Sitemap

  1. Blz. 1 Programmabegroting 2024
    1. Blz. 2 Programmabegroting 2024 - 2027
    2. Blz. 3 Programma’s
      1. Blz. 4 Voorwoord
        1. Blz. 5 Besturen vanuit stabiliteit en balans
      2. Blz. 6 Inleiding
        1. Blz. 7 Uitgangspunten begroting
        2. Blz. 8 Begrotingsresultaat
        3. Blz. 9 Effect meicirculaire 2023
        4. Blz. 10 Kengetal belastingen
        5. Blz. 11 Overige effecten begrotingsresultaat
      3. Blz. 12 Leeswijzer
        1. Blz. 13 Opzet en inhoud van de programmabegroting
      4. Blz. 14 Programma 1 Wageningen sociaal
        1. Blz. 15 Waarom dit programma?
        2. Blz. 16 Beoogd maatschappelijk effect
        3. Blz. 17 1.1 Gezondheid, eenzaamheid en veerkracht
          1. Blz. 18 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 19 Doelstellingen
            1. Blz. 20 1.1.1 Kinderen en jongeren hebben een gezondere leefstijl.
              1. Blz. 21 Het aantal dagen dat kinderen buiten spelen en deelnemen aan buitenschoolse sportactiviteiten, is 5% verhoogd ten opzichte van de kindermonitor 2017 (bijvoorbeeld door inzet sport/buurtwerk en vergroening schoolpleinen).
              2. Blz. 22 In Wageningen zijn er minder kinderen met overgewicht dan het gemiddelde in Gelderland.
              3. Blz. 23 Jongeren zijn zich bewust van de gevolgen van het gebruik van alcohol, roken en drugs en het omgaan met groepsdruk.
            2. Blz. 24 1.1.2 Voorkomen dat kinderen en jongeren kampen met ernstigere psychische klachten door tijdig psychische klachten te signaleren en bespreekbaar te maken.
              1. Blz. 25 Kinderen en jongeren kunnen beter omgaan met psychische klachten door deze klachten te voorkomen, te signaleren en bespreekbaar te maken (o.a. inzet van SOH jeugd GGZ, inloop Jeugd en Gezin, jongerenwerk, maatschappelijk werk).
            3. Blz. 26 1.1.3 Inwoners met een lage sociaaleconomische status (SES) leven langer, langer in goede gezondheid en ervaren meer veerkracht.
              1. Blz. 27 In de Wageningse aandachtswijken hebben inwoners minder overgewicht (o.a. door beweegactiviteiten in de wijken, projecten gericht op een gezond voedingspatroon).
              2. Blz. 28 In de Wageningse aandachtswijken wordt er evenveel bewogen als het Wageningse gemiddelde. Wij gaan hierbij uit van de Nederlandse norm gezond bewegen (o.a. beweegactiviteiten Welsaam).
              3. Blz. 29 Inwoners ervaren meer bestaanszekerheid.
              4. Blz. 30 Inwoners hebben mogelijkheden om hun basisvaardigheden (taal, rekenen en digivaardigheden) te vergroten.
              5. Blz. 31 Mensen wonen en werken in een gezonde leefomgeving, zowel binnen als buiten.
              6. Blz. 32 In 2026 hebben we het gezondheidsbeleid ten aanzien van het verkleinen van sociaal-economische gezondheidsverschillen doorontwikkeld en geïmplementeerd.
            4. Blz. 33 1.1.4 We willen eenzaamheid voorkomen, signaleren en verminderen.
              1. Blz. 34 Inwoners ervaren minder eenzaamheid (bijvoorbeeld ontmoetingsactiviteiten bij partners in de stad, o.a. Huizen van de wijk/Markt 17 etc.).
              2. Blz. 35 Uitbreiding uitvoeringsplan Kind Centraal met uitbreiding doelgroep 12-18 jaar.
              3. Blz. 36 Ondertekende Samenwerkingsovereenkomst Kind Centraal.
              4. Blz. 37 In 2026 hebben we alle beleidsdomein/beleidsstukken met betrekking tot kansrijk opvoeden en opgroeien doorontwikkeld en geïmplementeerd.
          3. Blz. 38 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        4. Blz. 39 1.2 Armoedebestrijding en financiële zelfstandigheid
          1. Blz. 40 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 41 Doelstellingen
            1. Blz. 42 1.2.1 Alle inwoners in Wageningen kunnen voorzien in hun eerste levensbehoeften en hebben voldoende mogelijkheden om op een passende manier mee te doen in de samenleving.
