Sitemap

  1. Blz. 1 Programmabegroting 2025
    1. Blz. 2 Programmabegroting 2025
    2. Blz. 3 Programma’s
      1. Blz. 4 Voorwoord
        1. Blz. 5 Koers en keuzes in een dynamische omgeving
      2. Blz. 6 Inleiding
        1. Blz. 7 Opzet en inhoud van de Programmabegroting
        2. Blz. 8 Uitgangspunten begroting
        3. Blz. 9 Begrotingsresultaat
        4. Blz. 10 Effect meicirculaire 2024
        5. Blz. 11 Tarievenonderzoek Jeugdzorg en WMO
        6. Blz. 12 Gehanteerde indexpercentages
        7. Blz. 13 Overige effecten begrotingsresultaat
        8. Blz. 14 Weerstandscapaciteit
        9. Blz. 15 Kengetal belastingen
      3. Blz. 16 Programma 1 Wageningen sociaal
        1. Blz. 17 Waarom dit programma?
        2. Blz. 18 Beoogd maatschappelijk effect
        3. Blz. 19 1.1 Gezondheid, eenzaamheid en veerkracht
          1. Blz. 20 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 21 Doelstellingen
            1. Blz. 22 1.1.1 Kinderen en jongeren hebben een gezondere leefstijl.
              1. Blz. 23 Het percentage kinderen en jongeren dat voldoet aan de beweegnorm (minimaal 1 uur bewegen per dag) is verhoogd ten opzichte van de kindermonitor 2021 en gezondheidsmonitor jeugd 2023.
              2. Blz. 24 In Wageningen zijn er minder kinderen met overgewicht dan het gemiddelde in Gelderland.
              3. Blz. 25 Het percentage jongeren dat gebruik maakt van alcohol, roken, vapen en drugs is lager ten opzichte van de gezondheidsmonitor jeugd 2023.
            2. Blz. 26 1.1.2 Voorkomen dat kinderen en jongeren kampen met ernstigere psychische klachten door tijdig psychische klachten te signaleren en bespreekbaar te maken.
              1. Blz. 27 Jongeren en kinderen kunnen met psychische klachten snel en laagdrempelig terecht. (onder andere door de inzet van SOH-jeugd GGZ, Startpunt, jongerenwerk, schoolmaatschappelijk werk, jeugdverpleegkundige en -arts).
            3. Blz. 28 1.1.3 Inwoners met een lage sociaaleconomische status (SES) leven langer, langer in goede gezondheid en ervaren meer veerkracht.
              1. Blz. 29 In 2026 hebben we het gezondheidsbeleid ten aanzien van het verkleinen van sociaal-economische gezondheidsverschillen doorontwikkeld en geïmplementeerd.
              2. Blz. 30 In de Wageningse aandachtswijken hebben inwoners minder overgewicht (onder andere door beweegactiviteiten in de wijken, projecten gericht op een gezond voedingspatroon).
              3. Blz. 31 In de Wageningse aandachtswijken wordt er evenveel bewogen als het Wageningse gemiddelde. Wij gaan hierbij uit van de Nederlandse norm gezond bewegen (onder andere beweegactiviteiten Welsaam).
              4. Blz. 32 Inwoners ervaren meer bestaanszekerheid.
              5. Blz. 33 Inwoners hebben mogelijkheden om hun basisvaardigheden (taal, rekenen en digitale vaardigheden) te vergroten.
              6. Blz. 34 Mensen wonen en werken in een gezonde leefomgeving, zowel binnen als buiten.
            4. Blz. 35 1.1.4 We willen eenzaamheid voorkomen, signaleren en verminderen.
              1. Blz. 36 In 2026 hebben we alle beleidsdomein/beleidsstukken met betrekking tot kansrijk opvoeden en opgroeien doorontwikkeld en geïmplementeerd.
              2. Blz. 37 Inwoners ervaren minder eenzaamheid (bijvoorbeeld door ontmoetingsactiviteiten bij partners in de stad, onder andere Huizen van de wijk/Markt 17 etc.).
            5. Blz. 38 1.1.5. In 2026 hebben we alle beleidsdomein/beleidsstukken met betrekking tot kansrijk opvoeden en opgroeien doorontwikkeld en geïmplementeerd.
              1. Blz. 39 Uitbreiding uitvoeringsplan Kind Centraal met uitbreiding van doelgroep 12 tot 18 jaar.
              2. Blz. 40 Ondertekende Samenwerkingsovereenkomst Kind Centraal.
            6. Blz. 41 1.1.6. Door een sterke sociale basis ervaren inwoners maximale eigen regie, zijn zo zelfredzaam als mogelijk en wordt de samenredzaamheid van de samenleving als geheel (verder) versterkt.
              1. Blz. 42 De sociale basis is versterkt door meer laagdrempelige, preventieve algemene voorzieningen voor aandachtsgroepen te ontwikkelen.
              2. Blz. 43 De kracht van inwoners en wijken wordt meer benut door in te zetten op community building, onder andere via opbouwwerk.
              3. Blz. 44 De druk op mantelzorgers en vrijwilligers wordt verlaagd.
              4. Blz. 45 Gemeente Wageningen behaalt in 2025 het predicaat 'dementievriendelijke gemeente'.
            7. Blz. 46 1.1.7. Als de zelfredzaamheid ondersteuning vraagt, kunnen inwoners vertrouwen op een sluitende zorg- en ondersteuningsinfrastructuur.
              1. Blz. 47 In alle wijken zijn basisvoorzieningen beschikbaar.
              2. Blz. 48 Er is een actief netwerk voor partners in wonen, welzijn en zorg.
            8. Blz. 49 1.1.8. Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 50 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 51 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        4. Blz. 52 1.2 Armoedebestrijding en financiële zelfstandigheid
          1. Blz. 53 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 54 Doelstellingen
            1. Blz. 55 1.2.1 Alle inwoners in Wageningen kunnen voorzien in hun eerste levensbehoeften en hebben voldoende mogelijkheden om op een passende manier mee te doen in de samenleving.
              1. Blz. 56 Inwoners zijn duurzaam financieel zelfstandig.
              2. Blz. 57 Inwoners met financiële zorgen komen tijdig in beeld om grotere problemen te voorkomen.
              3. Blz. 58 Inwoners beschikken over de vaardigheden om financieel zelfstandig te zijn.
              4. Blz. 59 Meer inwoners kunnen participeren ondanks een gebrek aan financiële middelen.
              5. Blz. 60 Bij meer inwoners doorbreken we de armoede van generatie op generatie.
              6. Blz. 61 Inwoners ervaren voldoende veerkracht ondanks financiële zorgen.
              7. Blz. 62 Alle kinderen en jongeren (met specifiek aandacht voor kinderen en jongeren in achterstandssituaties) hebben kansen om zich op eigen wijze goed te ontwikkelen.
              8. Blz. 63 In 2025 hebben we de bestaanszekerheid van kwetsbare inwoners vergroot.
              9. Blz. 64 In 2025 zorgen we ervoor dat alle inwoners naar vermogen kunnen participeren aan de Wageningse samenleving.
              10. Blz. 65 In 2025 vergroten we door middel van Simpel Switchen de kansen op (betaald) werk voor alle inwoners.
              11. Blz. 66 In 2025 bereiden we ons voor op de Participatiewet in balans, waarin vertrouwen en begeleiding naar een passende plek om te werken of te participeren centraal staat.
              12. Blz. 67 In 2025 bereiden we de dienstverlening voor op de ontwikkelingen op het Regionaal Werkcentrum Foodvalley dat van start gaat in 2026.
            2. Blz. 68 1.2.2. Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 69 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 70 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        5. Blz. 71 1.3 Vrijheid en internationale samenwerking
          1. Blz. 72 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 73 Doelstellingen
            1. Blz. 74 1.3.1 We zijn vanuit Wageningen, Stad der Bevrijding, voortdurend zichtbaar als voorvechter en gangmaker voor het bewustzijn en daarmee de bevordering van individuele en collectieve vrijheid.
              1. Blz. 75 We bieden via Wageningen 45 het hele jaar een onderscheidend programma met impact: lokaal, regionaal, landelijk en internationaal. Met ontmoetingen, evenementen, dialoog, kennisdeling en educatie. Fysiek en online.
              2. Blz. 76 In 2025 versterken we het historisch besef rond de afschaffing van de slavernij door Keti Koti nadrukkelijk te herdenken en te vieren, met betrokkenheid van lokale organisaties.
            2. Blz. 77 1.3.2 In 2025 blijven we ons beleid rondom internationale samenwerking voortzetten.
              1. Blz. 78 Ook in 2025 worden verschillende uitwisselingen georganiseerd tussen scholen, groepen en organisaties uit Wageningen en onze partnersteden. Kennis- en ervaringen uitwisselen staat centraal.
