Financiële samenvatting

Financiële samenvatting

Terug naar navigatie - Financiële samenvatting

De Jaarstukken zijn qua aard en omvang een complex document. Om het inzicht te vergroten hebben wij deze financieel-technische samenvatting op hoofdlijnen voor u toegevoegd.
Op de volgende pagina’s van deze financiële samenvatting treft u de volgende informatie aan:

  • een samenvatting van het financiële resultaat van de programmarekening 2020;
  • een toelichting op de belangrijkste verschillen tussen de begroting en het resultaat;
  • een toelichting op de financiële positie per 31 december 2020.

De bedragen in de verschillende tabellen zijn opgenomen in duizenden euro’s. In de bijlagen kunt u een begrippenlijst vinden met de definities van een aantal financiële begrippen in deze jaarstukken.

Resultaat 2020

Terug naar navigatie - Resultaat 2020

Op concernniveau kan het voordelig resultaat ten opzichte van de begroting als volgt worden gespecificeerd:

Exploitatie (x € 1.000) Begroting 2020 na wijziging Realisatie 2020 Verschil 2020
Resultaat voor bestemming - 2.165 (nadeel) 6.870 (voordeel) 9.036

 

Het begrote resultaat voor bestemming is € -2,2 mln. Het gerealiseerde resultaat is € 6,9 mln. Daarmee is het verschil tussen de begroting en realisatie afgerond € 9,0 mln. voordelig. In het Raadsvoorstel bij deze jaarstukken wordt een voorstel gedaan voor het bestemmen van dit resultaat.

Het voordelig resultaat van € 9,0 mln. ten opzichte van de begroting wordt grotendeels veroorzaakt door incidentele ontwikkelingen. Enerzijds omdat de extra inkomsten van het Rijk vanuit de circulaires niet zijn opgenomen in de begroting, anderzijds omdat de coronapandemie een wissel heeft getrokken op de geplande uitvoering van exploitatie- en investeringsprojecten en zorgverlening. Deze hebben later in het jaar plaatsgevonden of zelfs niet. Hiervan zal naar verwachting in de komende jaren een inhaalslag zichtbaar worden.

De extra kosten als gevolg van de getroffen maatregelen ter bestrijding van de gevolgen van de coronapandemie zijn gecompenseerd door het rijk en daarmee voor de gemeente Wageningen beperkt gebleven.

In het voordelig resultaat is een structureel effect zichtbaar welke doorwerkt naar volgende begrotingsjaren. Deze manifesteert zich voornamelijk binnen de Sociale Zekerheid en de OZB en in mindere mate bij Individuele Ondersteuning. De (structurele) doorwerking van het jaarrekeningresultaat zal worden meegenomen in de Kadernota 2021.

Nadere toelichting op het resultaat

Terug naar navigatie - Nadere toelichting op het resultaat

Hieronder volgt een toelichting op de onderwerpen die de meest significante afwijkingen over 2020 hebben veroorzaakt.

Directe coronakosten € - 74.000 (nadeel)

De gemeente Wageningen heeft in 2020 extra maatregelen getroffen ter bestrijding van de gevolgen van de coronapandemie. Het nadeel bedraagt per saldo € 74.000, gespecificeerd:

Directe coronakosten (x € 1.000) Realisatie 2020
Extra kosten -3.766
Misgelopen opbrengsten -1.024
Totale kosten -4.790
Rijk 4.603
Provincie 113
Totale compensatie 4.716
Totaal nadeel -74

 

Deze per saldo nadelige coronakosten zijn niet geraamd. Hieronder volgt een nadere toelichting op de verschillende onderdelen.

Extra kosten € - 3.766.000

De extra kosten betreffen grotendeels de verstrekte uitkeringen in het kader van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO) binnen het product Sociale zekerheid (€ 2,9 mln.), de continuïteitsbijdrage aan zorgaanbieders Individuele Ondersteuning (€ 0,3 mln.), de extra inzet van BOA’s, verkeersregelaars en de aanschaf en plaatsing van borden en afzettingen in de openbare ruimte (€ 0,4 mln.) en bedrijfsvoering kosten vanwege de aanpassing van werkplekken aan de 1,5 meter maatschappij, de overgang naar het thuiswerken en het treffen van hygiënemaatregelen (€ 0,1 mln.).

