Wettelijk kader en beleid
De artikelen 35 en 36 van de Participatiewet regelen respectievelijk de bijzondere bijstand en de individuele inkomenstoeslag. De bijzondere bijstand wordt onderscheiden in individuele bijzondere bijstand en categoriale bijzondere bijstand. Individuele bijzondere bijstand wordt alleen verleend als er een noodzaak voor is, categoriale bijzondere bijstand wordt verleend als men behoort tot een bepaalde categorie huishoudens.
De categoriale bijzondere bijstand kan alleen worden verleend in de vorm van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering (CAZ).
Naast de regelingen die gebaseerd zijn op de Participatiewet zijn er voor de minima ook nog regelingen in het leven geroepen die hun grond vinden in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Gemeentewet. Dit zijn de regeling chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie eigen bijdragen WMO-voorzieningen en het Ik Doe Mee Fonds.
De regelingen
a. Regelingen gebaseerd op de Participatiewet
De Individuele Inkomenstoeslag
De Individuele inkomenstoeslag wordt op grond van de Participatiewet verstrekt aan inwoners die over een aaneengesloten periode van 36 maanden een inkomen ontvingen van 130 % van de toepasselijke bijstandsnorm. Op individuele basis wordt beoordeeld of er recht bestaat op deze toeslag.
De CAZ
Minima met een inkomen tot 130% van de toepasselijke bijstandsnorm kunnen een bijdrage krijgen in de aanvullende premies van de zorgverzekering. Ook kunnen mensen met hoge zorgkosten zich verzekeren voor het wettelijk eigen risico.
b. Een regeling die niet is gebaseerd op de Participatiewet, het Ik Doe Mee Fonds
Met deze regeling kunnen minima met een inkomen tot 130% van de toepasselijke bijstandsnorm een bedrag declareren voor sportieve en culturele activiteiten. Doel van de regeling is om de participatie van minima te bevorderen. Om recht te doen aan het principe van de laagdrempeligheid en daarmee het vergroten van het bereik, is besloten een lokale partij met de uitvoering te belasten.
c. Regelingen gebaseerd op de WMO.
Kwijtschelding eigenbijdrage voorzieningen WMO
Aan belanghebbenden met een inkomen tot 130% van de toepasselijke bijstandsnorm wordt kwijtschelding verleend voor de eigen bijdrage voor individuele WMO-voorzieningen. Deze regeling is op 1 januari 2015 ingevoerd.
Regeling Chronisch Zieken en Gehandicapten
Het kabinet heeft besloten om per 1 januari 2015 de Wet Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten (WTCG) de Compensatie Eigen Risico in te trekken. Om de financiële gevolgen van deze afschaffing gedeeltelijk te kunnen compenseren is tevens voorgesteld om de Wmo op dit punt aan te passen. Voor deze compensatie hebben de gemeenten van het Rijk middelen ontvangen. Aan de Wmo is een bepaling toegevoegd die de gemeenten de mogelijkheid biedt gericht een financiële tegemoetkoming te verstrekken aan inwoners met chronische ziekte en/of beperking die aannemelijke meerkosten hebben. Voor chronische zieken en gehandicapten met een inkomen hebben lager dan 130% van het norminkomen (de toepasselijke bijstandsnorm), is de regeling Chronisch Zieken en Gehandicapten ingevoerd. Ook mensen met een inkomen hoger dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm kunnen in speciale omstandigheden voor de regeling in aanmerking komen (zie onder Maatwerk). Voor deze regeling hoeft maar één keer een aanvraag ingediend worden. Daarna wordt de tegemoetkoming jaarlijks automatisch zonder aanvraag en verder onderzoek aan de belanghebbende verstrekt. Hiermee wordt recht gedaan aan het vertrouwensbeginsel.
d. Kwijtschelding gemeentelijke heffingen
Inwoners met een inkomen van 100 % van de toepasselijke bijstandsnorm kunnen voor de volgende
gemeentelijke belastingen (voor een gedeelte van het bedrag) kwijtschelding aanvragen:
- hondenbelasting (alleen voor de eerste hond);
- afvalstoffenheffing (voor de 1e set minicontainers);
- rioolheffing;
- leges reisdocument (voor het bedrag van een ID-kaart).
De gemeente is niet bevoegd de grens van 100% te verhogen. De reden is, dat deze grens in hogere fiscale wetgeving is vastgelegd.