              2. Blz. 79 Op 4 en 5 mei zijn vertegenwoordigers uit de partnersteden aanwezig om activiteiten rondom de herdenking en bevrijding bij te wonen.
              3. Blz. 80 We bouwen aan een netwerk van universiteitssteden samen met de WUR.
          3. Blz. 81 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        6. Blz. 82 1.4 Onderwijs en kinderopvang
          1. Blz. 83 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 84 Doelstellingen
            1. Blz. 85 1.4.1 Onderwijsachterstanden en ontwikkel- en taalspraakachterstanden zijn verminderd.
              1. Blz. 86 90% van alle kinderen en 80% van de kinderen met een voor- en vroegschoolse educatie (VVE)-verwijzing stroomt succesvol door naar een reguliere groep 3.
              2. Blz. 87 Digitale middelen worden gefaciliteerd op scholen.
              3. Blz. 88 Logopedische screening voor VVE kinderen en indicatiescreening alle kinderen van groep 1 t/m 8 waar zorgen zijn.
              4. Blz. 89 Uitvoeringsagenda kansengelijkheid en uitvoering van intentieverklaring “het voorkomen van segregatie en het bevorderen van integratie”.
            2. Blz. 90 1.4.2 Alle leerlingen verlaten het onderwijs met een startkwalificatie.
              1. Blz. 91 Het relatief schoolverzuim bedraagt maximaal 2% van het aantal leerplichtigen.
              2. Blz. 92 Het aantal Voortijdig School Verlaters (VSV’ers) in de regio Vallei daalt tot 2025 met 1,5%.
            3. Blz. 93 1.4.3 Ieder kind ontwikkelt ecologisch bewustzijn en verantwoordelijkheid (draagt mede bij aan programma 2).
              1. Blz. 94 Er is een scholingsprogramma gericht op het stimuleren van ecologisch bewustzijn en verantwoordelijkheid.
            4. Blz. 95 1.4.4 Voor Wageningse leerlingen zijn scholen voor bijzonder en speciaal onderwijs buiten Wageningen goed bereikbaar.
              1. Blz. 96 De vervoerder verduurzaamt zijn wagenpark. Op het totaal van de kilometers passend vervoer schooljaar 2024/2025 wordt 10% met Euro-6, 40% met Groen gas (Biogas) en 50% met Elektrisch/Waterstof uitgevoerd.
            5. Blz. 97 1.4.5 Schoolgebouwen bieden een optimale leeromgeving, zijn toekomstbestendig en multifunctioneel.
              1. Blz. 98 De meerjaren-aanpak voor de verduurzaming en vernieuwing van de onderwijsgebouwen is vastgesteld en in uitvoering.
              2. Blz. 99 Er is voldoende adequate capaciteit voor onderwijshuisvesting.
              3. Blz. 100 Scholen hebben maatregelen genomen om hun schoolgebouw te verduurzamen.
            6. Blz. 101 1.4.6 Schoolpleinen dragen bij aan een groene speelomgeving.
              1. Blz. 102 Er zijn meer schoolpleinen vergroend en alle schoolpleinen zijn openbaar toegankelijk (zie ook resultaten bij programma 2).
            7. Blz. 103 1.4.7 Het kind centraal stellen in zijn/haar behoefte aan hulp en ondersteuning en een gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen voor alle kinderen.
              1. Blz. 104 Samenwerking onderwijs en jeugdhulp, één plan met betrokkenen (bijvoorbeeld onderwijszorgarrangement De Dijk, aansluiting school en thuis).
            8. Blz. 105 1.4.8 Er is kwalitatief goede en veilige kinderopvang geboden.
              1. Blz. 106 Alle kinderopvanglocaties en gastouders zijn gecontroleerd en er zijn maatregelen genomen bij eventuele onvolkomenheden (100%).
            9. Blz. 107 1.4.9 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 108 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 109 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        7. Blz. 110 1.5 Een leven lang sporten en bewegen
          1. Blz. 111 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 112 Doelstellingen
            1. Blz. 113 1.5.1 Inclusief sporten & bewegen: sporten en bewegen is mogelijk voor alle mensen die willen meedoen.
              1. Blz. 114 Meer bewustwording, samenwerking en sportbevordering om drempels weg te nemen voor die mensen die niet vanzelfsprekend sporten.
            2. Blz. 115 1.5.2 Van jongs af voldoende en vaardig bewegen.
              1. Blz. 116 Kinderen maken kennis met het diverse (georganiseerde) sportaanbod in Wageningen.
              2. Blz. 117 Scholen en kinderopvang bieden beweegactiviteiten aan.
              3. Blz. 118 Kinderen leren zwemmen en blijven zwemvaardig.
            3. Blz. 119 1.5.3 Een duurzame en functionele sportinfrastructuur.
              1. Blz. 120 Een beweegvriendelijk ingerichte openbare ruimte, zodat sporten en bewegen hier vanzelfsprekend is.
              2. Blz. 121 Een goed geëxploiteerd zwembad.
              3. Blz. 122 Herijkt sportbeleid in 2025.
              4. Blz. 123 Het gebruik van sportvelden en binnensportaccommodaties is qua capaciteit geoptimaliseerd.
              5. Blz. 124 In 2025 zijn randvoorwaarden ondersteunend voor mogelijkheden van beoefenen van sport en cultuur in openbare ruimte.
              6. Blz. 125 Ingebruikname nieuw zwembad tussen 2031 en 2033.
              7. Blz. 126 Sportaccommodaties worden breed en intensief gebruikt. De exploitatie van sportaccommodaties verbetert door hogere inkomsten (breder en intensiever gebruik) en lagere kosten (door functionele inzet, slimme spreiding en lagere energierekening).
            4. Blz. 127 1.5.4 Er zijn voldoende ontspanningsmogelijkheden in Wageningen voor jongeren onder de 25, aansluitend op de regio.
              1. Blz. 128 Onderzoeksrapport naar behoefte en aanbod op ontspanningsmogelijkheden voor jongeren en studenten.
              2. Blz. 129 Aangepaste beleidsstukken, doelen, resultaten, opdrachten o.b.v. inzichten uit onderzoeksrapport.
          3. Blz. 130 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        8. Blz. 131 1.6 Cultuur is een drager van een bruisend en vitaal Wageningen
          1. Blz. 132 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 133 Doelstellingen
            1. Blz. 134 1.6.1 Alle kinderen krijgen de kans om hun culturele interesses en bagage te ontwikkelen (onderdeel cultuuractieplan).
              1. Blz. 135 Alle kinderen maken kennis met kunst en cultuur op en rond de basisschool (cultuuractieplan).
              2. Blz. 136 Naschoolse cultuureducatie wordt op scholen aangeboden door een netwerk van vakdocenten.
            2. Blz. 137 1.6.2 Alle inwoners kunnen zich persoonlijk ontwikkelen en hun maatschappelijke kansen verbeteren.
              1. Blz. 138 Inwoners komen in aanraking met cultuur en culturele activiteiten.
              2. Blz. 139 Inwoners hebben toegang tot een professionele theatervoorziening.
              3. Blz. 140 Inventarisatie van bestuurlijke wensen verbetering Junushoff.
            3. Blz. 141 1.6.3 Alle inwoners hebben vrije toegang tot informatie en kennis.
              1. Blz. 142 Inwoners hebben toegang tot een openbare bibliotheekvoorziening die invulling geeft aan de 5 wettelijke functies.
              2. Blz. 143 Inwoners kunnen (waar mogelijk digitaal) kennis nemen van de geschiedenis van Wageningen.
              3. Blz. 144 Inwoners kunnen gericht zoeken naar foto's, prenten en (bouw-)tekeningen in een beeldbank.
              4. Blz. 145 Inwoners kunnen historische archieven raadplegen en hulp krijgen bij het doen van onderzoek.
              5. Blz. 146 Lokaal nieuws en achtergrondinformatie is beschikbaar via de lokale media.
              6. Blz. 147 We hebben besloten hoe(veel) de gemeente Wageningen wil investeren in de verbetering van de huisvesting van de bibliotheek.
            4. Blz. 148 1.6.4 Er is een aantrekkelijk cultureel klimaat in Wageningen (cultuuractieplan: thema's samenwerking en ruimtegebruik).
              1. Blz. 149 Actieve cultuurmakers worden gestimuleerd om samen onze cultuursector naar een hoger plan te brengen, waaronder het vinden van voldoende ruimte en landelijke subsidies voor innovatieve projecten.
              2. Blz. 150 Een vastgestelde subsidieregeling gericht op multifunctioneel gebruik van ruimten voor cultuurbeoefening.
              3. Blz. 151 In 2025 zijn randvoorwaarden ondersteunend voor mogelijkheden van beoefenen van sport en cultuur in openbare ruimte.
