Als gevolg van de coronacrisis is er dit jaar voor gekozen om in plaats van de kadernota een voorjaarsnota aan te bieden. In deze voorjaarsnota worden de onvermijdelijke ontwikkelingen en de noodzakelijke bijstellingen voor het lopende jaar beknopt toegelicht en ter besluitvorming voorgelegd. De structurele doorwerking die bij sommige posten aan de orde is, benoemen we hier wel, maar komen voor besluitvorming opnieuw aan bod bij de Programmabegroting 2021-2024. Deze voorjaarsnota richt zich dus alleen op 2020.
De kadernota maakt deel uit van de Wageningse P&C cyclus. Deze cyclus omvat normaal gesproken drie documenten: de kadernota, de programmabegroting en de jaarstukken (de programmarekening). De kadernota is richtinggevend en kaderstellend voor de programmabegroting: het is een belangrijk sturingsinstrument voor de raad. In de begeleidende brief die u bij deze voorjaarsnota is aangeboden leest u meer over het voorgestelde proces voor de jaren 2021-2024.
Later in dit hoofdstuk leest u meer over hoe wij omgaan met de financiële consequenties van de coronapandemie. Juist in deze moeilijke en onzekere tijden is het belangrijk dat we onze principes niet uit het oog verliezen. Ook op financieel vlak is er nog veel onzeker, ook voor de gemeentelijk financiën. Een extra uitdaging is dat we in 2019 net een grote ombuiging achter de rug hebben om de meerjarenbegroting sluitend te krijgen en daarbovenop uit de jaarrekening 2019 een fors structureel tekort op het Sociaal Domein blijkt. We zijn dus zeer beperkt in onze financiële mogelijkheden.
Met deze voorjaarsnota wordt een eerste prognose afgegeven van de verwachte afwijkingen op de uitgaven, inkomsten en investeringen voor het begrotingsjaar 2020, zoals vastgesteld met de programmabegroting 2020-2023.