Sitemap

  1. Blz. 1 Programmabegroting 2023
    1. Blz. 2 Programmabegroting 2023 - 2026
    2. Blz. 3 Programma’s
      1. Blz. 4 Voorwoord
        1. Blz. 5 Stabiele basis voor een sociaal en duurzaam Wageningen
      2. Blz. 6 Inleiding
        1. Blz. 7 Uitgangspunten begroting
        2. Blz. 8 Begrotingsresultaat
        3. Blz. 9 Effect meicirculaire 2022
        4. Blz. 10 Kengetal belastingen
        5. Blz. 11 Overige effecten begrotingsresultaat
      3. Blz. 12 Leeswijzer
        1. Blz. 13 Een beleidsarme opzet en inhoud van de programmabegroting
      4. Blz. 14 Programma 1 Wageningen sociaal
        1. Blz. 15 Waarom dit programma?
        2. Blz. 16 Beoogd maatschappelijk effect
        3. Blz. 17 1.1 Gezondheid, eenzaamheid en veerkracht
          1. Blz. 18 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 19 Doelstellingen
            1. Blz. 20 1.1.1 Kinderen en jongeren hebben een gezondere leefstijl
              1. Blz. 21 Het aantal dagen dat kinderen buiten spelen en deelnemen aan buitenschoolse sportactiviteiten, is 5% verhoogd ten opzichte van de kindermonitor 2017 (bijvoorbeeld door inzet sport/buurtwerk en vergroening schoolpleinen).
              2. Blz. 22 In Wageningen zijn er minder kinderen met overgewicht dan het gemiddelde in Gelderland.
              3. Blz. 23 Jongeren zijn zich bewust van de gevolgen van het gebruik van alcohol, roken en drugs en het omgaan met groepsdruk.
            2. Blz. 24 1.1.2 Voorkomen dat kinderen en jongeren kampen met ernstigere psychische klachten door tijdig psychische klachten te signaleren en bespreekbaar te maken
              1. Blz. 25 Kinderen en jongeren kunnen beter omgaan met psychische klachten door deze klachten te voorkomen, te signaleren en bespreekbaar te maken (o.a. inzet van SOH jeugd GGZ, inloop Jeugd en Gezin, jongerenwerk, maatschappelijk werk).
            3. Blz. 26 1.1.3 Inwoners met een lage sociaaleconomische status (SES) leven langer, langer in goede gezondheid en ervaren meer veerkracht.
              1. Blz. 27 In de Wageningse aandachtswijken hebben inwoners minder overgewicht (o.a. door beweegactiviteiten in de wijken, projecten gericht op een gezond voedingspatroon).
              2. Blz. 28 In de Wageningse aandachtswijken wordt er evenveel bewogen als het Wageningse gemiddelde. Wij gaan hierbij uit van de Nederlandse norm gezond bewegen (o.a. beweegactiviteiten Welsaam).
              3. Blz. 29 Inwoners ervaren meer bestaanszekerheid
              4. Blz. 30 Inwoners hebben mogelijkheden om hun basisvaardigheden (taal, rekenen en digivaardigheden) te vergroten.
              5. Blz. 31 Mensen wonen en werken in een gezonde leefomgeving, zowel binnen als buiten.
            4. Blz. 32 1.1.4 We willen eenzaamheid voorkomen, signaleren en verminderen
              1. Blz. 33 Inwoners ervaren minder eenzaamheid (bijvoorbeeld ontmoetingsactiviteiten bij partners in de stad, o.a. Huizen van de wijk/Markt 17 etc.).
          3. Blz. 34 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        4. Blz. 35 1.2 Armoedebestrijding en financiële zelfstandigheid
          1. Blz. 36 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 37 Doelstellingen
            1. Blz. 38 1.2.1 Alle inwoners in Wageningen kunnen voorzien in hun eerste levensbehoeften en hebben voldoende mogelijkheden om mee te doen in de samenleving.
              1. Blz. 39 Inwoners zijn duurzaam financieel zelfstandig.
              2. Blz. 40 Inwoners beschikken over de vaardigheden om financieel zelfstandig te zijn
              3. Blz. 41 Inwoners met financiële zorgen komen tijdig in beeld om grotere problemen te voorkomen.
              4. Blz. 42 Meer inwoners kunnen participeren ondanks een gebrek aan financiële middelen.
              5. Blz. 43 Bij meer inwoners doorbreken we de armoede van generatie op generatie.
              6. Blz. 44 Inwoners ervaren voldoende veerkracht ondanks financiële zorgen.
          3. Blz. 45 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        5. Blz. 46 1.3 Wettelijke taken vanuit Wageningse principes
          1. Blz. 47 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 48 Doelstellingen
            1. Blz. 49 1.3.1 Kinderen en jongeren kunnen zich op eigen wijze ontwikkelen zonder dat dit wordt geproblematiseerd (normaliseren)
              1. Blz. 50 Gezinnen doen voor hulp minder beroep op (duurdere) geïndiceerde jeugdhulp en maken hiervoor meer gebruik van basisvoorzieningen
            2. Blz. 51 1.3.2 Versterken van de positie van ouders als opvoeders
              1. Blz. 52 Ouders voelen zich gesteund door het gebruik van ouderprogramma's, laagdrempelige opgroei- en opvoedondersteuning en hulp bij echtscheiding en hebben hun opvoedvaardigheden vergroot.
            3. Blz. 53 1.3.3 Inwoners voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en doen iets voor een ander of hun omgeving (versterken burgerschap)
              1. Blz. 54 Leefbare wijken: In de eigen wijk zijn er mogelijkheden voor de bewoner om anderen te ontmoeten en samen activiteiten te ondernemen, bijvoorbeeld in wijkcentrum of buurtinitiatieven (zie ook doel 2.7.3).
              2. Blz. 55 Meer dan 37% van de ondervraagden (volwassenen en ouderen) voor de monitor van VGGM doet in 2021 vrijwilligerswerk.
              3. Blz. 56 Minder mantelzorgers zijn overbelast; van de ondervraagden voor de monitor van VGGM geeft in 2021 < 3% in categorie Ouderen 65+ en < 2% in categorie Volwassen aan overbelast tot zwaar overbelast te zijn.