              4. Blz. 152 In de Stedelijke Cultuurregio Ede-Wageningen wordt meer samengewerkt.
              5. Blz. 153 Minimaal 1 (nieuwe) locatie voor cultuurbeoefening gerealiseerd in 2025 (broedplaats).
              6. Blz. 154 Op basis van de in 2024 vast te stellen Nota strategisch vastgoedbeleid wordt een uitvoeringsagenda gemaakt gericht op de huisvesting voor cultuurbeoefening en maatschappelijke gebruikers.
            5. Blz. 155 1.6.5 Er zijn voldoende ontspanningsmogelijkheden in Wageningen voor jongeren onder de 25, aansluitend op de regio.
              1. Blz. 156 Onderzoeksrapport naar behoefte en aanbod op ontspanningsmogelijkheden voor jongeren en studenten.
              2. Blz. 157 Aangepaste beleidsstukken, doelen, resultaten, opdrachten o.b.v. inzichten uit onderzoeksrapport.
            6. Blz. 158 1.6.6 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 159 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 160 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        9. Blz. 161 1.7 Een veilige en leefbare woon-, werk- en ondernemingsomgeving
          1. Blz. 162 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 163 Doelstellingen
            1. Blz. 164 1.7.1. We pakken ondermijning preventief, en indien nodig repressief aan.
              1. Blz. 165 Bewustwording inwoners en ondernemers vergroten door minimaal 10 communicatie-uitingen per jaar te doen over diverse onderwerpen van ondermijning.
              2. Blz. 166 Er zijn tenminste 4 integrale controles uitgevoerd.
            2. Blz. 167 1.7.2. Zorg en veiligheid doorontwikkelen naar niveau zoals voorgesteld door VNG.
              1. Blz. 168 Er is passende zorg en ondersteuning voor kwetsbare personen waaronder personen met verward gedrag.
              2. Blz. 169 Inwoners voelen zich veilig in hun wijk.
            3. Blz. 170 1.7.3. We stimuleren de onderlinge verdraagzaamheid in overlastdossiers.
              1. Blz. 171 Overlastmeldingen behandelen we zoals vastgesteld in de beleidsregels aanpak woonoverlast.
              2. Blz. 172 We overleggen in de Stuurgroep Veilig Uitgaan met de horeca, politie en omwonenden.
              3. Blz. 173 We maken onze organisatie bewust van het bestaan van polarisatie en radicalisering.
              4. Blz. 174 We stimuleren een fijne leefomgeving tussen studentenverenigingen en omwonenden.
            4. Blz. 175 1.7.4. Inwoners en ondernemers zijn zich bewust van de gevaren van digitale criminaliteit. Daarnaast zijn we als organisatie voorbereid op een cyberaanval.
              1. Blz. 176 In ieder geval drie preventieve acties organiseren gericht op de doelgroepen jeugd, ouderen en ondernemers. Daarnaast organiseren we een keer de week van de digitale veiligheid. Als organisatie trainen en oefenen we op cyberveiligheid.
            5. Blz. 177 1.7.5 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 178 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 179 Welke risico's staan deze ambitie in de weg?
        10. Blz. 180 Algemene informatie programma 1
          1. Blz. 181 Beleidsindicatoren
          2. Blz. 182 Beleidskader maatschappelijke ontwikkeling
          3. Blz. 183 Beleidskader onderwijs
          4. Blz. 184 Beleidskader sport
          5. Blz. 185 Beleidskader cultuur
          6. Blz. 186 Beleidskader veiligheid
          7. Blz. 187 Betrokkenheid verbonden partijen Programma 1
          8. Blz. 188 Wat mag het kosten?
      4. Blz. 189 Programma 2 Wageningen fysiek
        1. Blz. 190 Waarom dit programma?
        2. Blz. 191 Beoogd maatschappelijk effect
        3. Blz. 192 2.1 Infrastructuur en duurzame bijdrage mobiliteit
          1. Blz. 193 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 194 Doelstellingen
            1. Blz. 195 2.1.1 Goede bereikbaarheid voor alle modaliteiten, 'inclusief' voor alle inwoners en bezoekers.
              1. Blz. 196 In 2025 is er een Omgevingsprogramma mobiliteit vastgelegd met onder andere:
              2. Blz. 197 - Beleid voor autoluwe wijken en buurten.
              3. Blz. 198 - Beleid voor deelmobiliteit en hubs.
              4. Blz. 199 - Doelstellingen omvang benodigde mobiliteitstransitie en maatregelen hoe deze transitie te bereiken.
              5. Blz. 200 - (Nieuwe/vastgestelde) doelen en subdoelen worden in de begroting 2026 verwerkt.
              6. Blz. 201 Bevorderen fiets door goede fietsroutes binnen Wageningen en naar omliggende gemeenten. Conform de update fietsnetwerkkaart netwerkvisie (2023).
              7. Blz. 202 Educatie, voorlichting en handhaving ter voorkoming van ongevallen (in samenwerking met regio Foodvalley).
              8. Blz. 203 Samen met regio Foodvalley en provincies wordt gewerkt aan hoogwaardig openbaar vervoer.
              9. Blz. 204 Stimuleren lopen door middel van goede, aantrekkelijke en toegankelijke looproutes en door aantrekkelijke verblijfs-/voetgangersgebieden.
              10. Blz. 205 We monitoren jaarlijks de ongevallen en verkeersslachtoffers (doel: in 2026 gebeuren er ten opzichte van 2019 minder ongelukken en vallen er minder verkeersslachtoffers in het verkeer in de stad).
            2. Blz. 206 2.1.2 Een verkeersveilige en leefbare woon-, werk- school- en leefomgeving.
              1. Blz. 207 - Een robuuste hoofdinfrastructuur (voor auto, incl. HOV) die huidige/toekomstige vraag naar capaciteit aan kan en waar de doorstroming zo lang mogelijk op gang blijft en hinder zo min mogelijk optreedt.
              2. Blz. 208 - Onderzoek kans voor pilot last mile delivery.
              3. Blz. 209 - Parkeeroplossing voor fiets en auto.
              4. Blz. 210 - We onderzoeken of een snelheid van 30 km/h hieraan bijdraagt.
              5. Blz. 211 Bewoners hebben invloed op hun directe leefomgeving, door actief in te spelen op kleine verkeersvragen en -knelpunten via onder andere Meldpunt Openbare Ruimte.
              6. Blz. 212 Bij ruimtelijke plannen en herinrichtingsplannen geven we voorrang aan voetgangers en fietsers. Leidend is STOEP (ook voor parkeervoorzieningen).
              7. Blz. 213 Een verkeersveilige openbare ruimte door het toepassen van Duurzaam Veilig richtlijnen bij het ontwerp van wegen (bij nieuwe ontwikkelingen en onderhoud van bestaande straten).
              8. Blz. 214 Geen sluipverkeer door woonwijken en over smalle wegen in het buitengebied. Hiervoor is nodig:
              9. Blz. 215 Goed inframanagement (conform niveau basis) ten behoeve van verkeersveiligheid, doorstroming en bereikbaarheid hulpdiensten.
              10. Blz. 216 In 2026 hebben we een wijk als pilot benoemd en uitgewerkt om veiligheid en leefbaarheid te verbeteren door aanpassing van de inrichting van de openbare ruimte.
              11. Blz. 217 Parkeerbeleid (voor zowel auto als fiets) ten behoeve van juiste mate van leefbaarheid. Aanvullend op Omgevingsprogramma mobiliteit actualiseren we de parkeervisie en nota parkeernormen.
              12. Blz. 218 Vergunningen zoals evenement-, inrit- en omgevingsvergunning en gehandicaptenparkeren zijn getoetst en verstrekt.
              13. Blz. 219 We geven nadere invulling aan de autoluwe binnenstad. Met aandacht voor onder andere:
            3. Blz. 220 2.1.3 Verduurzamen van mobiliteit (Wageningen Klimaatneutraal 2030-2040).
              1. Blz. 221 Alle 100+ werkgevers zijn benaderd voor mogelijkheden verduurzaming mobiliteit. Dit doen we binnen de werkgeversaanpak van de regio Foodvalley.
              2. Blz. 222 In 2025 bedraagt het totaal aantal laadpalen in de openbare ruimte: 112 laadpalen (conform visie openbare laadinfrastructuur 2030).
              3. Blz. 223 We maken ons op provinciaal niveau sterk voor een concessie met een duurzaam openbaar vervoer leverancier.
              4. Blz. 224 We onderzoeken de noodzaak en mogelijkheden om duurzaam goederentransport faciliteren.
              5. Blz. 225 Het gemeentelijk wagenpark is verduurzaamd. We starten in 2025 met een onderzoek hoe dit stapsgewijs opgepakt kan worden.