Misgelopen opbrengsten € - 1.024.000

Als gevolg van de coronacrisis zijn er minder parkeeropbrengsten gerealiseerd (€ 0,2 mln.) en hebben minder veerdiensten plaatsgevonden waardoor opbrengsten Lexkesveer zijn misgelopen (€ 0,2 mln.). Detacheringsopbrengsten WSW zijn misgelopen, omdat Wsw-ers gedurende de eerste lockdown niet hebben gewerkt en door het jaar heen minder uren hebben gewerkt (€ 0,2 mln.). Huuropbrengsten van sportaccommodaties zijn kwijtgescholden (€ 0,2 mln.) en op leges, precario- en toeristenbelasting zijn opbrengsten misgelopen (€ 0,2 mln.).

Compensatievergoedingen Rijk € 4.603.000

Vanuit het Rijk zijn vergoedingen ontvangen ter compensatie voor uitkeringen levensonderhoud, verstrekking van bedrijfskredieten en compensatie van uitvoeringskosten in het kader van de TOZO (€ 3,2 mln., na aftrek van de terugbetalingsverplichting aan het Rijk). Wageningen heeft de misgelopen huuropbrengsten ten aanzien van Sport deels kunnen compenseren vanuit de specifieke uitkering (€ 0,1 mln.). Voorts zijn geoormerkte middelen vanuit het Rijk ter (gedeeltelijke) compensatie ontvangen via de Algemene Uitkering, zoals voor inkomstenderving sociale werkvoorziening (€ 0,3 mln.), inkomstensderving precario en toeristenbelasting (€ 0,1 mln.), inkomstenderving parkeerbelasting (0,2 mln.) en ter compensatie van de extra kosten voor toezicht en handhaving (€ 0,1 mln.).

Daarnaast is van het Rijk € 0,7 mln. aan geoormerkte compensatievergoedingen ontvangen, waarvan de uitvoering pas plaatsvindt in 2021. In het raadsbesluit bij deze jaarrekening wordt voorgesteld om dit budget bij de resultaatbestemming over te hevelen naar 2021.
Het betreft hier de volgende posten:

  • Lokale culturele voorzieningen ad € 290.003.
  • Uitvoeringskosten TOZO ad € 253.000
  • Extra kosten verkiezingen 2021 in verband met Covid-19 ad € 55.490
  • Gemeentelijk schuldenbeleid ad € 34.408
  • Compensatie buurt- en dorpshuizen ad € 32.297

Voor de misgelopen opbrengsten zijn we in 2020 gedeeltelijk gecompenseerd door het Rijk. Voor een aantal onderdelen waar inkomstenderving in 2020 heeft plaatsgevonden, wordt in de meicirculaire 2021 de aanvullende compensatie vanuit het Rijk bekend gemaakt. De verwachting is dat we voor die onderdelen nog gecompenseerd worden.

Compensatievergoeding Provincie € 113.000
Dit betreft verkregen subsidie van de Provincie ter compensatie van extra gemaakte kosten ten aanzien van toezicht en handhaving.

De coronakosten, misgelopen opbrengsten en compensatievergoedingen zijn als volgt verantwoord in de programma’s:

Pr Omschrijving programma (x € 1.000) Extra kosten Misgelopen opbrengsten Compensatie-vergoedingen Totaal
01 BEREIKBAARHEID 0 -462 0 -462
02 ECONOMISCHE ONTWIKKELING -37 -5 0 -42
03 RUIMTELIJKE ONTWIKKELING -364 0 0 -364
04 MILIEU 0 0 0 0
06 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING -3.228 -238 3.172 -294
07 ONDERWIJS & EDUCATIE 0 0 0 0
08 WONEN 0 0 0 0
09 SPORT EN CULTUUR -30 -174 139 -66
10 VEILIGHEID 0 0 0 0
11 TRANSPARANTE OVERHEID -36 -83 0 -119
12 ALGEMENE DEKKING & ONVOORZIEN -70 -62 1.406 1.274
Saldo van baten en lasten -3.766 -1.024 4.716 -74

 

Voor een nadere toelichting op deze posten wordt verwezen naar de toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening waar de coronakosten per programma zijn uiteengezet onder de desbetreffende producten.

 

Ombuigingen € - 340.000 (nadeel)

De geraamde ombuigingen voor 2020 bedragen € 5.022.000. Met RIB 21.0100402 is de Raad geïnformeerd dat hiervan is gerealiseerd € 5.061.000. Per saldo is in de raadsinformatiebrief een gerealiseerd voordeel op de ombuigingen gemeld van € 39.000.