            4. Blz. 57 1.3.4 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 58 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 59 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        6. Blz. 60 1.4 Vrijheid en internationale samenwerking
          1. Blz. 61 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 62 Doelstellingen
            1. Blz. 63 1.4.1 We zijn vanuit Wageningen, Stad der Bevrijding, voortdurend zichtbaar als voorvechter en gangmaker voor het bewustzijn en daarmee de bevordering van individuele en collectieve vrijheid
              1. Blz. 64 We bieden via Wageningen 45 een onderscheidend programma met impact: lokaal, regionaal, landelijk, internationaal, het hele jaar rond. Met ontmoetingen, evenementen, dialoog, kennisdeling en educatie. Fysiek en online.
          3. Blz. 65 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        7. Blz. 66 1.5 Onderwijs en kinderopvang
          1. Blz. 67 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 68 Doelstellingen
            1. Blz. 69 1.5.1 Onderwijsachterstanden en ontwikkel- en taalspraakachterstanden zijn verminderd
              1. Blz. 70 90% van alle kinderen en 80% van de kinderen met een VVE verwijzing stroomt succesvol door naar een reguliere groep 3. 90% van de leerlingen maakt na één jaar in de schakelklas een succesvolle overstap naar een passende reguliere groep.
              2. Blz. 71 Logopedische screening voor VVE kinderen en indicatiescreening alle kinderen groep 1 t/m 8 waar zorgen zijn.
            2. Blz. 72 1.5.2 Alle leerlingen verlaten het onderwijs met een startkwalificatie
              1. Blz. 73 Het aantal Voortijdig School Verlaters (VSV’ers) in de regio Vallei daalt tot 2024 met 1,5%.
              2. Blz. 74 Het relatief schoolverzuim bedraagt maximaal 2% van het aantal leerplichtigen.
            3. Blz. 75 1.5.3 Ieder kind ontwikkelt ecologisch bewustzijn en verantwoordelijkheid (draagt mede bij aan programma 3)
              1. Blz. 76 Er is een scholingsprogramma gericht op het stimuleren van ecologisch bewustzijn en verantwoordelijkheid (draagt mede bij aan programma natuur en duurzaamheid).
            4. Blz. 77 1.5.4 Voor Wageningse leerlingen zijn scholen voor bijzonder en speciaal onderwijs buiten Wageningen goed bereikbaar
              1. Blz. 78 De maximale reistijd is van 90 minuten teruggebracht naar maximaal 60 minuten. Deze wijziging gaat in bij aanvang schooljaar 2020/2021 .
              2. Blz. 79 De vervoerder verduurzaamt zijn wagenpark. Op het totaal van de kilometers passend vervoer schooljaar 2020/2021 wordt 25% met Euro-6, 50% met Groen gas (Biogas) en 25% met Elektrisch/Waterstof uitgevoerd.
            5. Blz. 80 1.5.5 Schoolgebouwen bieden een optimale leeromgeving, zijn toekomstig bestendig en multifunctioneel
              1. Blz. 81 Er is voldoende adequate capaciteit voor onderwijshuisvesting
              2. Blz. 82 Scholen hebben maatregelen genomen om hun schoolgebouw te verduurzamen.
              3. Blz. 83 De meerjaren aanpak voor de verduurzaming en vernieuwing van de onderwijsgebouwen is vastgesteld en in uitvoering
            6. Blz. 84 1.5.6 Schoolpleinen dragen bij aan een groene speelomgeving
              1. Blz. 85 Er zijn meer schoolpleinen vergroend en alle schoolpleinen zijn openbaar toegankelijk (zie ook resultaten bij programma 3 groen).
            7. Blz. 86 1.5.7 Het kind centraal stellen in zijn/haar behoefte aan hulp en ondersteuning en een gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen voor alle kinderen
              1. Blz. 87 Samenwerking onderwijs en jeugdhulp, één plan met betrokkenen (bijvoorbeeld onderwijszorgarrangement De Dijk, aansluiting school en thuis).
            8. Blz. 88 1.5.8 Meer Thuisnabij, passend onderwijs
              1. Blz. 89 Zoveel mogelijk kinderen in Wageningen naar school.
            9. Blz. 90 1.5.9 Er is kwalitatief goede en veilige kinderopvang geboden
              1. Blz. 91 Alle kinderopvanglocaties en gastouders zijn gecontroleerd en maatregelen zijn genomen bij eventuele onvolkomenheden (100%).
            10. Blz. 92 1.5.10 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 93 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 94 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        8. Blz. 95 1.6 Een leven lang sporten en bewegen
          1. Blz. 96 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 97 Doelstellingen
            1. Blz. 98 1.6.1 Inclusief sporten & bewegen: sporten en bewegen is mogelijk voor alle mensen die willen meedoen
              1. Blz. 99 Meer bewustwording, samenwerking en sportbevordering om drempels weg te nemen voor die mensen die niet vanzelfsprekend sporten.
            2. Blz. 100 1.6.2 Van jongs af voldoende en vaardig bewegen
              1. Blz. 101 Kinderen leren zwemmen en blijven zwemvaardig.
              2. Blz. 102 Kinderen maken kennis met het verschillende (georganiseerde) sportaanbod in Wageningen.
              3. Blz. 103 Scholen en kinderopvang bieden beweegactiviteiten aan.
            3. Blz. 104 1.6.3 Een duurzame en functionele sportinfrastructuur
              1. Blz. 105 Een beweegvriendelijk ingerichte openbare ruimte, zodat sporten en bewegen hier vanzelfsprekend is.
              2. Blz. 106 Sportaccommodaties worden breed en intensief gebruikt. De exploitatie van sportaccommodaties verbetert door hogere inkomsten (breder en intensiever gebruik) en lagere kosten (door functionele inzet, slimme spreiding en lagere energierekening).
          3. Blz. 107 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        9. Blz. 108 1.7 Cultuur is een drager van een bruisend en vitaal Wageningen
          1. Blz. 109 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 110 Doelstellingen
            1. Blz. 111 1.7.1 Alle kinderen krijgen de kans om hun culturele interesses en bagage te ontwikkelen
              1. Blz. 112 Alle kinderen maken kennis met kunst en cultuur op en rond de basisschool (cultuuractieplan).
            2. Blz. 113 1.7.2 Alle inwoners kunnen zich persoonlijk ontwikkelen en hun maatschappelijke kansen verbeteren
              1. Blz. 114 Inwoners hebben toegang tot een professionele theatervoorziening.
              2. Blz. 115 Inwoners komen in aanraking met cultuur en culturele activiteiten.
            3. Blz. 116 1.7.3 Alle inwoners hebben vrije toegang tot informatie en kennis
              1. Blz. 117 Inwoners hebben toegang tot een openbare bibliotheekvoorziening die invulling geeft aan de 5 wettelijke functies.
