Paragraaf 5 Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Grondbeleid - Inleiding

In paragraaf 5 staat het grondbedrijf centraal. Allereerst wordt ingegaan op de kaders die voor het grondbedrijf van belang zijn. Dit betreft het grondbeleid, de grondprijzenbrief, de marktsituatie en de meerjarenplanning van de woningbouw. Vervolgens gaan we op hoofdlijnen in op de resultaten van de diverse projecten. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen we naar de MPG 2025, die we tegelijkertijd met de jaarrekening 2024 hebben aangeboden. 

Kaders grondbedrijf

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Grondbeleid - Kaders grondbedrijf

Nota grondbeleid

Het grondbeleid schept de voorwaarden en bepaalt de financieel-economische spelregels voor het realiseren van de gewenste ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen in de gemeente. Begin 2024 is de nieuwe Nota Grondbeleid vastgesteld, waarin we kiezen voor een meer actief grondbeleid. Dit houdt in dat we actief en risicodragend grondposities verwerven en ontwikkelen. In de praktijk voert de gemeente nu nog vaak een meer faciliterend grondbeleid. Dit betekent dat we de grond niet zelf kopen, maar wel proberen om mee te denken in de planvorming om doelstellingen op zowel gemeentelijk- als projectniveau te kunnen realiseren. We zetten daarbij wel in op het maximaal verhalen van de kosten die we maken.
In de komende periode worden de beleidskaders uit de Nota Grondbeleid verder uitgewerkt in procesafspraken, taken en verantwoordelijkheden. Ook wordt het aspect ‘kostenverhaal’ verder uitgewerkt in een Programma Kostenverhaal. Onder meer daarvoor wordt, net als in voorgaande jaren, ook in 2026 een budget van € 75.000,= gereserveerd. 

 Grondprijzenbrief 

De Grondprijzenbrief vormt de basis voor uitgifte van grond die de gemeente zelf in bezit heeft en dient als richtlijn voor initiatiefnemers met grond.

Onderhanden werken (OHW)

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Grondbeleid - Onderhanden werken (OHW)

Onderhanden werken zijn projecten (actieve grondexploitaties) waarbij de gemeente gronden verwerft, bouw- en woonrijp maakt en deze bouwgronden verkoopt aan particulieren of ontwikkelaars. Onderhanden werken zijn door de raad vastgesteld. Dit resulteert in het volgend overzicht met de OHW-projecten:

  • Buurtseweg/Ireneschool
  • Olympiapark.
  • Lawickse Allee 130

Bij deze projecten loopt de gemeente relatief veel risico. De afzetsnelheid is bijvoorbeeld afhankelijk van de marktvraag. In de praktijk liggen de risico’s echter zo veel mogelijk bij ontwikkelaars door het sluiten van contracten waarin de momenten van afname van de grond en prijzen vastliggen. 

Kostenverhaallocaties (KVL)

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Grondbeleid - Kostenverhaallocaties (KVL)

Kostenverhaallocaties zijn projecten waarbij de (bouw)gronden in het bezit zijn van een private partij en door die partij ook zelf worden ontwikkeld. De gemeente faciliteert de plannen van private partijen als daarvoor een bestemmingswijziging noodzakelijk is. De (apparaat)kosten worden verhaald op de ontwikkelende partij. De gemeente loopt bij deze projecten alleen risico bij vertraging, omdat in dat geval de plankosten oplopen. 

 Overzicht KVL-projecten:

Rustenburg II  Vrijheidskwartier
Kortenoord
De Bornsesteeg Veerweg 12 Marijkeweg 22
De Dreijen I De Dreijen II Costerweg 5
Churchillweg 146 De Born Oost Haverlanden 197-199
Duivendaal Geertjesweg /Nobelweg Kolakkerweg Braakakkerweg
Brink Residence Dorschkamp Grintweg 255
Churchillweg 152 Kolkakkerweg 2 Churchellweg/Spelstraat
Louis Bouwmeesterstraat 5    

Uitgangspunt van kostenverhaalslocaties is het budgetneutraal ontwikkelen van projecten. Dit houdt in dat alle kosten die de gemeente maakt worden verhaald op initiatiefnemer(s). Bij nieuwe anterieure overeenkomsten worden afspraken gemaakt om voornoemde risico’s financieel sluitend op te vangen. 

De totale boekwaarde bedraagt per 31-12-2024 in totaal 12,2 miljoen euro (OHW 10,6 miljoen euro en KVL 1,6 miljoen euro). Het inzicht per ontwikkel locatie en op welke manier toekomstige tekorten voorkomen kunnen worden, wordt beschreven in het MPG 2025.

Overzicht onderhanden werken en kostenverhaal locaties per 31-12-2024 (x € 1.000)

Exploitatie

Boekwaarde

Prognose NCW 

Prognose EW

Voorziening 

Onderhanden werken

10.595 1.021 1.091 1.091

Kostenverhaal projecten

1.564 1.257 1.282 2.041

Totaal

12.159 2.278 2.373 3.132


In de toelichting op de balans is de voorziening per 31-12-2024  op eindwaarde opgenomen.

Resultaat

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Grondbeleid - Resultaat

Het resultaat van de actieve grondexploitaties bedraagt per 01-01-2025 afgerond € 1,1 miljoen negatief. De kostenverhaalslocaties laten een negatief resultaat zien van circa € 1,3 miljoen. Het saldo van het grondbedrijf bedraagt daarmee € 2,4 miljoen negatief. 

Stand reserve grondexploitatie

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Grondbeleid - Stand reserve grondexploitatie

De stand van de algemene reserve grondexploitaties bedraagt per 01-01-2024 afgerond 3,03 miljoen euro. Aan de reserve onttrekken we bedragen voor onder meer niet-verhaalbare plankosten in projecten kosten voor algemene zaken. Daarnaast storten we in deze reserve de winstnemingen en de positieve resultaten van af te sluiten locaties.

Verloop reserve grondexploitatie (x € 1.000)

Bedrag

Stand per 1-1-2024 3.033
Rente 0
Onttrekkingen -75
Verliesvoorziening toe- of afname -1.110
Stortingen 49
Winstnemingen 364
Inzet Reserve -47
Stand per 31-12-2024 2.214

De stand van de reserve grondexploitaties bedraagt na de onttrekkingen, afwaarderingen, stortingen en winstnemingen 2,2 miljoen euro per 31-12-2024. Dit bedrag is bedoeld om claims en risico’s te dekken.

De totale voorziening bedraagt per 01-01-2024 € 3,1 miljoen. De voorziening voor de onderhanden werken bedraagt circa € 1,09 miljoen en voor de kostenverhaalslocaties circa € 2,04 miljoen. De toename van de voorziening is vooral het gevolg van toename van plankosten bij de kostenverhaalslocaties. 

Reserve grondexploitatie na claims en risico’s (x € 1.000)

 Bedrag

Stand per 31-12-2024 2.214
Claims -70
Risico's 0
Restant na reserveringen per 31-12-2024 2.144

Rekening houdend met risico’s en claims en voorzieningen voor negatieve complexen, is de Reserve Grondexploitatie van 2,1 miljoen euro in 2025 toereikend om de claims én de risico’s op te vangen. Deze risico’s komen ook terug in paragraaf 1 Weerstandsvermogen.