            4. Blz. 226 2.1.4 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 227 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 228 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        4. Blz. 229 2.2 Een aantrekkelijk, sociaal, duurzaam en circulair economisch klimaat
          1. Blz. 230 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 231 Doelstellingen
            1. Blz. 232 2.2.1 Transparante en accurate ondernemersdienstverlening.
              1. Blz. 233 Behoeften ondernemers in beeld.
              2. Blz. 234 MKB ondernemers zien de gemeente Wageningen als aanspreekbaar en ondersteunend.
              3. Blz. 235 Nauwere samenwerking met andere platforms/organisaties (ondernemersverenigingen, kennis/onderwijsinstellingen).
              4. Blz. 236 Vlotte vergunningen procedures.
            2. Blz. 237 2.2.2 Een aantrekkelijke en levendige binnenstad ('een bruisende binnenstad').
              1. Blz. 238 Ondersteuning voor marketing voor de binnenstad.
              2. Blz. 239 We stemmen de festivalkalender af met partners in de regio zodat we elkaars aanbod versterken en niet concurreren.
              3. Blz. 240 Een actueel en vernieuwd evenementenbeleid.
              4. Blz. 241 Er is ruimte voor innovatieve initiatieven op het gebied van innovatie, inspiratie, toerisme en ontspanning.
              5. Blz. 242 Goed functionerende warenmarkt.
              6. Blz. 243 Het kennisecosysteem is zichtbaar in de binnenstad.
              7. Blz. 244 In de binnenstad ruimte geven aan nieuwe vormen van ondernemen.
              8. Blz. 245 Maximaal 7 a 8 procent leegstand in de binnenstad.
              9. Blz. 246 Ondersteunen sociale en culturele activiteiten.
              10. Blz. 247 Ontmoetingsplekken voor jongeren.
              11. Blz. 248 Openbare ruimte van de binnenstad is een prettige verblijfsomgeving, met kwaliteitsniveau basis en een verbeterde inrichting van straten en muren.
              12. Blz. 249 Optimale structuur binnenstad (waaronder looproutes, entrees, parkeren, groen en invulling vastgoed).
              13. Blz. 250 Vergroenen van de binnenstad en verbinden van groene stukken in de binnenstad (voorkomen van hittestress en een fijne verblijfsomgeving).
            3. Blz. 251 2.2.3 Verbinding (binnen)stad en WUR.
              1. Blz. 252 Er is samenwerking tussen de WUR - gemeente - samenleving ten behoeve van zichtbaarheid van de WUR in de binnenstad.
              2. Blz. 253 Uitnodigende fysieke verbinding tussen campus, binnenstad en de regio.
              3. Blz. 254 Uitvoering van de Stadsagenda en CityDealKennisMaken (CDKM)
              4. Blz. 255 We bouwen verder aan een duurzame samenwerkingsrelatie met de WUR en hebben een gezamenlijke lobby agenda.
            4. Blz. 256 2.2.4 Sterk vestigingsklimaat voor het kennisecosysteem.
              1. Blz. 257 Aantrekkelijk woon- en verblijfsklimaat (vestigingsklimaat).
              2. Blz. 258 Behoud en aantrekken van nieuwe (met name) kennisintensieve bedrijven (nationaal en internationaal).
              3. Blz. 259 Gebiedsprogramma Kennisas (samen met Provincie Gelderland en gemeente Ede) voor hoogwaardige en goed bereikbare campussen.
              4. Blz. 260 Hoogwaardige en goed bereikbare werklocaties voor bedrijven die een substantiële bijdrage leveren aan het kennisecosysteem en/of de impact economie.
              5. Blz. 261 Sterke positie binnen regio Foodvalley, waarin partners complementair zijn, gebaseerd op gezamenlijke ambities.
            5. Blz. 262 2.2.5 Aantrekkelijke functionele, duurzame en bereikbare werklocaties reguliere bedrijvigheid.
              1. Blz. 263 Aantrekkelijk vestigingsklimaat voor circulaire, sociale en duurzame bedrijven. Werkplan circulair wordt nog vastgesteld.
              2. Blz. 264 Er is een ontwikkelbeeld voor de haven als onderdeel van de 'visie Bebouwde Kom' (Omgevingsvisie).
              3. Blz. 265 Gevestigde bedrijven worden ondersteund bij ruimtebehoefte en ruimte voor nieuwe ondernemers wordt gefaciliteerd.
            6. Blz. 266 2.2.6 Een aantrekkelijk kwalitatief aanbod voor recreatie en toerisme.
              1. Blz. 267 Sterk recreatief en toeristisch aanbod.
              2. Blz. 268 Inwoners en bezoekers zijn op de hoogte van het toeristisch aanbod en het is duidelijk of er gebruik van wordt gemaakt.
            7. Blz. 269 2.2.7 Toekomstgericht voldoende passende banen, ook voor praktisch geschoolden (Balans op de arbeidsmarkt).
              1. Blz. 270 De gemeente heeft een regierol op het sociaal ondernemerschap, zowel het stimuleren en ondersteunen sociaal ondernemerschap als ook stimuleren sociale innovatie.
              2. Blz. 271 Er is een visie op balans op de arbeidsmarkt.
            8. Blz. 272 2.2.8 In 2024 is visie en omgevingsprogramma economie opgesteld. In 2025 starten we met uitvoering van acties om zo de brede welvaart te bevorderen.
              1. Blz. 273 Realiseren acties uit omgevingsprogramma economie samen met partners in de stad en regio.
              2. Blz. 274 We hebben onze positie op brede welvaart bepaald. In 2027 monitoren we de brede welvaart.
            9. Blz. 275 2.2.9 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 276 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 277 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        5. Blz. 278 2.3 Een groene en biodiverse leefomgeving
          1. Blz. 279 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 280 Doelstellingen
            1. Blz. 281 2.3.1 Een toename van de biodiversiteit (genetische variatie, soortendiversiteit en leefgebied).
              1. Blz. 282 De biodiversiteit van het openbaar groen en water is verhoogd (zowel binnenstedelijk als in het buitengebied). Er wordt gestreefd naar meer en beter geschikt leefgebied voor een gevarieerde inheemse flora en fauna.
              2. Blz. 283 We verbinden groene en blauwe structuren in de stad en het buitengebied zodat flora en fauna zich veilig kunnen verspreiden en verplaatsen door de stad. Waar nodig worden faunapassages aangelegd.
              3. Blz. 284 Instandhouding en versterking van de hoofd/ecologische groenstructuur.
              4. Blz. 285 In 2035 is de Noordelijke Ecologische Verbindingszone tot aan de gemeentegrens (de Grift) gerealiseerd.
              5. Blz. 286 In 2030 bestaat 5% van het landelijk gebied uit landschapselementen (groenblauwe dooradering). Dit groeit door naar 10% in 2050. Deze landschapselementen passen bij het landschapstype ter plekke.
              6. Blz. 287 De biodiversiteit van het buitengebied is verhoogd door landschappelijke inpassing van initiatieven en door de aanleg van landschapselementen in samenwerking met andere partijen. Het Landschapsfonds vervult hier ook een belangrijke rol in.
              7. Blz. 288 Er is in iedere buurt minimaal 10% openbaar groen.
              8. Blz. 289 Voor het maaibeheer van de bermen gebruiken we vijf ontwikkelingsfases op basis van soortenrijkdom. Het doel is om in 2030 30% in de fase soortenrijk hooiland (H3), met een zeer hoge biodiversiteit en ecologische waarde te brengen.
              9. Blz. 290 Het aantal groeihaarden van invasieve plantensoorten neemt af ten opzichte van de huidige situatie.
              10. Blz. 291 De waterkwantiteit in de stadsgracht is verhoogd, waardoor de waterkwaliteit en de visuele kwaliteit verbetert.
              11. Blz. 292 We zorgen dat iedere nieuwe ruimtelijke ontwikkeling een toename oplevert voor biodiversiteit.
              12. Blz. 293 We handelen en bouwen natuurinclusief.
              13. Blz. 294 We zorgen dat het verduurzamen en isoleren van gebouwen niet leidt tot aantasting van de populaties van beschermde gebouwbewonende diersoorten.
              14. Blz. 295 We stimuleren natuurinclusieve landbouw.
              15. Blz. 296 Activiteiten van inwoners en bedrijven die bijdragen aan de doelen uit het biodiversiteitsplan worden door middel van subsidies gestimuleerd.
            2. Blz. 297 2.3.2 Vergroten van de leefkwaliteit (kwantiteit en kwaliteit van het groen) waarmee gezondheid wordt bevorderd, geanticipeerd wordt op de klimaatverandering (klimaatadaptatie), meer CO2 wordt opgevangen en de ruimtelijke kwaliteit wordt vergroot.