              2. Blz. 118 Inwoners kunnen (waar mogelijk digitaal) kennis nemen van de geschiedenis van Wageningen.
              3. Blz. 119 Inwoners kunnen gericht zoeken naar foto's, prenten en (bouw-)tekeningen in een beeldbank.
              4. Blz. 120 Inwoners kunnen historische archieven raadplegen en hulp krijgen bij het doen van onderzoek.
              5. Blz. 121 Lokaal nieuws en achtergrondinformatie is beschikbaar via de lokale media.
            4. Blz. 122 1.7.4 Er is een aantrekkelijk cultureel klimaat in Wageningen (cultuuractieplan: thema's samenwerking en ruimtegebruik)
              1. Blz. 123 Actieve cultuurmakers worden gestimuleerd om samen onze cultuursector naar een hoger plan te brengen, waaronder het vinden van voldoende ruimte en landelijke subsidies voor innovatieve projecten.
              2. Blz. 124 In de Stedelijke Cultuurregio Ede-Wageningen wordt meer samengewerkt.
            5. Blz. 125 1.7.5 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 126 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 127 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        10. Blz. 128 1.8 Een veilige en leefbare woon-, werk- en ondernemingsomgeving
          1. Blz. 129 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 130 Doelstellingen
            1. Blz. 131 1.8.1 Ondermijning
              1. Blz. 132 Bewustwording inwoners en ondernemers vergroten door minimaal 10 communicatie-uitingen per jaar te doen over diverse onderwerpen van ondermijning.
              2. Blz. 133 Er is een plan van aanpak ondermijning.
              3. Blz. 134 Er zijn ten minste twee integrale controles uitgevoerd per jaar
            2. Blz. 135 1.8.2 Zorg en veiligheid
              1. Blz. 136 Er is een convenant voor vroeg signalering van overlast gevende jeugd.
              2. Blz. 137 Er is een opschalingsmodel ter voorkoming van escalatie naar standaard VNG.
              3. Blz. 138 Er is passende zorg en ondersteuning voor kwetsbare personen waaronder personen met verward gedrag.
              4. Blz. 139 Inwoners voelen zich veilig in hun wijk.
            3. Blz. 140 1.8.3 Evenementen
              1. Blz. 141 Er komt een procesomschrijving ‘melden demonstraties’.
              2. Blz. 142 We dragen zorg voor een integraal evenementenbeleid.
            4. Blz. 143 1.8.4 Crisisbeheersing
              1. Blz. 144 Er wordt voortdurend geïnvesteerd in de lokale crisisorganisatie zodat er ten tijde van een (lokale) crisis adequaat opgetreden kan worden.
            5. Blz. 145 1.8.5 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 146 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 147 Welke risico's staan deze ambitie in de weg?
        11. Blz. 148 Algemene informatie programma 1
          1. Blz. 149 Beleidsindicatoren
          2. Blz. 150 Beleidskader maatschappelijke ontwikkeling
          3. Blz. 151 Beleidskader onderwijs
          4. Blz. 152 Beleidskader sport
          5. Blz. 153 Beleidskader cultuur
          6. Blz. 154 Beleidskader veiligheid
          7. Blz. 155 Betrokkenheid verbonden partijen
          8. Blz. 156 Wat mag het kosten?
      5. Blz. 157 Programma 2 Wageningen fysiek
        1. Blz. 158 Waarom dit programma?
        2. Blz. 159 Beoogd maatschappelijk effect
        3. Blz. 160 2.1 Infrastructuur en duurzame bijdrage mobiliteit
          1. Blz. 161 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 162 Doelstellingen
            1. Blz. 163 2.1.1 Goede bereikbaarheid voor alle modaliteiten, 'inclusief' voor alle inwoners en bezoekers
              1. Blz. 164 Een aaneensluitend stelsel van voetgangersvoorzieningen en toegankelijke openbare ruimte (inclusieve maatschappij).
              2. Blz. 165 Een fijnmazig netwerk fiets infrastructuur (inclusief veer), conform de netwerkvisie. De voorbereidingen voor de fietsroute Nijenoord-Kortenoord zijn gestart.
              3. Blz. 166 Een robuuste auto infrastructuur die huidige/toekomstige vraag naar capaciteit kan accommoderen en waar de doorstroming zo lang mogelijk op gang blijft en hinder zo min mogelijk optreedt. De voorbereidingen voor de Diedenweg zijn gestart.
              4. Blz. 167 Samenwerking in de provincie ten behoeve van een hoogwaardig OV-netwerk, conform de netwerkvisie. In 2023 worden de laatste voorbereidingen voor de Rijnlijn afgerond.
            2. Blz. 168 2.1.2 Een verkeersveilige woon-, werk- school- en leefomgeving
              1. Blz. 169 Bewoners hebben invloed op hun directe leefomgeving, door actief in te spelen op kleine verkeersvragen en -knelpunten via o.a. meldpunt openbare ruimte
              2. Blz. 170 Duurzaam veilig richtlijnen toepassen bij wegontwerp ten behoeve van verkeersveilige openbare ruimte (bij nieuwe ontwikkelingen en onderhoud van bestaande straten, zoals bij schoolomgevingen).
              3. Blz. 171 Educatie, voorlichting en handhaving ten behoeve van voorkomen van ongevallen (in samenwerking met verkeersveiligheidsregio Foodvalley).
              4. Blz. 172 Goed inframanagement (conform niveau basis).
              5. Blz. 173 Parkeerbeleid ten behoeve van juiste mate van leefbaarheid.
              6. Blz. 174 Vergunningen (zoals evenement-, inrit- en omgevingsvergunning) en gehandicaptenparkeren zijn getoetst en verstrekt.
            3. Blz. 175 2.1.3 Verduurzamen van mobiliteit (Wageningen Klimaatneutraal 2030-2040)
              1. Blz. 176 Plaatsen van laadpalen is gefaciliteerd.
            4. Blz. 177 2.1.4 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 178 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 179 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        4. Blz. 180 2.2 Een aantrekkelijk, sociaal, duurzaam en circulair economisch klimaat
          1. Blz. 181 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 182 Doelstellingen
            1. Blz. 183 2.2.1 Transparante en accurate ondernemersdienstverlening
              1. Blz. 184 Behoeften ondernemers in beeld.
              2. Blz. 185 Nauwere samenwerking met andere platforms/organisaties (ondernemersverenigingen, kennis/onderwijsinstellingen).
