Inleiding

Opzet en inhoud van de Programmabegroting

Terug naar navigatie - Inleiding - Opzet en inhoud van de Programmabegroting

Voor u ligt de Programmabegroting 2026 en de meerjarenraming 2027–2029 van de gemeente Wageningen. Deze begroting is opgesteld door het college van burgemeester en wethouders en wordt ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. In de planning- en controlcyclus vormt dit document, na de Kadernota tusseneveluatie 2025, een belangrijk vervolgmoment waarin beleidskeuzes en financiële kaders in samenhang worden gepresenteerd. Na vaststelling door de raad is het college verantwoordelijk voor de uitvoering van de vastgestelde ambities en doelstellingen, binnen de wettelijke vereisten en de door de raad vastgestelde financiële en beleidsmatige randvoorwaarden.

De Programmabegroting is opgebouwd uit drie samenhangende onderdelen:

  1. De programma’s – waarin de beleidsdoelstellingen per beleidsterrein zijn geclusterd en verder uitgewerkt naar ambities, resultaten en de daarbij behorende middelen. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt wat de gemeente wil bereiken en met welke middelen.
  2. De paragrafen – waarin specifieke thema’s, waaronder de verplichte zeven op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), integraal worden toegelicht.
  3. De financiële begroting – waarin de totalen van baten en lasten, mutaties in reserves, incidentele posten en het verloop van voorzieningen en reserves zijn opgenomen.

Door deze opzet biedt de Programmabegroting 2026 niet alleen een sluitend en realistisch financieel beeld voor de korte termijn, maar ook een strategisch kader om tijdig te anticiperen op de financiële opgaven die zich aftekenen in de periode van de meerjarenraming.

Uitgangspunten begroting

Terug naar navigatie - Inleiding - Uitgangspunten begroting

Uitgangspunten begroting
De volgende algemene financiële uitgangspunten zijn gehanteerd:
•    De Programmabegroting 2026 en meerjarenraming 2027 - 2029 zijn gebaseerd op de door de raad vastgestelde Programmabegroting 2025, inclusief de nadien vastgestelde eerste en tweede begrotingswijziging 2025, de verwerking van de september- en decembercirculaire 2024 en de bijstelling van de lasten op basis van overeenkomsten en voortschrijdend inzicht.
•    De meerjarenraming en de structurele doorwerking van de vastgestelde Bestuursrapportage voorjaar 2025 zijn opgenomen alsmede de financiële gevolgen van de meicirculaire 2025.
•    De ontwikkelingen uit de Kadernota tussenevaluatie 2025 zijn opgenomen in de Programmabegroting.
•    De aanbevelingen van BDO inzake realistisch ramen  zijn grotendeels overgenomen. Daarmee zijn een aantal begrotingsposten naar beneden bijgesteld en is het begrotingssaldo verbeterd. Uw raad is geïnformeerd over de tussenrapportage van BDO en de eindrapportage is bij de stukken van deze begroting gevoegd. 
•    De baten en lasten zijn geïndexeerd. 
•    De college- en raadsvoorstellen tot aan het zomerreces 2025 zijn verwerkt in de Begroting 2026 en meerjarenraming 2027 - 2029.
•    De uitwerking van de lopende investeringen is uitgewerkt in deze Programmabegroting en meerjarenraming
•    De uitwerking van de nieuwe investeringen die samenhangen met de visie bebouwde kom kennen een eigen besluitvormingstraject en worden via de begrotingswijziging opgenomen in de Programmabegroting 2026 en meerjarenraming 2027-2029.
•    De septembercirculaire 2025 verschijnt naar verwachting in de derde week van september (rond Prinsjesdag). Dit is te laat om de financiële gevolgen hiervan te verwerken in de Programmabegroting. De effecten van de septembercirculaire worden voor het jaar 2025 meegenomen in de Bestuursrapportage najaar 2025 en voor de jaren 2026 en verder in de Bestuursrapportage voorjaar 2026.