              1. Blz. 298 De klimaatbestendigheid van het openbaar groen is verhoogd door de soortenkeuze (van openbaar groen) bij vervanging of vernieuwing te blijven afstemmen op de verandering van het klimaat.
              2. Blz. 299 Droogte en hitte zijn verminderd op locaties die hier het meest gevoelig voor zijn, door vergroening en afkoppelen van regenwater.
              3. Blz. 300 Vergroening van tuinen (Steenbreek), daken en schoolpleinen is door middel van subsidies gestimuleerd.
              4. Blz. 301 Er is jaarlijks een publiekscampagne uitgevoerd rondom vergroenen van tuinen, afkoppelen van regenwater etc.
              5. Blz. 302 Er wordt uitvoering gegeven aan het uitvoeringsplan voor de Wageningse Eng.
              6. Blz. 303 Het Bomenbeleidsplan is vastgesteld, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan meer CO2 opvang en geanticipeerd wordt op klimaatverandering.
              7. Blz. 304 In 2050 voldoet Wageningen aan de 3-30-300 regel. Dit betekent:
              8. Blz. 305 - Vanuit ieder huis zijn minstens drie bomen zichtbaar.
              9. Blz. 306 - In iedere wijk is er minstens 30% kroonbedekking.
              10. Blz. 307 - Niemand woont meer dan 300 meter van het dichtstbijzijnde park/koelteplek.
              11. Blz. 308 In ieder straatstuk staat minimaal 1 boom.
              12. Blz. 309 Goede bovengrondse en ondergrondse bescherming van de boom.
              13. Blz. 310 Alle nieuwbouwplannen worden natuurinclusief en klimaatadaptief gerealiseerd, waarbij minimaal 10% divers groen in de wijk wordt aangelegd. Daarnaast wordt het bestaande groen in de woonomgeving behouden en versterkt.
              14. Blz. 311 Het groen is in diverse wijken omgevormd naar een toekomstbestendige vorm (klimaatbestendig, meer biodiversiteit en afgestemd op beheerniveau).
              15. Blz. 312 In alle lopende en nieuwe projecten in de openbare ruimte worden vergroening en klimaatadaptatie als koppelkans meegenomen.
              16. Blz. 313 Projecten ter verbetering van het groene leefklimaat en vermindering van hittestress worden uitgevoerd.
              17. Blz. 314 Regenwater wordt zoveel mogelijk vastgehouden op de plek waar het valt. De focus ligt hierbij in eerste instantie op de hogere zandgronden (bijvoorbeeld Benedenbuurt en Bovenbuurt).
              18. Blz. 315 Wateroverlast is verminderd op locaties die hier het meest gevoelig voor zijn, door in te zetten op infiltratie.
            3. Blz. 316 2.3.3 De openbare ruimte is schoon, heel en veilig.
              1. Blz. 317 De openbare ruimte voldoet aan de vastgestelde onderhoudsniveaus. Speeltoestellen en bomen voldoen aan de wettelijke eisen rondom veiligheid (aantoonbaar zorgvuldig handelen).
            4. Blz. 318 2.3.4 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 319 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 320 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        6. Blz. 321 2.4 Een toekomstbestendige fysieke leefomgeving
          1. Blz. 322 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 323 Doelstellingen
            1. Blz. 324 2.4.1 Implementatie Omgevingswet.
              1. Blz. 325 Er is een omgevingsplan voor de fysieke leefomgeving met een passend Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
              2. Blz. 326 Er is een gemeentebrede omgevingsvisie waarin de maatschappelijke opgaven in relatie tot de fysieke leefomgeving staan.
              3. Blz. 327 Initiatiefnemers en inwoners worden gefaciliteerd bij participatie over initiatieven, op grond van het gemeentelijke participatiebeleid voor de Omgevingswet.
              4. Blz. 328 Omgevingsvergunningen die passen in de Omgevingsvisie.
            2. Blz. 329 2.4.2 Een integrale uitvoering van de opgaven in de fysieke leefomgeving.
              1. Blz. 330 Er zijn programma’s onder de Omgevingswet voor ontwikkeling van de stad. Deze programma’s zijn opgenomen in de gemeentebrede omgevingsvisie.
              2. Blz. 331 Om als gemeente meer regie te nemen op ruimtelijke ontwikkelingen is de Nota grondbeleid in 2024 herijkt. In 2025 wordt dit nieuwe beleid toegepast.
            3. Blz. 332 2.4.3 Beleid voor de fysieke leefomgeving, dat aansluit bij de ambitie.
              1. Blz. 333 Kaders en het Omgevingsplan voor de fysieke leefomgeving (wettelijk) zijn actueel en worden gehandhaafd.
              2. Blz. 334 De komende jaren wordt het ‘Omgevingsplan van rechtswege’ stapsgewijs omgezet naar één integraal Omgevingsplan voor heel Wageningen. In 2025 hebben we hier deels invulling aan gegeven.
            4. Blz. 335 2.4.4 Ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving passen binnen onze ambitie.
              1. Blz. 336 Omgevingsplan en omgevingsvergunningen maken kleinere initiatieven van derden mogelijk, die passen in onze ambitie (leges).
              2. Blz. 337 Grote ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving passen in onze ambitie en worden projectmatig uitgevoerd (grondbedrijf).
              3. Blz. 338 Het project Grebbedijk is voorbereid en in uitvoering.
            5. Blz. 339 2.4.5 Identiteit van de stad is beleefbaar.
              1. Blz. 340 Cultuurhistorie is zichtbaar in Wageningen.
              2. Blz. 341 Het Erfgoedprogramma is vastgesteld.
              3. Blz. 342 Cultuurhistorie wordt gevierd.
              4. Blz. 343 Monumenten hebben een plek in de Omgevingsvisie en -plan.
            6. Blz. 344 2.4.6 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 345 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 346 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        7. Blz. 347 2.5 Klimaatneutraal 2030-2040
          1. Blz. 348 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 349 Doelstellingen
            1. Blz. 350 2.5.1 Er is 31% energie bespaard in 2040 ten opzichte van 2018 (Klimaatmonitor).
              1. Blz. 351 Bij gemeentelijk vastgoed worden energiebesparende maatregelen genomen en duurzame energieopwekking gerealiseerd.
              2. Blz. 352 De VvE-aanpak wordt uitgevoerd opdat VvE’s in staat zijn energie te besparen en hun resterende warmtevraag te verduurzamen.
              3. Blz. 353 Er is een handhavingsprogramma met als doel op bedrijven en instellingen toe te zien dat zij voldoen aan de wettelijke verplichtingen met betrekking tot energiebesparing (Wet Milieubeheer, EED, kantoorpanden label C 2023).
              4. Blz. 354 Er wordt een isolatiesubsidieregeling opgezet en uitgevoerd gericht op het verduurzamen van de slechts geïsoleerde koopwoningen (Wageningse Isolatieactie).
              5. Blz. 355 Een wijkgerichte isolatiesubsidieregeling wordt ontwikkeld en deels gerealiseerd. Als onderdeel van een wijkaanpak die zorgt voor een versnelling van de verduurzaming van de gebouwde omgeving.
              6. Blz. 356 Er is een actief energieloket om bedrijven, organisaties en verenigingen te ontzorgen, faciliteren en stimuleren tot het nemen van energiebesparende maatregelen.
              7. Blz. 357 Er is een actief energieloket om inwoners en VvE’s ontzorgen, faciliteren en stimuleren tot het nemen van energiebesparende maatregelen.
            2. Blz. 358 2.5.2 Er is 1847 TJ aan duurzame energie opgewekt in 2040 ten opzichte van 2018, hiervan is het streven de opgave aan duurzame elektriciteit in zonnevelden en windmolens in 2030 te behalen (Klimaatmonitor).
              1. Blz. 359 De Warmtevisie wordt herijkt en er wordt een start gemaakt met de wijkuitvoeringsplannen (WUP) voor de eerste drie wijken.
              2. Blz. 360 We stimuleren en faciliteren een duurzaam alternatief voor de gasgestookte WKK voor het warmtenet Noordwest. De realisatie valt buiten de invloedsfeer van de gemeente.
              3. Blz. 361 In 2025 is het warmtenet voor Proeftuin Aardgasvrije Wijk Benedenbuurt gerealiseerd.
              4. Blz. 362 In 2040 is voor alle gebouwen een duurzame en betaalbaar warmtevoorziening gerealiseerd die passend is voor de gebouwen.