              1. Blz. 43 Inwoners zijn duurzaam financieel zelfstandig.
              2. Blz. 44 Nieuw armoedebeleid, vastgesteld in 2023.
              3. Blz. 45 Een nieuw instumentarium aan regelingen, gebaseerd op het nieuwe armoedebeleid, vastgesteld in 2023.
              4. Blz. 46 Inwoners beschikken over de vaardigheden om financieel zelfstandig te zijn.
              5. Blz. 47 Inwoners met financiële zorgen komen tijdig in beeld om grotere problemen te voorkomen.
              6. Blz. 48 Bij meer inwoners doorbreken we de armoede van generatie op generatie.
              7. Blz. 49 Meer inwoners kunnen participeren ondanks een gebrek aan financiële middelen.
              8. Blz. 50 Inwoners ervaren voldoende veerkracht ondanks financiële zorgen.
              9. Blz. 51 In 2024 vergroten we de kansen op (betaald) werk voor alle inwoners.
            2. Blz. 52 1.2.2. Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 53 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 54 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        5. Blz. 55 1.3 Vrijheid en internationale samenwerking
          1. Blz. 56 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 57 Doelstellingen
            1. Blz. 58 1.3.1 We zijn vanuit Wageningen, Stad der Bevrijding, voortdurend zichtbaar als voorvechter en gangmaker voor het bewustzijn en daarmee de bevordering van individuele en collectieve vrijheid.
              1. Blz. 59 We bieden via Wageningen 45 een onderscheidend programma met impact: lokaal, regionaal, landelijk, internationaal, het hele jaar rond. Met ontmoetingen, evenementen, dialoog, kennisdeling en educatie. Fysiek en online.
            2. Blz. 60 1.3.2 In 2024 blijven we ons beleid rondom internationale samenwerking voortzetten.
              1. Blz. 61 Ook in 2024 worden verschillende uitwisselingen georganiseerd tussen scholen, groepen en organisaties uit Wageningen en onze partnersteden. Kennis- en ervaringen uitwisselen staat centraal.
              2. Blz. 62 Op 4 en 5 mei zijn vertegenwoordigers uit de partnersteden aanwezig om activiteiten rondom de herdenking en bevrijding bij te wonen.
              3. Blz. 63 We bouwen aan een netwerk van universiteitssteden samen met de WUR.
          3. Blz. 64 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        6. Blz. 65 1.4 Onderwijs en kinderopvang
          1. Blz. 66 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 67 Doelstellingen
            1. Blz. 68 1.4.1 Onderwijsachterstanden en ontwikkel- en taalspraakachterstanden zijn verminderd.
              1. Blz. 69 90% van alle kinderen en 80% van de kinderen met een voor- en vroegschoolse educatie (VVE) verwijzing stroomt succesvol door naar een reguliere groep 3.
              2. Blz. 70 90% van de leerlingen maakt na één jaar in de schakelklas een succesvolle overstap naar een passende reguliere groep.
              3. Blz. 71 Logopedische screening voor VVE kinderen en indicatiescreening alle kinderen groep 1 t/m 8 waar zorgen zijn.
              4. Blz. 72 Plan van aanpak Kansengelijkheid op laagdrempelige huiswerkbegeleiding, voorkomen van segregatie en bevorderen van integratie in het onderwijs.
              5. Blz. 73 Digitale middelen worden gefaciliteerd op scholen.
            2. Blz. 74 1.4.2 Alle leerlingen verlaten het onderwijs met een startkwalificatie.
              1. Blz. 75 Het aantal Voortijdig School Verlaters (VSV’ers) in de regio Vallei daalt tot 2024 met 1,5%.
              2. Blz. 76 Het relatief schoolverzuim bedraagt maximaal 2% van het aantal leerplichtigen.
            3. Blz. 77 1.4.3 Ieder kind ontwikkelt ecologisch bewustzijn en verantwoordelijkheid (draagt mede bij aan programma 2).
              1. Blz. 78 Er is een scholingsprogramma gericht op het stimuleren van ecologisch bewustzijn en verantwoordelijkheid.
            4. Blz. 79 1.4.4 Voor Wageningse leerlingen zijn scholen voor bijzonder en speciaal onderwijs buiten Wageningen goed bereikbaar.
              1. Blz. 80 De vervoerder verduurzaamt zijn wagenpark. Op het totaal van de kilometers passend vervoer schooljaar 2023/2024 wordt 10% met Euro-6, 40% met Groen gas (Biogas) en 50% met Elektrisch/Waterstof uitgevoerd.
            5. Blz. 81 1.4.5 Schoolgebouwen bieden een optimale leeromgeving, zijn toekomstig bestendig en multifunctioneel.
              1. Blz. 82 De meerjaren aanpak voor de verduurzaming en vernieuwing van de onderwijsgebouwen is vastgesteld en in uitvoering.
              2. Blz. 83 Er is voldoende adequate capaciteit voor onderwijshuisvesting.
              3. Blz. 84 Scholen hebben maatregelen genomen om hun schoolgebouw te verduurzamen.
            6. Blz. 85 1.4.6 Schoolpleinen dragen bij aan een groene speelomgeving.
              1. Blz. 86 Er zijn meer schoolpleinen vergroend en alle schoolpleinen zijn openbaar toegankelijk (zie ook resultaten bij programma 2).
            7. Blz. 87 1.4.7 Het kind centraal stellen in zijn/haar behoefte aan hulp en ondersteuning en een gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen voor alle kinderen.