Begrotingsresultaat

Terug naar navigatie - Inleiding - Begrotingsresultaat

We lichten de uitkomsten van de Programmabegroting 2026 en de meerjarenraming 2027–2029 op hoofdlijnen toe. Daarbij schetsen we het effect voor de weerstandscapaciteit en geven we een toelichting op het kengetal belastingen.

De begroting 2026 laat een positief saldo zien van € 2,9 miljoen. Ook 2027 sluit positief af met € 580.000 (na reserve-mutaties). Voor 2028 en 2029 is het beeld negatief met beide € –2,4 miljoen. Het zogenoemde ravijnjaar 2026 is door het Rijk enigszins afgezwakt, wat ons tijdelijk ademruimte geeft. Tegelijkertijd is duidelijk dat dit eerder een verschuiving dan een oplossing is: de uitdaging verplaatst zich naar 2028, wanneer de Rijksbijdrage opnieuw terugvalt.

We kiezen er in dit stadium bewust voor geen ingrijpende maatregelen te nemen vooruitlopend op deze negatieve vooruitzichten. De financiële kaders van het Rijk zijn de afgelopen jaren sterk in beweging geweest en tussentijdse bijstellingen zijn niet uit te sluiten. Daarmee is het bestuurlijk verstandiger de koers vast te houden, alert te blijven en rust te bewaren in financieel onzekere tijden.

In 2025 is de lopende begroting grondig doorgelicht met als doel structurele besparingsmogelijkheden te identificeren. De eindrapportage van BDO bevestigt dat Wageningen geen zware beleidsingrepen hoeft te doen. De belangrijkste stap is het aframen van budgetten waar structureel sprake was van onderbesteding. Deze zijn kritisch beoordeeld en alleen gehandhaafd waar de noodzaak helder was. Daarmee versterken we de lijn van realistisch ramen: middelen alleen opnemen als ze daadwerkelijk nodig en besteed worden.

Bestuurlijk betekent dit dat we op een verantwoorde manier ruimte creëren en tegelijkertijd onze beleidsdoelen in stand houden. Rust bewaren en zorgvuldig bijsturen waar dat nodig is, blijft de meest effectieve aanpak.

De begroting 2026 is structureel sluitend met een positief saldo van € 2 miljoen. Ook 2027 is structureel in evenwicht met € 925.000 positief. Voor 2028 en 2029 geldt dit nog niet: de negatieve saldi laten zien dat de balans tussen structurele baten en lasten daar niet houdbaar is. Met het strenger ramen van budgetten en het kritisch toetsen van incidentele baten en lasten aan de actuele wet- en regelgeving, hebben we nu een stevig fundament gelegd. Bestuurlijk laat dit zien dat onze financiën op orde zijn, terwijl we de ruimte behouden om tijdig bij te sturen wanneer de omstandigheden daar aanleiding toe geven.

Ondanks de negatieve vooruitzichten vanaf 2028 staat Wageningen er financieel gezond voor. Onze reserves zijn ruim gevuld, het weerstandsvermogen is met 1,11 toereikend en de begroting 2026 sluit structureel zonder aanvullende maatregelen. Jaarlijks voegen we overschotten toe aan de reserves, al zijn die door realistisch ramen bewust kleiner. Daarmee beschikt de gemeente over voldoende buffers en flexibiliteit om risico’s op te vangen. Wageningen blijft zo koersvast en toekomstgericht, zonder onnodig vroeg in te grijpen in ambities en voorzieningen.

Effect meicirculaire 2025

Terug naar navigatie - Inleiding - Effect meicirculaire 2025

Over de uitkomsten van de meicirculaire 2025 is de raad voor het zomerreces door middel van een raadsinformatienota (kenmerk D25.1340968) geïnformeerd. De financiële effecten van de meicirculaire 2025 zijn in deze begroting verwerkt. 