              3. Blz. 186 Vlotte vergunningen procedures.
            2. Blz. 187 2.2.2 Een aantrekkelijke en levendige binnenstad
              1. Blz. 188 Er is een effectief centrummanagement.
              2. Blz. 189 Goed functionerende warenmarkt.
              3. Blz. 190 Openbare ruimte van de binnenstad is een prettige verblijfsomgeving, met kwaliteitsniveau basis.
              4. Blz. 191 Optimale structuur binnenstad (waaronder looproutes, entrees, parkeren, groen en invulling vastgoed).
              5. Blz. 192 Promotiestrategie binnenstad
            3. Blz. 193 2.2.3 Verbinding (binnen)stad en WUR
              1. Blz. 194 Er is samenwerking tussen de WUR - gemeente - samenleving ten behoeve van zichtbaarheid van de WUR in de binnenstad.
              2. Blz. 195 Samenwerking op kennis in de Agrifood en Life Sciences en de hele keten.
            4. Blz. 196 2.2.4 Sterk vestigingsklimaat voor het kennisecosysteem
              1. Blz. 197 Aantrekkelijk woon- en verblijfsklimaat (vestigingsklimaat).
              2. Blz. 198 Behoud en aantrekken van nieuwe (met name) kennisintensieve bedrijven (nationaal en internationaal).
              3. Blz. 199 Hoogwaardige en goed bereikbare werklocaties voor bedrijven die een substantiële bijdrage leveren aan bijvoorbeeld de eiwittransitie, energietransitie, circulariteit, klimaatadaptatie of stikstofreductie.
              4. Blz. 200 Sterke positie binnen regio Foodvalley waarin partners complementair zijn, gebaseerd op gezamenlijke ambities.
            5. Blz. 201 2.2.5 Aantrekkelijke functionele en bereikbare werklocaties reguliere bedrijvigheid
              1. Blz. 202 Er is een Toekomstvisie op de Werklocaties waaronder de Haven, als onderdeel van de Visie Bebouwde Kom (Omgevingsvisie).
              2. Blz. 203 Inzicht in de betekenis en de behoeften van de reguliere bedrijvigheid.
            6. Blz. 204 2.2.6 Een aantrekkelijk kwalitatief aanbod voor recreatie en toerisme
              1. Blz. 205 Inwoners en bezoekers zijn op de hoogte van het toeristisch aanbod en het is duidelijk of er gebruik van wordt gemaakt.
              2. Blz. 206 Sterk recreatief en toeristisch aanbod.
            7. Blz. 207 2.2.7 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 208 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 209 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        5. Blz. 210 2.3 Een groene en biodiverse leefomgeving
          1. Blz. 211 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 212 Doelstellingen
            1. Blz. 213 2.3.1 Een toename van de biodiversiteit (genetische variatie, soortendiversiteit en leefgebied)
              1. Blz. 214 De biodiversiteit van het buitengebied is verhoogd door landschappelijke inpassing van initiatieven en door de aanleg van landschapselementen in samenwerking met andere partijen. Het Landschapsfond vervult hier ook een belangrijke rol in.
              2. Blz. 215 De biodiversiteit van het openbaar groen is verhoogd (zowel binnenstedelijk als in het buitengebied). Er wordt gestreefd naar meer en beter geschikt leefgebied voor een gevarieerde inheemse flora en fauna.
              3. Blz. 216 De waterkwantiteit in de stadsgracht is verhoogd, waardoor de waterkwaliteit en de visuele kwaliteit verbetert.
              4. Blz. 217 Er is een biodiversiteitsplan (inclusief uitvoeringsplan) opgesteld waarin de te behalen doelen en de maatregelen om deze te bereiken zijn uitgewerkt.
              5. Blz. 218 Meekoppelkansen voor uitvoering Noordelijke ecologische verbindingszone (NEVZ) worden benut.
              6. Blz. 219 Nieuwbouw is natuurinclusief uitgevoerd
              7. Blz. 220 Vergroening van tuinen (Steenbreek), daken en schoolpleinen is door middel van subsidies gestimuleerd.
              8. Blz. 221 We brengen bij aanvang van gebiedsontwikkeling ecologische en groene waarden in, later in het proces brengen we meekoppelkansen in
              9. Blz. 222 We verbinden groene en blauwe structuren in de stad zodat flora en fauna zich kan verspreiden en verplaatsen door de stad
            2. Blz. 223 2.3.2 Vergroten van de leefkwaliteit (kwantiteit en kwaliteit van het groen) waarmee gezondheid wordt bevorderd, geanticipeerd wordt op de klimaatverandering (klimaatadaptatie), meer CO2 wordt opgevangen en de ruimtelijke kwaliteit wordt vergroot.
              1. Blz. 224 Bij alle nieuwbouwplannen wordt minimaal 10% divers groen in de wijk gerealiseerd en bestaand groen in de woonomgeving behouden en versterkt (zie ook programma 2.7).
              2. Blz. 225 Het groen is in diverse wijken omgevormd naar een toekomstbestendige vorm (klimaatbestendig, meer biodiversiteit en afgestemd op beheerniveau).
              3. Blz. 226 In samenwerking met andere partijen is de binnenstad en het Hooilandplein vergroend
              4. Blz. 227 Instandhouding en versterking van de hoofd/ecologische groenstructuur.
              5. Blz. 228 Bepalen op welke locaties zelfstandig staande projecten ter verbetering van het groene leefklimaat en vermindering hittestress als eerste uitgevoerd kunnen worden
              6. Blz. 229 Droogte en hitte zijn verminderd op locaties die hier het meest gevoelig voor zijn
              7. Blz. 230 Wateroverlast is verminderd op locaties die hier het meest gevoelig voor zijn door in te zetten op infiltratie
              8. Blz. 231 Er is jaarlijks een publiekscampagne uitgevoerd rondom vergroenen van tuinen, afkoppelen van regenwater etc.
            3. Blz. 232 2.3.3 De openbare ruimte is schoon, heel en veilig.
              1. Blz. 233 In samenwerking met externe partners wordt in 2021 een strategisch plan ontwikkeld voor uitvoering van het onderhoud van de buitenruimte incl. slimme inzet van financiële middelen waaronder vervangingsinvesteringen voor groen en speeltoestellen.