In de jaarrekening 2020 komt het resultaat op de ombuigingen uit op € 340.000 nadeel. Dit is een ander bedrag dan gemeld met de RIB. Dit lagere resultaat van in totaal € 383.000 houdt grotendeels verband met de verslaggevingsvereisten van het BBV. In dit geval gaat het om de verkoopopbrengst van de panden Nude 25 en Dudoklaan 6. De verkoopopbrengst van panden wordt formeel pas gerealiseerd met de juridische levering van het pand. Bij de verkoop van deze panden heeft de levering pas plaatsgevonden begin 2021. Dit levert daarom nu in de jaarrekening 2020 in programma 8 een lagere opbrengst op van € 367.000 ten opzichte van hetgeen in de RIB vermeld stond.

Voor een nadere toelichting op gerealiseerde ombuigingen per programma, wordt verwezen naar de toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening waar de realisatie op de ombuigingen zijn uiteengezet onder de desbetreffende producten.

Onderbesteding op eenmalige (project)budgetten € 2.062.000 (voordeel)

In 2020 resteert een voordeel op eenmalige (project)budgetten van in totaal € 2,1 mln. Dit is hoger dan in andere jaren, met name als gevolg van de coronacrisis. Hierdoor is bij verschillende eenmalig beschikbaar gestelde (project)budgetten vertraging in de uitvoering ontstaan.

Met RIB 21.0100759 is de Raad geïnformeerd over de voorstellen tot budgetoverhevelingen, totaal afgerond € 2,4 mln.:

  • onderschrijding op eenmalig beschikbaar gestelde (project)middelen ad € 1,7mln.
  • onderschrijding op in 2020 verkregen compensatievergoedingen van het Rijk ter bestrijding van de coronacrisis ad 0,7 mln.

Daarnaast zijn er nog 2 aanvullende onderbestedingen op exploitatiebudgetten, waarvan wordt voorgesteld de budgetten over te hevelen:

  • Bestemmingsplannen haven en Business en Sciencepark € 50.000
  • Onderbesteding op personeel en organisatie € 250.000

In het raadsbesluit bij deze jaarrekening wordt voorgesteld om voor € 2,7 mln. aan budgetten bij de resultaatbestemming over te hevelen naar 2021.

Voor een nadere toelichting op het gerealiseerde voordeel per programma, wordt verwezen naar het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening waar de realisatie op de eenmalige (project)budgetten zijn uiteengezet onder de desbetreffende producten.

Maatschappelijke ondersteuning € 4.753.000 (voordeel)

Dit voordeel is grotendeels ontstaan op de volgende beleidsvelden:

Sociale zekerheid € 2,2 mln. voordeel

Dit voordeel komt grotendeels voort uit de onderbesteding op de bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidie uit de Participatiewet, de uitkeringen IOAW, IOAZ en de regeling Bbz. Het Rijk heeft aanzienlijk meer budget voor de uitkeringslasten toegekend, terwijl het aantal bijstandsuitkeringen in Wageningen over het gehele jaar gezien stabiel is gebleven.

Individuele Ondersteuning € 1,2 mln. voordeel

Op Individuele Ondersteuning is een onderschrijding zichtbaar, waarvan op WMO de onderschrijding € 0,4 mln. bedraagt; Op beschermd Wonen € 0,4 mln. en Jeugd laat een onderschrijding zien van € 0,4 mln.

WMO
Het voordeel op de WMO kan met namen worden verklaard doordat tegen de verwachting in, in 2020 geen aanzuigende werking huishoudelijke hulp heeft plaatsgevonden, voordeel € 0,2 mln. De onderschrijding op de vervoerskosten bedraagt € 0,2 mln. voordeel.

Beschermd Wonen
In het eerste halfjaar is een aantal bedden gefinancierd door de gemeente van herkomst. Dit heeft geleid tot een voordeel van € 0,4 mln. ten opzichte van de begrote kosten.

Jeugd
Het voordeel op Jeugd wordt grotendeels veroorzaakt door minder geïndiceerde jeugdhulp ad € 0,2 mln. voordeel. Op persoonlijke verzorging is er een onderschrijding van € 0,2 mln, hetgeen wordt veroorzaakt doordat hier ten onrechte een bedrag is begroot voor Persoons Gebonden Budget.

Werkgelegenheid € 0,6 mln. voordeel
Dit betreft onder andere een onderschrijding op de uitvoering van trajecten re-integratie en de doelgroep nieuw beschut totaal ad ? 0,3 mln. Daarnaast bedraagt het voordeel op ontvangen ESF subsidies “Foodvalley re-integratie en arbeidsinpassing jaarschijf 2016-2018” en “Vertrouwen Werkt” € 0,2 mln.