              5. Blz. 363 In 2040 zijn minimaal 142 duizend zonnepanelen gerealiseerd op Wageningse daken en parkeerterreinen.
              6. Blz. 364 Innovatieve technieken zoals zon op gevels, energyhubs, wind op dak of lokale grids zijn in beeld en worden toegepast waar kan.
              7. Blz. 365 Windmolens worden gerealiseerd op basis van de Wageningse Windvisie en de Regionale Energiestrategie (streefdatum 2030), waarbij onder andere rekening wordt gehouden met een zorgvuldige inpassing in het landschap.
              8. Blz. 366 Zonneparken worden gerealiseerd op basis van Visie Buitengebied en de Regionale Energiestrategie (streefdatum 2030), waarbij onder andere rekening wordt gehouden met een zorgvuldige inpassing in het landschap.
              9. Blz. 367 Via samenwerkingsverband EnergieWeb wekt de gemeente Wageningen haar eigen energievraag op een duurzame manier op.
            3. Blz. 368 2.5.3 De klimaatimpact die gepaard gaat met productie en consumptie van voedsel is verminderd.
              1. Blz. 369 De gemeente geeft het goede voorbeeld als het gaat om inkoop van duurzame lokale producten, het aanbod van plantaardige opties, verminderen voedselverspilling en de verwerking van reststromen.
              2. Blz. 370 De voedselomgeving van Wageningen is gezonder in 2030 (Voedselagenda).
              3. Blz. 371 In 2030 is de lokale verkoop van duurzame en lokale producten van regionale boeren en producenten gestegen.
              4. Blz. 372 In Wageningen eten inwoners in 2030 minder dierlijk en meer plantaardig voedsel (Voedselagenda). Restaurants gaan meer plantaardige opties aanbieden.
              5. Blz. 373 In Wageningen verspillen inwoners, bedrijven en organisaties in 2030 minder voedsel. Reststromen worden beter verwerkt.
              6. Blz. 374 Meer initiatiefnemers hebben een plek gevonden in Wageningen om stadslandbouw toe te passen op een duurzame manier.
            4. Blz. 375 2.5.4 In 2025 hebben alle huishoudens die te maken hebben met energiearmoede de mogelijkheid (gehad) om hulp te krijgen bij energiebesparing (monitor: sociaal domein).
              1. Blz. 376 Inwoners met energiearmoede worden proactief laagdrempelige energiebesparende maatregelen, advies en ondersteuning aangeboden.
              2. Blz. 377 De gemeente en haar sociaal-maatschappelijke partners hebben kennis van, signaleren en bestrijden energiearmoede als onderdeel van bestaande en nieuwe werkprocessen.
              3. Blz. 378 Er is extra subsidie en ondersteuning voor het stimuleren van isoleren bij inwoners die kwetsbaar zijn voor energiearmoede.
            5. Blz. 379 2.5.5 In 2040 is alles wat de gemeente inkoopt volledig circulair, maken we zoveel mogelijk gebruik van circulaire en biobased bouwmaterialen en zamelt de gemeente slechts huishoudelijke grondstoffen in.
              1. Blz. 380 In de bouw (infra en nieuwbouw) wordt in 2030 50% minder primaire grondstoffen gebruikt.
              2. Blz. 381 Voor de inkoop van diensten en werken binnen de gemeentelijke organisatie verbruiken we in 2030 50% minder fossiele grondstoffen.
              3. Blz. 382 De gemeentelijke organisatie heeft inzicht in haar eigen presteren middels de invoering van de CO2-prestatieladder.
            6. Blz. 383 2.5.6 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 384 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 385 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        8. Blz. 386 2.6 Een veilige en gezonde leefomgeving
          1. Blz. 387 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 388 Doelstellingen
            1. Blz. 389 2.6.1 Milieunormen worden niet overschreden.
              1. Blz. 390 Ook in 2025 wordt met behulp van toezicht en handhaving gecontroleerd of normen op gebied van bodem, lucht, geluid, geur en energie niet worden overschreden.
              2. Blz. 391 Er wordt meer (eetbaar) groen aangeplant in de bebouwde kom.
              3. Blz. 392 Er wordt een duurzame reclamecode opgesteld met het doel reclame voor ongezond voedsel te weren en prikkels weg te nemen.
            2. Blz. 393 2.6.2 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 394 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 395 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        9. Blz. 396 2.7: Voldoende betaalbare woonruimte, duurzame en kwalitatieve goede woningen voor elke Wageninger, in groene wijken met plek voor ontmoeting.
          1. Blz. 397 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 398 Doelstellingen
            1. Blz. 399 2.7.1 Versnelling en realisatie van de woningbouwproductie in Wageningen als antwoord op de huishoudensprognose.
              1. Blz. 400 In de periode tussen 2020 en 2040 worden in Wageningen 3.500 woningen gerealiseerd, met hierbij een specifieke focus op 3.000 woningen tot 2030.
              2. Blz. 401 De woningbouwbehoefte wordt tweejaarlijks gemonitord. Op basis hiervan worden de aantallen te realiseren woningen indien nodig bijgesteld.
              3. Blz. 402 Aan de hand van het afwegingskader flexwonen is een keuze gemaakt voor de uitwerking van de mogelijkheden voor een locatie voor flexwonen.
              4. Blz. 403 Er is een strategie bepaald voor de zoeklocaties voor woningbouw, waaronder de locatie de Oksel.
              5. Blz. 404 De gemeente heeft een actievere rol bij aankoop grond ten behoeve van de ontwikkeling van betaalbare woningen, zoals bij de locatie Menzis.
              6. Blz. 405 Er komen meer woningen beschikbaar door het mogelijk maken van woningsplitsing en woningdelen.
              7. Blz. 406 We geven uitvoering aan het besluit over het versnellen en ophogen van de woningbouwontwikkeling.
            2. Blz. 407 2.7.2 Meer betaalbare en duurzame woningvoorraad.
              1. Blz. 408 Bij nieuwbouwontwikkeling zetten we in op voldoende betaalbare woningen in de betaalbare koop en sociale huur. We passen hierbij de herijkte woningmarktstrategie toe.
              2. Blz. 409 De bestaande woningvoorraad wordt verder verduurzaamd, met nadruk op het uitfaseren van energielabel EFG-woningen, om energielasten te verlagen en het wooncomfort te verhogen.
              3. Blz. 410 Het aanbod aan studentenhuisvesting voldoet aan de vraag naar kamers conform de actuele monitor studentenhuisvesting.
              4. Blz. 411 Het nieuw op te stellen volkshuisvestingsprogramma (Woonvisie) gaat in op de woonbehoefte en woonopgave van aandachtsgroepen en de wijze waarop gestreefd wordt naar meer balans in de woningvoorraad. De woningmarktstrategie wordt hierop aangepast.
              5. Blz. 412 De betaalbare sociale huurwoningvoorraad is in 2030 vergroot. De Woningstichting heeft als ambitie om 800 sociale huurwoningen te realiseren tot 2030, in diverse woningbouwplannen.
              6. Blz. 413 We werken met de Woningstichting aan de opgave door kansen te verkennen voor verdichten en optoppen bij hun bestaande voorraad.
              7. Blz. 414 De huisvestingsverordening wordt in 2025 aangepast op basis van de nieuwe Wet regie volkshuisvesting, die als doel heeft om onder andere meer kansengelijkheid te creëren in de huisvesting van mensen uit aandachtsgroepen.
              8. Blz. 415 Nieuw te bouwen woningen zijn (bijna) energieneutraal, met aandacht voor circulariteit en natuurinclusief bouwen. Dit resultaat draagt bij aan programma's 2.4 en 2.5.
              9. Blz. 416 Wageningen faciliteert en stimuleert CPO's en collectief wonen.
              10. Blz. 417 We faciliteren woningsplitsing om meer betaalbare woningen te realiseren.
            3. Blz. 418 2.7.3 Voldoende groen en plekken voor ontmoeting in nieuwe en in bestaande wijken.
              1. Blz. 419 Bij alle nieuwbouwplannen wordt gestreefd naar 30% kroonbedekking in de wijk. Bestaand groen wordt behouden en versterkt. Vanuit iedere woningen is er zicht op minimaal drie bomen. Dit resultaat draagt bij aan programma 2.3.
            4. Blz. 420 2.7.4 Vraag en aanbod van woningen met en zonder zorg zijn in balans.
              1. Blz. 421 Het aanbod aan nieuwe en bestaande (geclusterde) nultredenwoningen wordt gerichter toegewezen.
              2. Blz. 422 Geclusterde- en zorggeschikte woningen worden gerealiseerd met ‘dementievriendelijk wonen’ als norm.
              3. Blz. 423 De sociaal-economische kracht in de wijken wordt versterkt door bewoners met (sociale) problematiek te spreiden.