            4. Blz. 234 2.3.4 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 235 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 236 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        6. Blz. 237 2.4 Een toekomstbestendige fysieke leefomgeving
          1. Blz. 238 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 239 Doelstellingen
            1. Blz. 240 2.4.1 Implementatie Omgevingswet
              1. Blz. 241 Er is een omgevingsplan voor de fysieke leefomgeving met een passend digitaal stelsel omgevingswet (DSO)
              2. Blz. 242 Er is een omgevingsvisie waarin de maatschappelijke opgaven in relatie tot de fysieke leefomgeving staan
              3. Blz. 243 Initiatiefnemers en inwoners worden gefaciliteerd bij participatie over initiatieven, op grond van het gemeentelijke participatiebeleid voor de Omgevingswet
              4. Blz. 244 Omgevingsvergunningen die passen in de omgevingsvisie
            2. Blz. 245 2.4.2 Een integrale uitvoering van de opgaven in de fysieke leefomgeving
              1. Blz. 246 Er is een uitvoeringsprogramma opgesteld voor de ontwikkeling van de stad na het vaststellen van de Omgevingsvisie bebouwde kom
              2. Blz. 247 Er is een omgevingsprogramma voor de zoekgebieden uit het locatie-onderzoek woningbouw
              3. Blz. 248 Het grondbeleid is situationeel bepaald per potentiële locatie uit de zoekgebieden van het locatie-onderzoek
              4. Blz. 249 We geven uitvoering aan het besluit over het versnellen en ophogen van de woningbouwontwikkeling
            3. Blz. 250 2.4.3 Beleid voor de fysieke leefomgeving, dat aansluit bij de ambitie
              1. Blz. 251 Kaders en bestemmingsplannen voor de fysieke leefomgeving (wettelijk) zijn actueel en worden gehandhaafd
            4. Blz. 252 2.4.4 Ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving passen binnen onze ambitie
              1. Blz. 253 Bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen maken kleinere initiatieven van derden, die passen in onze ambitie, mogelijk (leges)
              2. Blz. 254 Grote ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving passen in onze ambitie en worden projectmatig uitgevoerd (grondbedrijf)
              3. Blz. 255 Het project Grebbedijk is in uitvoering
              4. Blz. 256 Het project Grebbedijk is voorbereid
              5. Blz. 257 Met eigenaren/initiatiefnemers zijn de mogelijkheden verkend voor het versnellen van de 3 binnenstedelijke locaties De Dreijen fase 2, Duivendaal en Costerweg 5
            5. Blz. 258 2.4.5 Identiteit van de stad is beleefbaar
              1. Blz. 259 Cultuurhistorie is zichtbaar in Wageningen
              2. Blz. 260 Cultuurhistorie wordt gevierd
              3. Blz. 261 Monumenten hebben een plek in de omgevingsvisie en -plan
            6. Blz. 262 2.4.6 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 263 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 264 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        7. Blz. 265 2.5 Klimaatneutraal 2030-2040
          1. Blz. 266 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 267 Doelstellingen
            1. Blz. 268 2.5.1 Er is 31% energie bespaard in 2040 ten opzichte van 2018 (klimaatmonitor).
              1. Blz. 269 Er zijn actieve energieloketten voor inwoners en bedrijven die klanten ontzorgen, faciliteren en stimuleren tot het nemen van energiemaatregelen.
              2. Blz. 270 Er is een aanpak voor VvE’s hoe zij energie kunnen besparen en hun resterende warmtevraag duurzaam kunnen invullen.
              3. Blz. 271 Er is een regionaal energiedienstenbedrijf die energiemaatregelen aanbieden als onderdeel van een wijkaanpak en voor een versnelling zorgt voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving.
              4. Blz. 272 Er is een handhavingsprogramma die op bedrijven en instellingen toezien dat zij voldoen aan de wettelijke verplichtingen met betrekking tot energiebesparing (Wet Milieubeheer, EED, kantoorpanden label C 2023).
              5. Blz. 273 Bij gemeentelijk vastgoed worden energiebesparende maatregelen genomen en duurzame energieopwekking gerealiseerd.
            2. Blz. 274 2.5.2 Er is 1847 TJ aan duurzame energie opgewekt in 2040 ten opzichte van 2018, hiervan is het streven de opgave aan duurzame elektriciteit in zonnevelden en windmolens in 2030 te behalen (klimaatmonitor).
              1. Blz. 275 Er is een actuele Warmtevisie die wordt uitgevoerd.
              2. Blz. 276 In 2024 is het warmtenet voor Proeftuin Aardgasvrije Wijk Benedenbuurt gerealiseerd.
              3. Blz. 277 In 2025 is er een duurzaam alternatief in gebruik voor de gasgestookte WKK voor het warmtenet Noordwest.
              4. Blz. 278 In 2040 is in Wageningen door warmtepartners een open duurzaam warmtenet gerealiseerd waarop enkele duizenden woningen, bedrijven en instellingen zijn aangesloten.
              5. Blz. 279 Windmolens worden gerealiseerd op basis van de Wageningse Windvisie en de Regionale Energiestrategie (streefdatum 2030), waarbij o.a. rekening wordt gehouden met een zorgvuldige inpassing in het landschap.
              6. Blz. 280 Zonneparken worden gerealiseerd op basis van Visie Buitengebied en de Regionale Energiestrategie (streefdatum 2030), waarbij o.a. rekening wordt gehouden met een zorgvuldige inpassing in het landschap.
              7. Blz. 281 In 2040 zijn minimaal 142.000 zonnepanelen gerealiseerd op Wageningse daken en parkeerterreinen.
              8. Blz. 282 Innovatieve technieken zoals wind op dak of lokale grids zijn in beeld en worden toegepast.
            3. Blz. 283 2.5.3 De klimaatimpact die gepaard gaat met productie en consumptie van voedsel is verminderd.
              1. Blz. 284 In Wageningen eten inwoners in 2030 minder dierlijk en meer plantaardig voedsel (Voedselagenda). Restaurants gaan meer plantaardige opties aanbieden.
              2. Blz. 285 In 2030 is de lokale verkoop van duurzame en lokale producten van regionale boeren en producenten gestegen.
              3. Blz. 286 Meer initiatiefnemers hebben een plek gevonden in Wageningen om stadslandbouw toe te passen op een duurzame manier
              4. Blz. 287 In Wageningen verspillen inwoners, bedrijven en organisaties in 2030 minder voedsel. Reststromen worden beter verwerkt.
              5. Blz. 288 De gemeente geeft het goede voorbeeld als het gaat om; inkoop van duurzame lokale producten, aanbod van plantaardige opties, verminderen voedselverspilling en de verwerking van reststromen.