Overig
Dit betreft met name een gerealiseerd voordeel op de beleidsvelden Integrale toegang en algemeen sociaal domein ad € 0,4 mln. en WSW ad € 0,3 mln.
Voor een nadere toelichting van deze posten wordt verwezen naar het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening waar de realisatie is uiteengezet onder de desbetreffende producten.

Gemeentefonds € 2.376.000 (voordeel)

Dit voordeel betreft grotendeels de post algemene uitkering ad € 2,4 mln. Met de mei-, september- en decembercirculaire zijn extra middelen verkregen. De raad is over deze middelen geïnformeerd door middel van raadsinformatiebrieven over deze circulaires (kenmerk: 20.0102251, 20.0103290 en 21.0100046).

Lokale belastingen € 707.000 (voordeel)

Door de realisatie van enkele grote objecten en woningbouwprojecten is meer OZB geheven dan begroot. Dit heeft geresulteerd in een meeropbrengst ad € 0,7 mln. voordeel.

Kapitaallasten € 646.000 (voordeel)

Het voordeel op de kapitaallasten wordt met name veroorzaakt door geplande investeringen die, mede door Corona, niet of niet geheel zijn uitgevoerd in 2020. Het gaat hier om investeringen in bereikbaarheid, ruimtelijke ontwikkeling, onderwijshuisvesting, vastgoed en automatisering. Daarnaast zijn investeringen die wel zijn uitgevoerd in 2020 gedurende of later in het jaar gedaan.

Hierdoor is de gerealiseerde afschrijving over minder maanden berekend dan in de begroting is voorzien. Voor Wegen is de afschrijvingsduur met ingang van 2020 verlengd van 25 naar 40 jaar. Dit voordeel was in 2020 nog niet voorzien in programma 1. In totaal levert dit een voordeel op van € 1.046.000 waarmee de in programma 12 geraamde concernbrede onderuitputting op de kapitaallasten ad € 400.000 wordt gedekt.  Met de begroting versie 1 2021-2024 zijn de meerjarige investeringsbegroting en de kapitaallasten geactualiseerd. De stelpost ad € 400.000 is met ingang van 2021 structureel ingevuld.

Investeringsbegroting

Voor 2020 bedragen de geplande investeringen € 24 mln. Hiervan is in 2020 € 4 mln. gerealiseerd. Het achterblijven van de geplande investeringen wordt grotendeels veroorzaakt door de Coronacrisis. Naar verwachting wordt een groot deel van de uitvoering van de geplande investeringen doorgeschoven naar 2021 en latere begrotingsjaren. Het gaat hier om investeringen in bereikbaarheid, ruimtelijke ontwikkeling, onderwijshuisvesting, vastgoed en automatisering.

Ultimo 2020 resteren er lopende investeringsbudgetten, welke reeds langer dan 3 jaar geleden zijn geautoriseerd door de Raad. Conform de financiële verordening vervallen deze budgetten na 3 jaar. In het raadsbesluit bij deze jaarrekening wordt voorgesteld om de onderbesteding op investeringsbudgetten totaal ad € 4,5 mln. bij de resultaatbestemming te verlengen naar het begrotingsjaar waarin wordt verwacht dat de investering zal worden uitgevoerd en gerealiseerd. De Raad is middels RIB 21.0100759 in maart 2021 hierover geïnformeerd.

Overig € 660.000 (nadeel)

Dit betreft een groot aantal relatief kleinere posten binnen de verschillende begrotingsprogramma’s welke daar zijn toegelicht.