Gehanteerde indexpercentages

Terug naar navigatie - Inleiding - Gehanteerde indexpercentages

De volgende indexaties zijn toegepast in de programmabegroting 2026 en meerjarenraming 2027 - 2029. Deze zijn gebaseerd op het Centraal Economisch Plan van het CPB februari 2025 (afgerond op 1 decimaal):

Index (en bron) 2026 2027 2028 2029
Loon (Cao gemeenten en Index beloning werknemers (PO/BO)) 3,2% 5,5% 4,6% 4,3%
Prijs (Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (IMOC)) 2,1% 2,2% 2,2% 2,3%
Subsidies & Uitbestedingen (geen GR) (Afgeleide loon- en prijsstijging (loon 80%, prijzen 20%) 3,0% 4,8%  4,1% 3,9%
Lokale heffingen - exclusief Reclamebelasting (Afgeleide loon- en prijsstijging (loon 50%, prijzen 50%)) 2,6% 3,9% 3,4% 3,3%
Lokale heffingen - Reclamebelasting & ICT Gemeente (Dienstenprijzen commerciële dienstverlening en transport / DPI) 3,9% 3,9% 3,9% 3,9%
Jeugd Maatwerk (Overheidsbijdrage in de arbeidsontwikkeling - Nederlandse Zorgautoriteit 2024) 4,2% 4,2% 4,2% 4,2%
Kredieten (Inputprijsindex grond-, weg- en waterbouw (GWW)) 2,1% 2,1% 2,1% 2,1%
Omslagrente (Boekwaarde 01-01-2025 en de investeringen vanaf 2024) 1,0% 1,0% 1,0% 1,0%

 

Overige effecten begrotingsresultaat

Terug naar navigatie - Inleiding - Overige effecten begrotingsresultaat

Naast de reeds genoemde effecten zijn de volgende ontwikkelingen verwerkt in de onderliggende begroting. 

Onvermijdelijke en wettelijke ontwikkelingen

Bij deze ontwikkelingen geldt dat we als gemeente geen keuze hebben tussen wel of niet uitvoeren: we moeten het gaan doen.

College- en raadsbesluiten

Na vaststelling van de programmabegroting 2025 zijn er nog een aantal raads- en collegebesluiten genomen waarin ook een aantal (kleine) begrotingswijzigingen zijn opgenomen. Deze zijn meegenomen bij de opstelling van deze programmabegroting.

Overige correcties op de begroting
Dit betreft diverse kleinere aanpassingen en ontwikkelingen die in financiële zin ruimtescheppend zijn en dus een positief effect op de uitkomst van de begroting hebben. 

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Inleiding - Weerstandscapaciteit

Het effect van het meerjarig begrotingsresultaat voor de weerstandscapaciteit en berekening van het weerstandsvermogen is als volgt: 

Als uitgangspunt geldt dat het weerstandsvermogen minimaal 1,0 moet bedragen (kwalificatie ruim voldoende). Op basis van de huidige cijfers voldoet Wageningen aan deze norm. Het weerstandsvermogen is toereikend om de geïdentificeerde risico’s af te dekken en maakt het mogelijk substantiële tegenvallers op te vangen zonder dat direct beleidsaanpassingen noodzakelijk zijn. Daarmee staat de gemeente er financieel robuust voor.

Tegelijkertijd constateren we dat de begrotingssaldi voor 2028 en 2029 negatief zijn. Indien deze zich daadwerkelijk materialiseren, kan het weerstandsvermogen dalen tot onder de grenswaarde van 1,0. Dat zou de ruimte verkleinen om onverwachte uitgaven op te vangen en kan leiden tot verscherpt toezicht door de provincie en de noodzaak tot beleidsmatige bijsturing.

Een uitgebreide toelichting op het weerstandsvermogen en de wijze waarop risico’s worden beheerst, is opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Kengetal belastingen

Terug naar navigatie - Inleiding - Kengetal belastingen

Onze gemeente scoort landelijk hoog in de lijst met gemeenten met de hoogste belastingdruk. De relatieve positie van gemeente Wageningen is de laatste jaren stabiel. Voor een uiteenzetting van de belastingdruk van gemeente Wageningen in vergelijking tot de regio en de landelijke ranglijst verwijzen wij naar Paragraaf 6: Lokale heffingen.