              6. Blz. 289 De voedselomgeving van Wageningen is in 2030 gezonder (voedselagenda).
            4. Blz. 290 2.5.4 In 2025 hebben alle huishoudens die te maken hebben met energiearmoede de mogelijkheid (gehad) om hulp te krijgen bij energiebesparing (monitor: sociaal domein).
              1. Blz. 291 Via generieke en wijk-/straatgerichte werkwijzen worden inwoners met energiearmoede passende energiebesparende maatregelen, advies en ondersteuning aangeboden.
              2. Blz. 292 Het bestrijden van energiearmoede is onderdeel van het reguliere (duurzaamheid en sociaal-maatschappelijk) werk van de gemeente en haar ketenpartners.
            5. Blz. 293 2.5.5 In 2040 is alles wat de gemeente inkoopt volledig circulair, maken we zoveel mogelijk gebruik van circulaire en biobased bouwmaterialen en zamelt de gemeente slechts huishoudelijke grondstoffen in.
              1. Blz. 294 Voor de inkoop van diensten en werken binnen de gemeentelijke organisatie verbruiken we in 2030 50% minder fossiele grondstoffen.
              2. Blz. 295 In de bouw (infra en nieuwbouw) wordt in 2030 50% minder primaire grondstoffen gebruikt.
            6. Blz. 296 2.5.6 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 297 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 298 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        8. Blz. 299 2.6 Een veilige en gezonde leefomgeving
          1. Blz. 300 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 301 Doelstellingen
            1. Blz. 302 2.6.1 Milieunormen worden niet overschreden
              1. Blz. 303 Ook in 2023 wordt met behulp van toezicht en handhaving gecontroleerd of normen op gebied van bodem, lucht, geluid, geur en energie niet worden overschreden.
            2. Blz. 304 2.6.2 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 305 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 306 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        9. Blz. 307 2.7 Iedereen in Wageningen heeft de beschikking over een passende woning
          1. Blz. 308 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 309 Doelstellingen
            1. Blz. 310 2.7.1 Versnelling en mogelijke ophoging van de woningbouwproductie in Wageningen in antwoord op de verhoogde huishoudensprognose van circa 3.500 tot 3.800 huishoudens tot 2040
              1. Blz. 311 In Wageningen worden tussen 2021 en 2024 minimaal 700 woningen opgeleverd.
              2. Blz. 312 Nieuw te bouwen woningen zijn (bijna) energieneutraal met ook aandacht voor circulariteit en natuurinclusief bouwen. Dit resultaat draagt bij aan programma's 2.4 en 2.5.
              3. Blz. 313 Mogelijkheden voor versnelling van de 3 binnenstedelijke locaties De Dreijen fase 2, Duivendaal en Costerweg 5 zijn verkend in samenwerking met de projectleiders RO.
              4. Blz. 314 Er is een sturingsinstrument voor woningbouwaantallen
            2. Blz. 315 2.7.2 De woningvoorraad sluit aan bij de behoefte aan betaalbare woningen van lagere inkomensgroepen waaronder ouderen, jongeren en studenten
              1. Blz. 316 Bij elk bouwplan met meer dan 30 woningen worden minimaal 30% sociale huurwoningen en 15% middenhuur gerealiseerd. Afhankelijk van de geëvalueerde en geactualiseerde woningmarktstrategie.
              2. Blz. 317 De bestaande woningvoorraad wordt verder verduurzaamd met oog voor een eerlijke verdeling van de energielasten. Randvoorwaardelijk programma 2.5
              3. Blz. 318 De kernvoorraad sociale huurwoningen is vergroot overeenkomstig de doelgroep van beleid. In 2023 hebben wij inzichtelijk wat de kernvoorraad is op basis van de meest actuele huishoudensprognose.
              4. Blz. 319 Het aanbod aan studentenhuisvesting voldoet aan de vraag naar kamers overeenkomstig de notitie locatiekeuze 2017 en de actuele monitor studentenhuisvesting.
              5. Blz. 320 Ten behoeve van betaalbaarheid van woningen wordt opkoopbescherming en zelfbewoningsplicht ingezet en onderzoeken we de toepassing van koopgarant-achtige constructies.
              6. Blz. 321 We passen de uitkomsten van het startersonderzoek 2022 toe op de nieuwbouwplannen en maken hierover prestatieafspraken met de Woningstichting en Idealis.
              7. Blz. 322 Het instrument van de huisvestingsverordening wordt ingezet ter verbetering van de doorstroming op de sociale huur/koopwoningmarkt en ter verbetering van de sociale koop.
            3. Blz. 323 2.7.3 Inwoners wonen in een groene, leefbare en veilige woonomgeving, waar geen overlast ervaren wordt
              1. Blz. 324 Bij alle nieuwbouwplannen wordt minimaal 10% divers groen in de wijk gerealiseerd en bestaand groen in de woonomgeving behouden en versterkt. Dit resultaat draagt bij aan programma 2.3.
              2. Blz. 325 De samenwerking rondom het voorkomen van woonoverlast is geborgd via de Taskforce woonoverlast. Dit resultaat draagt bij aan programma 1.8
            4. Blz. 326 2.7.4 Inwoners kunnen zo zelfstandig mogelijk wonen in een woning op maat, met voldoende mogelijkheden voor zorg op maat
              1. Blz. 327 Er zijn meer woonzorginitiatieven door en voor Wageningse inwoners.
              2. Blz. 328 Het aanbod van woningen die geschikt zijn voor senioren wordt vergroot door zowel nieuwbouwplannen en levensloopbestendige aanpassingen in de bestaande woningvoorrraad.
            5. Blz. 329 2.7.5 Wijken hebben een gemengde samenstelling voor wat betreft type huishoudens en type woningen en met voldoende ruimte voor (sociale) ontmoeting
              1. Blz. 330 Er zijn meer woningbouwontwikkelingen met gedifferentieerde woonprogramma’s en mogelijkheden voor ontmoeting. Dit resultaat draagt bij aan programma 1.1.
              2. Blz. 331 Inwoners die specifieke hulp en ondersteuning nodig hebben, kunnen gebruik maken van een passend woningaanbod verspreid over de diverse buurten.
            6. Blz. 332 2.7.6 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 333 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 334 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        10. Blz. 335 2.8 Gemeentelijke gebouwen worden multifunctioneel ingezet
          1. Blz. 336 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 337 Doelstellingen
            1. Blz. 338 2.8.1 Het multifunctioneel gebruik van gemeentelijke gebouwen bevorderen
              1. Blz. 339 Een strategisch plan als afwegingskader welke maatschappelijke- en culturele instellingen worden gehuisvest in gemeentelijke gebouwen.
