerstandscapaciteit uitkomt op 7,8%. Dat ligt onder de door de Gemeenteraad bepaalde ondergrens van de benodigde weerstandscapaciteit van 8,5%. Door de in de begroting 2020 opgenomen ombuigingen zal naar verwachting de weerstandscapaciteit oplopen van 9,5% in 2020 naar 9,8% in 2022. Daarin is het resultaat 2019 incidenteel opgenomen. De  structurele nadelen uit deze jaarrekening worden meegenomen in de Kadernota 2020. Voor een nadere uiteenzetting verwijzen wij u naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Overige kengetallen

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van een aantal belangrijke financiële kengetallen. De wettelijk verplichte kengetallen zijn: netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen), solvabiliteitsratio, structurele exploitatieruimte, grondexploitatie en belastingcapaciteit. De kapitaallastenratio is een kengetal van gemeente Wageningen zelf.

(Alle getallen zijn percentages) Rekening 2018 Begroting 2019 Rekening 2019
Netto schuldquote 50,73 57,00 43,20
Netto schuldquote gecorrigeerd 46,81 52,89 38,32
Solvabiliteitsratio 34,08 30,64 37,00
Structurele exploitatieruimte -2,04 -1,00 -0,09
Grondexploitatie 0,62 0,92 0,72
Belastingcapaciteit 106,09 105,09 105,09
Kapitaallastenratio 8,31 7,58 5,79

 

Toelichting bij de kengetallen

Per kengetal geven we hieronder aan hoe het zich verhoudt tot de (streef)norm. Om de inzichtelijkheid te vergroten, begint ieder kengetal met een korte uitleg.

Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Om duidelijk te maken wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast, wordt de netto schuldquote berekend zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Voor het kengetal Netto schuldquote, zonder en met correctie, geldt de norm: Wageningen valt altijd in de categorie < 90%. Het gemiddelde van de Gelderse gemeenten was 62,8% in 2019. Wageningen zit daar ruim onder.

De solvabiliteitsratio

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal.

Voor het kengetal Solvabiliteitsratio wordt uitgegaan van de volgende norm: Wageningen scoort niet lager dan 30%.

Grondexploitatie

Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor het kengetal Grondexploitatie wordt uitgegaan van de volgende norm: Wageningen valt altijd in de categorie < 20%.

Structurele exploitatieruimte

Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten.

Bij een jaarrekening is er geen sprake van een raming na het rekeningjaar, dus kan de beoordeling alleen goed zijn (als het rekeningjaar boven de 0 uitkomt), of onvoldoende (als het rekeningjaar onder de 0 uitkomt). Bij de jaarrekening geldt deze beoordeling overigens enkel voor de cijfermatige uitkomst van het kengetal.

Voor de structurele exploitatieruimte geldt de streefnorm: de structurele exploitatieruimte van Wageningen is minimaal 0%.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De definitie van belastingcapaciteit is hier: woonlasten van een meerpersoons-huishouden, opgebouwd uit OZB, afvalstoffen- en rioolheffing. Voor het kengetal Belastingcapaciteit geldt de  streefnorm: de Wageningse belastingcapaciteit is niet meer dan 105%.

De kapitaallastenratio

De kapitaallastenratio is de verhouding van de kapitaallasten ten opzichte van de totale exploitatielasten. Dit is een eigen kengetal van Wageningen. Voor het kengetal kapitaallastenratio geldt een voorlopige ratio van maximaal 12%.