Overzicht baten en lasten 2020

Terug naar navigatie - Overzicht baten en lasten 2020

Het overzicht van baten en lasten naar programma is als volgt. Voor een nadere toelichting op de afwijkingen per programma wordt verwezen naar de toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2020 na wijziging Realisatie 2020 Verschil 2020
01 BEREIKBAARHEID -2.251 -2.906 -655
02 ECONOMISCHE ONTWIKKELING -413 -364 49
03 RUIMTELIJKE ONTWIKKELING -6.387 -5.079 1.308
04 MILIEU -391 -423 -31
06 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING -35.522 -30.763 4.759
07 ONDERWIJS & EDUCATIE -3.477 -3.220 257
08 WONEN -29 -360 -331
09 SPORT EN CULTUUR -5.517 -5.409 108
10 VEILIGHEID -1.976 -1.935 40
11 TRANSPARANTE OVERHEID -2.641 -2.881 -240
12 ALGEMENE DEKKING & ONVOORZIEN 54.729 59.310 4.581
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -3.875 5.969 9.844
01 BEREIKBAARHEID 339 454 115
02 ECONOMISCHE ONTWIKKELING 3 14 10
03 RUIMTELIJKE ONTWIKKELING 157 -687 -844
04 MILIEU 477 523 46
06 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 400 235 -165
07 ONDERWIJS & EDUCATIE 86 86 0
08 WONEN -123 -44 79
09 SPORT EN CULTUUR 162 194 32
11 TRANSPARANTE OVERHEID 0 -50 -50
12 ALGEMENE DEKKING & ONVOORZIEN 207 174 -33
Mutaties reserves 1.709 901 -808

Financiële positie

Terug naar navigatie - Financiële positie

Weerstandscapaciteit

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van deze jaarstukken is weergegeven dat de werkelijke weerstandscapaciteit uitkomt op 10,4%. Dat ligt boven de door de Gemeenteraad bepaalde ondergrens van de benodigde weerstandscapaciteit van 8,5%. Door de in de begroting 2021 verwachte tekorten zal naar verwachting de weerstandscapaciteit de komende jaren dalen. Hierin is nog geen rekening gehouden met de financiële effecten van de besluitvorming over de Nieuwe Toekomst. De structurele voordelen uit deze jaarrekening worden meegenomen in de Kadernota 2021. Voor een nadere uiteenzetting verwijzen wij u naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Overige kengetallen

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van een aantal belangrijke financiële kengetallen. De wettelijk verplichte kengetallen zijn: netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen), solvabiliteitsratio, structurele exploitatieruimte, grondexploitatie en belastingcapaciteit. De kapitaallastenratio is een kengetal van gemeente Wageningen zelf.

(Alle getallen zijn percentages) Rekening 2019 Begroting 2020 Rekening 2020
Netto schuldquote 43,20 56,27 35,12
Netto schuldquote gecorrigeerd 38,32 52,38 30,58
Solvabiliteitsratio 37,00 33,25 41,11
Structurele exploitatieruimte -0,09 -0,42 6,19
Grondexploitatie 0,72 0,79 0,53
Belastingcapaciteit 105,09 109,76 109,76
Kapitaallastenratio 5,79 7,16 5,57

 

Toelichting bij de kengetallen

Per kengetal geven we hieronder aan hoe het zich verhoudt tot de (streef)norm. Om de inzichtelijkheid te vergroten, begint ieder kengetal met een korte uitleg.

Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Om duidelijk te maken wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast, wordt de netto schuldquote berekend zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Voor het kengetal Netto schuldquote, zonder en met correctie, geldt de norm: Wageningen valt altijd in de categorie < 90%. Het gemiddelde van de Gelderse gemeenten was 63% in de begrotingen voor 2020. Wageningen zit daar ruim onder.

De solvabiliteitsratio

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Voor het kengetal Solvabiliteitsratio wordt uitgegaan van de volgende norm: Wageningen scoort niet lager dan 30%.

Grondexploitatie

Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor het kengetal Grondexploitatie wordt uitgegaan van de volgende norm: Wageningen valt altijd in de categorie < 20%.

Structurele exploitatieruimte

Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten.

Bij een jaarrekening is er geen sprake van een raming na het rekeningjaar, dus kan de beoordeling alleen goed zijn (als het rekeningjaar boven de 0 uitkomt), of onvoldoende (als het rekeningjaar onder de 0 uitkomt). Bij de jaarrekening geldt deze beoordeling overigens enkel voor de cijfermatige uitkomst van het kengetal.

Voor de structurele exploitatieruimte geldt de streefnorm: de structurele exploitatieruimte van Wageningen is minimaal 0%.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De definitie van belastingcapaciteit is hier: woonlasten van een meerpersoons-huishouden, opgebouwd uit OZB, afvalstoffen- en rioolheffing. Voor het kengetal Belastingcapaciteit geldt de  streefnorm: de Wageningse belastingcapaciteit is niet meer dan 105%.

De kapitaallastenratio

De kapitaallastenratio is de verhouding van de kapitaallasten ten opzichte van de totale exploitatielasten. Dit is een eigen kengetal van Wageningen. Voor het kengetal kapitaallastenratio geldt een voorlopige ratio van maximaal 12%.