            2. Blz. 340 2.8.2 Gebouwen die niet meer nodig zijn worden verkocht of benut als potentiële locatie voor woningbouw
              1. Blz. 341 Aanwijzen van gemeentelijke gebouwen en locaties die geschikt zijn voor woningbouw op basis van het strategisch plan gemeentelijk vastgoed.
              2. Blz. 342 De verkoop van gemeentelijke gebouwen t/m 2023 is opgeschort in afwachting van het strategisch vastgoed plan. De netto verkoopopbrengst van incidenteel € 2.641.000,- wordt op basis van de uitkomst van het strategisch plan opnieuw bepaald.
            3. Blz. 343 2.8.3 Streven naar een gezonde en kostendekkende exploitatie van gemeentelijke gebouwen
              1. Blz. 344 Een nieuwe concessie overeenkomst tot en met 2027 voor de exploitatie van zwembad De Bongerd in afwachting van de besluitvorming voor de keuze tussen renovatie of nieuwbouw.
              2. Blz. 345 Het duurzaam in stand houden van gemeentelijke gebouwen.
          3. Blz. 346 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        11. Blz. 347 Algemene informatie programma 2
          1. Blz. 348 Beleidsindicatoren
          2. Blz. 349 Beleidskader bereikbaarheid
          3. Blz. 350 Beleidskader economische ontwikkeling
          4. Blz. 351 Beleidskader ruimtelijke ontwikkeling
          5. Blz. 352 Beleidskader klimaat
          6. Blz. 353 Beleidskader wonen
          7. Blz. 354 Betrokkenheid verbonden partijen
          8. Blz. 355 Wat mag het kosten?
      6. Blz. 356 Programma 3 Bestuur en organisatie
        1. Blz. 357 Waarom dit programma?
        2. Blz. 358 Beoogd maatschappelijk effect
        3. Blz. 359 3.1 Transparante overheid
          1. Blz. 360 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 361 Doelstellingen
            1. Blz. 362 3.1.1 We halen minimaal een 7 op onze klanttevredenheidonderzoeken naar dienstverlening
              1. Blz. 363 Er is een goede accurate persoonsregistratie.
              2. Blz. 364 Onze dienstverlening is afgestemd waar mogelijk met onze ketenpartners en medeoverheden zodat inwoners, ondernemers en organisaties integrale optimale dienstverlening ervaren.
              3. Blz. 365 We bieden toegankelijke, transparante en veilige dienstverlening en dragen zorg voor gelijke informatiepositie.
              4. Blz. 366 We zijn duidelijk en transparant over de rol die we innemen in processen en wat inwoners, organisaties en bedrijven van ons kunnen verwachten en andersom.
            2. Blz. 367 3.1.2 Dienstverlening voortdurend verbeteren passend bij de landelijke ontwikkelingen en bij de behoefte van onze inwoners, bedrijven en organisaties
              1. Blz. 368 Dienstverlening aan inwoners, ondernemers en organisaties op een correcte en gastvrije wijze via de contactvorm die zij kiezen, vanuit het principe 'online waar het kan en persoonlijk waar het moet (coronaproof).
              2. Blz. 369 Onze dienstverlening sluit aan bij de huidige behoeften en ontwikkelingen.
              3. Blz. 370 Zicht hebben op de behoefte van onze inwoners, bedrijven en organisaties.
            3. Blz. 371 3.1.3 Democratische vernieuwing en bestuurlijke vernieuwing
              1. Blz. 372 Alle inwoners, bedrijven en organisaties zijn in staat om mee te praten over het gemeentelijk beleid.
            4. Blz. 373 3.1.4 Uitvoering van representatietaken en dergelijke is op het niveau zoals in de afgelopen jaren
              1. Blz. 374 Taken voor representatie en dergelijke zijn uitgevoerd, onder andere de verplichtingen voor college en raad.
            5. Blz. 375 3.1.5 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 376 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 377 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        4. Blz. 378 3.2 Een goed functionerende wendbare organisatie
          1. Blz. 379 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 380 Doelstellingen
            1. Blz. 381 3.2.1 De organisatie heeft de informatie en het advies dat nodig is om besluiten te nemen
              1. Blz. 382 Adviseren en sturing geven aan de organisatie over de inzet van mensen en bedrijfsmiddelen zodat de organisatie effectief is in het oplossen van vraagstukken.
            2. Blz. 383 3.2.2 Externe financiering aantrekken
              1. Blz. 384 Geld waarmee andere doelen (met name subsidies) gerealiseerd kunnen worden.
            3. Blz. 385 3.2.3 Een goede en veilige werkomgeving
              1. Blz. 386 We werken digitaal samen via een vergaderomgeving. • Een fitte organisatie met aandacht voor welzijn, gezondheid en vitaliteit van onze medewerkers.
            4. Blz. 387 3.2.4 Flexibele bedrijfsvoering
              1. Blz. 388 Een applicatielandschap dat ontwikkelingen en nieuwe wettelijke taken in de toekomst kan faciliteren (conform hernieuwd I-plan voor 2022 en verder).
              2. Blz. 389 Een getransformeerde en doorontwikkelende organisatie/bedrijfsvoering waarbij we onderzoek doen naar het (huidige) organisatiemodel.
              3. Blz. 390 Uit onderzoek moet blijken of we Bedrijfsvoeringonderdelen slimmer/efficiënter kunnen organiseren. Uitkomst is een goed toegeruste medewerker die tevreden (samen) werkt binnen de fysieke en mentale werkomgeving.
            5. Blz. 391 3.2.5 De organisatie is in control
              1. Blz. 392 Collegeverklaring en ENSIA op orde.
              2. Blz. 393 Goedkeurende accountantsverklaring.
              3. Blz. 394 Rechtmatigheidsverantwoording.
            6. Blz. 395 3.2.6 Huis van de Stad
              1. Blz. 396 Startpunt en Stadhuis zijn ook beschikbaar voor maatschappelijke activiteiten.
            7. Blz. 397 3.2.7 ICT voor minimaal de huidige wettelijke taken
              1. Blz. 398 Een applicatielandschap dat afdoende is om minimaal de huidige wettelijke taken te kunnen uitvoeren. We doorstaan landelijke audits (ENSIA e.d.) en andere landelijke verantwoording aan het Rijk.
              2. Blz. 399 Een applicatielandschap dat tijdig, rechtmatig en toekomstgericht vervangen wordt om minimaal de wettelijke taken te kunnen uitvoeren.