            5. Blz. 424 2.7.5 Voor ouderen en aandachtsgroepen is er voldoende geschikt en betaalbaar woonaanbod in de buurt van voorzieningen.
              1. Blz. 425 We hebben onderzocht hoe geclusterde woonvormen en zorggeschikte woningen (meer) gerealiseerd kunnen worden.
              2. Blz. 426 Er zijn zoekzones aangewezen om te bouwen voor ouderen en aandachtsgroepen (zoals gedefinieerd in de Woonzorgvisie).
            6. Blz. 427 2.7.6 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 428 De wettelijke taken worden uitgevoerd.
          3. Blz. 429 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        10. Blz. 430 2.8 Gemeentelijke gebouwen worden multifunctioneel ingezet
          1. Blz. 431 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 432 Doelstellingen
            1. Blz. 433 2.8.1 Het multifunctioneel gebruik van gemeentelijke gebouwen bevorderen.
              1. Blz. 434 Een strategisch vastgoed plan als afwegingskader welke maatschappelijke- en culturele instellingen worden gehuisvest in gemeentelijke gebouwen.
            2. Blz. 435 2.8.2 Gebouwen die niet meer nodig zijn, worden verkocht of benut als potentiële locatie voor woningbouw.
              1. Blz. 436 Aanwijzen van gemeentelijke gebouwen en locaties die geschikt zijn voor woningbouw op basis van het strategisch plan gemeentelijk vastgoed.
              2. Blz. 437 Niet-courant gemeentelijk vastgoed met de verwachte verkoopopbrengst zijn in beeld.
            3. Blz. 438 2.8.3 Streven naar een gezonde en kostendekkende exploitatie van gemeentelijke gebouwen.
              1. Blz. 439 Een nieuwe concessie overeenkomst voor de exploitatie van zwembad De Bongerd in afwachting van de besluitvorming over de keuze tussen renovatie of nieuwbouw.
              2. Blz. 440 Op basis van de strategische vastgoednota maken we een keuze over welke vrijkomende gemeentelijke gebouwen we aanhouden en eventueel nog gaan verwerven.
              3. Blz. 441 Het duurzaam in stand houden van gemeentelijke gebouwen en het klimaatneutraal maken ervan voor 2040.
          3. Blz. 442 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        11. Blz. 443 Algemene informatie programma 2
          1. Blz. 444 Beleidsindicatoren
          2. Blz. 445 Beleidskader bereikbaarheid
          3. Blz. 446 Beleidskader economische ontwikkeling
          4. Blz. 447 Beleidskader ruimtelijke ontwikkeling
          5. Blz. 448 Beleidskader klimaat
          6. Blz. 449 Beleidskader wonen
          7. Blz. 450 Betrokkenheid verbonden partijen Programma 2
          8. Blz. 451 Wat mag het kosten?
      5. Blz. 452 Programma 3 Bestuur en organisatie
        1. Blz. 453 Waarom dit programma?
        2. Blz. 454 Beoogd maatschappelijk effect
        3. Blz. 455 3.1 Een dienstverlenende en betrouwbare gemeente
          1. Blz. 456 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 457 Doelstellingen
            1. Blz. 458 3.1.1 De gemeente borgt dat de dienstverlening altijd voldoet aan de (nieuwe) wettelijke taken.
              1. Blz. 459 WOO (Wet Open Overheid) in lijn met wetgeving geïmplementeerd.
              2. Blz. 460 WMEBV (Wet Modernisering Elektronisch Bestuurlijk Verkeer) in lijn met wetgeving geïmplementeerd.
              3. Blz. 461 Omgevingswet is verankerd in de gemeentelijke processen.
              4. Blz. 462 We bereiden de nieuwe Archiefwet voor.
            2. Blz. 463 3.1.2 De gemeente levert dienstverlening met een hoge klanttevredenheid.
              1. Blz. 464 We bereiden ons voor op de introductie van servicenormen voor onze dienstverlening.
              2. Blz. 465 De basisregistraties waaronder BRP (Basis Registratie Personen), BAG (Basisadministratie Adressen en Gebouwen), BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie), WOZ (Waardering Onroerende Zaken) zijn op orde.
              3. Blz. 466 We bieden toegankelijke, transparante en veilige dienstverlening en dragen zorg voor gelijke informatiepositie.
            3. Blz. 467 3.1.3 De gemeente staat midden in de gemeenschap en is een betrouwbaar partner van inwoners, bedrijven en instellingen.
              1. Blz. 468 We zijn duidelijk en transparant over onze rol in processen en wat inwoners, organisaties en bedrijven van ons kunnen verwachten.
            4. Blz. 469 3.1.4 De gemeente heeft een actief participatiebeleid en investeert continu in democratische vernieuwing.
              1. Blz. 470 Alle inwoners, bedrijven en organisaties zijn in staat om mee te praten over het gemeentelijk beleid.
            5. Blz. 471 3.1.5 De gemeente is gastvrij in haar stadhuis als Huis van de Stad.
              1. Blz. 472 Meerdere maatschappelijke activiteiten in Stadhuis
          3. Blz. 473 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        4. Blz. 474 3.2 De gemeente in control en financieel gezond
          1. Blz. 475 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 476 Doelstellingen
            1. Blz. 477 3.2.1 We stellen vast dat we onze kritische processen beheersen.
              1. Blz. 478 Positieve ENSIA-zelfevaluatie/audit. Eenduidige Normatiek Single Information Audit is de methode waarmee een gemeente zich moet verantwoorden over de staat van de gegevensveiligheid en informatiebeveiliging.
              2. Blz. 479 LEAN-procesinterventies. LEAN is een methode om de bedrijfsprocessen gericht te optimaliseren en verbeteren.
              3. Blz. 480 Rapport doelmatigheidsonderzoek.
            2. Blz. 481 3.2.2 We passen risicomanagement toe bij de voorbereiding van, besluitvorming over en uitvoering van beleid.
              1. Blz. 482 Actueel gemeentelijk risicoprofiel
              2. Blz. 483 Actueel weerstandsvermogen
            3. Blz. 484 3.2.3 We voeren financieel beleid volgens de maatstaf ‘structureel en reëel begrotingsevenwicht’.
              1. Blz. 485 Programmabegroting 2025 & Meerjarenraming 2026-2028 is structureel en reëel in evenwicht.
            4. Blz. 486 3.2.4 We sturen op tijdige en juiste inzet van de beschikbaar gestelde financiële middelen.
              1. Blz. 487 Bestuursrapportage voor- en najaar 2025.
              2. Blz. 488 Begrotingswijzigingen 2025.
            5. Blz. 489 3.2.5 We verantwoorden de inzet van financiële middelen tijdig, juist en volledig.
              1. Blz. 490 Getrouwheidsverklaring van de accountant bij:
              2. Blz. 491 - De samenstelling van de baten en lasten over 2025 en het vermogen op 31 december 2025.
              3. Blz. 492 - De rechtmatigheidsverantwoording over 2025.
          3. Blz. 493 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        5. Blz. 494 3.3 Een Fitte organisatie
          1. Blz. 495 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 496 Doelstellingen
            1. Blz. 497 3.3.1 We zorgen voor een waarderende en inclusieve werkcultuur.
              1. Blz. 498 We brengen intern en extern DIG-beleid (Diversiteit, Inclusie & Gelijkwaardigheid) in de praktijk.
              2. Blz. 499 Feedback geven en ontvangen is een vanzelfsprekend onderdeel in onze samenwerking en in Het Goede Gesprek.
              3. Blz. 500 We hebben een sterke en aantrekkelijke arbeidsmarktpositie, waardoor we gekwalificeerde medewerkers vinden voor openstaande vacatures en bestaande medewerkers behouden.
            2. Blz. 501 3.3.2 We vergroten het sturend- en aanpassingsvermogen van de organisatie.
              1. Blz. 502 We ontwikkelen de leiderschapsstructuur van de organisatie verder met de borging van de teamleidersfunctie.
              2. Blz. 503 We zijn een Rijnlandse organisatie en medewerkers kennen deze filosofie voldoende om hieraan bij te dragen.
              3. Blz. 504 We werken procesgericht, hebben het proceseigenaarschap goed belegd en houden onze processen actueel.
              4. Blz. 505 We zetten Portfoliomanagement in, zodat het Management Team (MT) in samenwerking met het college meer inzicht en grip heeft om te sturen.
              5. Blz. 506 Projectmatig werken gebeurt organisatiebreed op een professionele en voldoende eenduidige wijze.
              6. Blz. 507 Onze managementinformatie (onder andere onze dashboards en Tellen en Vertellen) bevat steeds meer betekenisvolle sturingsinformatie zodat het MT meer inzicht en grip heeft om te sturen.
