Bij de uitoefening van de financieringsfunctie worden de regels in acht genomen, welke in de wet Financiering decentrale overheden (wet Fido), de door raad vastgestelde financiële verordening en in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn opgenomen.
De wet Fido bevat instrumenten om de risico’s te beperken die gemeenten lopen bij het lenen en het uitzetten van financiële middelen. In deze wet is onder meer een verbod opgenomen voor het inzetten van financieringsmiddelen voor andere dan publieke doelen. Samen met de financiële regelgeving van de Gemeentewet en de Financiële verhoudingswet, met het artikel 12-regime en het financiële toezicht draagt de wet Fido bij aan het grote vertrouwen van de financiële sector in de overheid. Overheidsorganen hebben daardoor gunstige financieringsvoorwaarden.
Aan de bepaling van het financieringsbeleid van gemeenten is een aantal randvoorwaarden verbonden. Deze randvoorwaarden zijn vastgelegd in de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido).
In de Financiële verordening zijn de hoofdlijnen van de financieringsfunctie van de gemeente Wageningen opgenomen. In het Financieringsstatuut is dit verder uitgewerkt. Het Financieringsstatuut van de gemeente Wageningen uit 2009 is in 2024 geactualiseerd en in november 2024 vastgesteld door het college. Het college heeft de raad hierover eind 2024 geïnformeerd via een informatienota.
De uitgangspunten en voorwaarden voor het uitzetten van (overtollige) geldmiddelen en garantiestellingen zijn uitgewerkt in de verordening leningverstrekking en garantie-verlening gemeente Wageningen uit 2021. Belangrijkste voorwaarde is dat het verstrekken van leningen en garanties uitsluitend wordt gedaan op grond van de publieke taak.