              3. Blz. 400 ICT-infrastructuur die afdoende is om minimaal de huidige wettelijke taken te kunnen uitvoeren.
              4. Blz. 401 Laptopmanagementsoftware + WIFI locatie Startpunt.
            8. Blz. 402 3.2.8 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 403 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 404 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        5. Blz. 405 3.3 Slimme inzet van middelen
          1. Blz. 406 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 407 Doelstellingen
            1. Blz. 408 3.3.1 Beleidseffectiviteit voor alle programma's wordt vergroot. Specifiek onderdeel van beleid risicomanagement is bewust verzekeren (risicostrategie met reële verzekeringspremies)
              1. Blz. 409 Risicomanagementbeleid is bestuurlijk vastgesteld en geïmplementeerd, waarbij bestuur en het ambtelijk apparaat meer bewust worden gemaakt van risico's en te nemen beheermaatregelen als onderdeel van het in control komen.
            2. Blz. 410 3.3.2 De mogelijkheid om extra belastingen te heffen en extra inkomen te generen
              1. Blz. 411 Lobby naar Den Haag om de wettelijke basis voor extra belastinginkomsten te verruimen.
            3. Blz. 412 3.3.3 Een lage/lagere rente levert een lagere rentelast op in dit programma's
              1. Blz. 413 Strategie ontwikkelen kort en lang vreemd geld. Optimaal kort geld aantrekken, wat rente oplevert en afwegen om lang geld aan te trekken eind dit jaar en/of volgend jaar.
          3. Blz. 414 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        6. Blz. 415 Algemene informatie programma 3
          1. Blz. 416 Beleidsindicatoren
          2. Blz. 417 Beleidskader transparante overheid
          3. Blz. 418 Beleidskader P&C-cyclus
          4. Blz. 419 Betrokkenheid verbonden partijen
          5. Blz. 420 Wat mag het kosten?
      7. Blz. 421 Wettelijk verplichte beleidsindicatoren
        1. Blz. 422 Wettelijk verplichte beleidsindicatoren
    3. Blz. 423 Paragrafen
      1. Blz. 424 Paragraaf 1 Weerstandsvermogen & risicobeheersing
        1. Blz. 425 Inleiding
        2. Blz. 426 Weerstandscapaciteit
        3. Blz. 427 Andere afgedekte gebeurtenissen
        4. Blz. 428 Weerstandsvermogen
        5. Blz. 429 Financiële kengetallen
      2. Blz. 430 Paragraaf 2 Onderhoud kapitaalgoederen
        1. Blz. 431 Inleiding
        2. Blz. 432 Verhardingen, groen & water
        3. Blz. 433 Openbare verlichting
        4. Blz. 434 Speelvoorzieningen
        5. Blz. 435 Water en riolering
        6. Blz. 436 Woningen, gebouwen, accommodaties
        7. Blz. 437 Scholen
      3. Blz. 438 Paragraaf 3 Bedrijfsvoering
        1. Blz. 439 Inleiding
        2. Blz. 440 Mens , organisatie en informatie
        3. Blz. 441 Strategie en innovatie
        4. Blz. 442 Processen op orde
        5. Blz. 443 Gastheerschap in ons Huis van de Stad en interne service
        6. Blz. 444 Gegevensbescherming
        7. Blz. 445 In control
      4. Blz. 446 Paragraaf 4 Verbonden partijen
        1. Blz. 447 Inleiding
        2. Blz. 448 Overzicht verbonden partijen
        3. Blz. 449 Gemeenschappelijke regelingen
        4. Blz. 450 Vennootschappen en coöperaties
        5. Blz. 451 Stichtingen en verenigingen
        6. Blz. 452 Overige verbonden partijen
      5. Blz. 453 Paragraaf 5 Grondbeleid
        1. Blz. 454 Inleiding
        2. Blz. 455 Kaders grondbedrijf
        3. Blz. 456 Onderhanden werken (OHW)
        4. Blz. 457 Kostenverhaallocaties (KVL)
        5. Blz. 458 Resultaat
        6. Blz. 459 Stand reserve grondexploitatie
      6. Blz. 460 Paragraaf 6 Lokale heffingen
        1. Blz. 461 Inleiding
        2. Blz. 462 Heffingen / belastingen 2023
        3. Blz. 463 Kwijtscheldingsbeleid
        4. Blz. 464 Kostendekkendheid heffingen
        5. Blz. 465 Belastingopbrengsten
        6. Blz. 466 Belastingdruk
      7. Blz. 467 Paragraaf 7 Financiering
        1. Blz. 468 Inleiding
        2. Blz. 469 Uitstaande geldleningen (ug)
        3. Blz. 470 Ontvangen geldleningen (og)
        4. Blz. 471 Renteontwikkeling en rentevisie
        5. Blz. 472 Garanties en borgstellingen
        6. Blz. 473 Kasgeldlimiet
        7. Blz. 474 Renterisiconorm
        8. Blz. 475 Liquiditeitsplanning
        9. Blz. 476 Schatkistbankieren
        10. Blz. 477 EMU-saldo en EMU-schuld
        11. Blz. 478 Renteschema
      8. Blz. 479 Paragraaf 8 Gevolgen voor de minima
        1. Blz. 480 Minima
    4. Blz. 481 Financiële begroting
      1. Blz. 482 Overzicht baten en lasten
        1. Blz. 483 Overzicht baten en lasten
        2. Blz. 484 Overzicht baten en lasten
      2. Blz. 485 Geraamde baten en lasten per taakveld
        1. Blz. 486 Geraamde baten en lasten per taakveld
      3. Blz. 487 Verdeling taakvelden per programma
        1. Blz. 488 Verdeling taakvelden per programma
      4. Blz. 489 Incidentele baten en lasten per programma
        1. Blz. 490 Incidentele baten en lasten per programma
        2. Blz. 491 Incidentele baten en lasten > € 100.000
        3. Blz. 492 Structureel en reëel evenwicht
      5. Blz. 493 Meerjarenoverzicht reserves en voorzieningen
        1. Blz. 494 Meerjarenoverzicht reserves en voorzieningen
      6. Blz. 495 Meerjareninvesteringsplanning 2023-2026
        1. Blz. 496 Meerjareninvesteringsplanning 2023-2026
      7. Blz. 497 Meerjarenbalans
        1. Blz. 498 Meerjarenbalans
    5. Zoeken
    6. Publicatie bijlagen
    7. Contact
    8. PrivacyStatement
    9. Sitemap