            3. Blz. 508 3.3.3 We zetten de duurzame inzetbaarheid van onze medewerkers centraal.
              1. Blz. 509 We zetten beleid en instrumenten in om veilig, gezond en vitaal te (blijven) werken.
              2. Blz. 510 Met het leer- en ontwikkelplan (LOP) en ons leerplatform Waaglab realiseren we een lerende organisatie.
              3. Blz. 511 We hebben aandacht voor alle levens- en loopbaanfasen van onze medewerkers.
              4. Blz. 512 We streven naar een verzuimpercentage dat niet hoger is dan het landelijk gemiddelde in gemeenteland, zoals gemeten door het A&O fonds (Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds, een landelijke project- en netwerkorganisatie van gemeenten en vakbonden).
            4. Blz. 513 3.3.4 In 2025 zijn we de beste werkgever.
              1. Blz. 514 Met een medewerkersbetrokkenheidsonderzoek creëren we gezamenlijk inzicht in de verbeterkansen voor de organisatie en vertalen we die naar acties.
              2. Blz. 515 We hebben een passend functie- en loongebouw.
          3. Blz. 516 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        6. Blz. 517 3.4 Een digitale organisatie
          1. Blz. 518 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 519 Doelstellingen
            1. Blz. 520 3.4.1 Medewerkers digitaal vaardig en bewust houden.
              1. Blz. 521 Nieuwe en bestaande medewerkers kennen de Wageningse ICT (Informatie- en Communicatie Technologie) en hoe ze die slim, veilig en privacybewust inzetten in hun werk.
              2. Blz. 522 Medewerkers blijven op de hoogte van de belangrijkste technologische ontwikkelingen en wat dit voor hun werk betekent (toepassing, kansen en aandachtspunten).
            2. Blz. 523 3.4.2 Sturen op beleid en uitvoering met data.
              1. Blz. 524 Er zijn instrumenten om te sturen op beleid, bedrijfsvoering en uitvoering.
              2. Blz. 525 Maatschappelijke opgaven worden zoveel mogelijk ondersteund met data om het effect van ons handelen te kunnen monitoren.
              3. Blz. 526 Er zijn afspraken over eigenaarschap, gebruik en beheer van data.
            3. Blz. 527 3.4.3 Online-dienstverlening en ICT-landschap bij de tijd houden.
              1. Blz. 528 De online dienstverlening is afgestemd op het Wageningse dienstverleningsconcept.
              2. Blz. 529 Er is beleid en architectuur voor de data- en digitaliseringsvraagstukken van de komende 3 jaren.
              3. Blz. 530 Er is een moderne werkplek die past bij de werkwijze van Wageningen.
              4. Blz. 531 Applicaties staan in de Cloud tenzij anders bepaald.
              5. Blz. 532 Bij vernieuwingen passen we moderne en bewezen standaarden en toepassingen toe.
              6. Blz. 533 We ronden het project Hybride werken af.
            4. Blz. 534 3.4.4 Grip houden op informatieveiligheid en privacy.
              1. Blz. 535 Het sturen op risico’s en treffen van maatregelen passend bij wet- en regelgeving is geborgd in de organisatie.
              2. Blz. 536 Er zijn jaarlijks prioriteiten opgesteld in een jaarplan of roadmap.
              3. Blz. 537 Er is een jaarlijkse verbetercyclus voor bedrijfscontinuïteitsmanagement.
              4. Blz. 538 We zijn voorbereid op de komst van NIS2 (een nieuwe Europese richtlijn voor Network Information Security) door middel van een implementatieplan.
            5. Blz. 539 3.4.5 De Informatiserings- & Automatiseringsorganisatie toekomstbestendig houden.
              1. Blz. 540 Regie-, beheer- en servicefuncties zijn ingericht en ingevuld.
              2. Blz. 541 Er is een procesmatige werkwijze voor ICT-regie en -services.
              3. Blz. 542 Niet-kerntaken zijn belegd bij derden.
          3. Blz. 543 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        7. Blz. 544 Algemene informatie programma 3
          1. Blz. 545 Beleidsindicatoren
          2. Blz. 546 Beleidskader bestuur en organisatie
          3. Blz. 547 Beleidskader P&C-cyclus
          4. Blz. 548 Betrokkenheid verbonden partijen Programma 3
          5. Blz. 549 Wat mag het kosten?
      6. Blz. 550 Moties en amendementen
        1. Blz. 551 Moties en Amendementen
      7. Blz. 552 Wettelijk verplichte beleidsindicatoren
        1. Blz. 553 Wettelijk verplichte beleidsindicatoren
    3. Blz. 554 Paragrafen
      1. Blz. 555 Paragraaf 1 Weerstandsvermogen & risicobeheersing
        1. Blz. 556 Inleiding
        2. Blz. 557 Beschikbare weerstandscapaciteit
        3. Blz. 558 Benodigde weerstandscapaciteit
        4. Blz. 559 Andere afgedekte gebeurtenissen
        5. Blz. 560 Weerstandsvermogen
        6. Blz. 561 Financiële kengetallen
      2. Blz. 562 Paragraaf 2 Onderhoud kapitaalgoederen
        1. Blz. 563 Inleiding
        2. Blz. 564 Verhardingen, groen en water
        3. Blz. 565 Openbare verlichting
        4. Blz. 566 Speelvoorzieningen
        5. Blz. 567 Water en riolering
        6. Blz. 568 Woningen, gebouwen, accommodaties
        7. Blz. 569 Scholen
      3. Blz. 570 Paragraaf 3 Bedrijfsvoering
        1. Blz. 571 Inleiding
        2. Blz. 572 Mens en organisatie
        3. Blz. 573 Inkoop en contracten
        4. Blz. 574 Data en Digitalisering: bouwen aan de Digitale Organisatie
        5. Blz. 575 Financieel beleid
        6. Blz. 576 In control
      4. Blz. 577 Paragraaf 4 Verbonden partijen
        1. Blz. 578 Inleiding
        2. Blz. 579 Overzicht verbonden partijen
        3. Blz. 580 Gemeenschappelijke regelingen
        4. Blz. 581 Vennootschappen en coöperaties
        5. Blz. 582 Stichtingen en verenigingen
      5. Blz. 583 Paragraaf 5 Grondbeleid
        1. Blz. 584 Inleiding
        2. Blz. 585 Kaders grondbedrijf
        3. Blz. 586 Onderhanden werken (OHW)
        4. Blz. 587 Kostenverhaallocaties (KVL)
        5. Blz. 588 Resultaat
        6. Blz. 589 Stand reserve grondexploitatie
      6. Blz. 590 Paragraaf 6 Lokale heffingen
        1. Blz. 591 Inleiding
        2. Blz. 592 Heffingen / belastingen 2025
        3. Blz. 593 Kwijtscheldingsbeleid
        4. Blz. 594 Kostendekkendheid heffingen
        5. Blz. 595 Kostendekkendheid leges
        6. Blz. 596 Opbrengsten lokale heffingen
        7. Blz. 597 Belastingdruk
        8. Blz. 598 Landelijke woonlastenpositie
      7. Blz. 599 Paragraaf 7 Financiering
        1. Blz. 600 Inleiding
        2. Blz. 601 Uitstaande geldleningen (ug)
        3. Blz. 602 Ontvangen geldleningen (og)
        4. Blz. 603 Renteontwikkeling en rentevisie
        5. Blz. 604 Garanties en borgstellingen
        6. Blz. 605 Kasgeldlimiet
        7. Blz. 606 Renterisiconorm
        8. Blz. 607 Liquiditeitsplanning
        9. Blz. 608 Schatkistbankieren
        10. Blz. 609 EMU-saldo en EMU-schuld
        11. Blz. 610 Renteschema
    4. Blz. 611 Financiële begroting
      1. Blz. 612 Overzicht baten en lasten
        1. Blz. 613 Overzicht baten en lasten
        2. Blz. 614 Overzicht baten en lasten
      2. Blz. 615 Geraamde baten en lasten per taakveld
        1. Blz. 616 Geraamde baten en lasten per taakveld
      3. Blz. 617 Verdeling taakvelden per programma
        1. Blz. 618 Verdeling taakvelden per programma
      4. Blz. 619 Incidentele baten en lasten per programma
        1. Blz. 620 Incidentele baten en lasten per programma
        2. Blz. 621 Incidentele baten en lasten 2025
        3. Blz. 622 Structureel en reëel evenwicht
      5. Blz. 623 Meerjarenoverzicht reserves en voorzieningen
        1. Blz. 624 Meerjarenoverzicht reserves en voorzieningen
      6. Blz. 625 Meerjarenbalans
        1. Blz. 626 Meerjarenbalans
    5. Zoeken
    6. Publicatie bijlagen
    7. Contact
    8. PrivacyStatement
    9. Sitemap