              1. Blz. 88 Samenwerking onderwijs en jeugdhulp, één plan met betrokkenen (bijvoorbeeld onderwijszorgarrangement De Dijk, aansluiting school en thuis).
            8. Blz. 89 1.4.8 Meer Thuisnabij, passend onderwijs.
              1. Blz. 90 Zoveel mogelijk kinderen in Wageningen naar school.
            9. Blz. 91 1.4.9 Er is kwalitatief goede en veilige kinderopvang geboden.
              1. Blz. 92 Alle kinderopvanglocaties en gastouders zijn gecontroleerd en maatregelen zijn genomen bij eventuele onvolkomenheden (100%).
            10. Blz. 93 1.4.10 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 94 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 95 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        7. Blz. 96 1.5 Een leven lang sporten en bewegen
          1. Blz. 97 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 98 Doelstellingen
            1. Blz. 99 1.5.1 Inclusief sporten & bewegen: sporten en bewegen is mogelijk voor alle mensen die willen meedoen.
              1. Blz. 100 Meer bewustwording, samenwerking en sportbevordering om drempels weg te nemen voor die mensen die niet vanzelfsprekend sporten.
            2. Blz. 101 1.5.2 Van jongs af voldoende en vaardig bewegen.
              1. Blz. 102 Kinderen leren zwemmen en blijven zwemvaardig.
              2. Blz. 103 Kinderen maken kennis met het verschillende (georganiseerde) sportaanbod in Wageningen.
              3. Blz. 104 Scholen en kinderopvang bieden beweegactiviteiten aan.
            3. Blz. 105 1.5.3 Een duurzame en functionele sportinfrastructuur.
              1. Blz. 106 Sportaccommodaties worden breed en intensief gebruikt. De exploitatie van sportaccommodaties verbetert door hogere inkomsten (breder en intensiever gebruik) en lagere kosten (door functionele inzet, slimme spreiding en lagere energierekening).
              2. Blz. 107 Een beweegvriendelijk ingerichte openbare ruimte, zodat sporten en bewegen hier vanzelfsprekend is.
              3. Blz. 108 Herijkt sportbeleid in 2024.
              4. Blz. 109 In 2024 zijn randvoorwaarden ondersteunend voor mogelijkheden van beoefenen van sport en cultuur in openbare ruimte.
              5. Blz. 110 Het gebruik van sportvelden en binnensportaccommodaties is qua capaciteit geoptimaliseerd.
              6. Blz. 111 Nieuw of gerenoveerd zwembad.
              7. Blz. 112 Een goed geëxploiteerd zwembad.
            4. Blz. 113 1.5.4 Er zijn voldoende ontspanningsmogelijkheden in Wageningen voor jongeren onder de 25, aansluitend op de regio.
              1. Blz. 114 Onderzoeksrapport naar behoefte en aanbod op ontspanningsmogelijkheden voor jongeren.
              2. Blz. 115 Aangepaste beleidsstukken, doelen, resultaten, opdrachten o.b.v. inzichten uit onderzoeksrapport.
          3. Blz. 116 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        8. Blz. 117 1.6 Cultuur is een drager van een bruisend en vitaal Wageningen
          1. Blz. 118 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 119 Doelstellingen
            1. Blz. 120 1.6.1 Alle kinderen krijgen de kans om hun culturele interesses en bagage te ontwikkelen (onderdeel cultuuractieplan).
              1. Blz. 121 Alle kinderen maken kennis met kunst en cultuur op en rond de basisschool (cultuuractieplan).
              2. Blz. 122 Naschoolse cultuureducatie wordt op scholen aangeboden door een netwerk van vakdocenten.
            2. Blz. 123 1.6.2 Alle inwoners kunnen zich persoonlijk ontwikkelen en hun maatschappelijke kansen verbeteren.
              1. Blz. 124 Inwoners hebben toegang tot een professionele theatervoorziening.
              2. Blz. 125 Inwoners komen in aanraking met cultuur en culturele activiteiten.
              3. Blz. 126 Inventarisatie van bestuurlijke wensen verbetering Junushoff.
            3. Blz. 127 1.6.3 Alle inwoners hebben vrije toegang tot informatie en kennis.
              1. Blz. 128 Inwoners hebben toegang tot een openbare bibliotheekvoorziening die invulling geeft aan de 5 wettelijke functies.
              2. Blz. 129 Inwoners kunnen (waar mogelijk digitaal) kennis nemen van de geschiedenis van Wageningen.
              3. Blz. 130 Inwoners kunnen gericht zoeken naar foto's, prenten en (bouw-)tekeningen in een beeldbank.
              4. Blz. 131 Inwoners kunnen historische archieven raadplegen en hulp krijgen bij het doen van onderzoek.
              5. Blz. 132 Lokaal nieuws en achtergrondinformatie is beschikbaar via de lokale media.
              6. Blz. 133 We hebben een bijdrage beschikbaar gesteld voor de verbetering van de huisvesting van de Casteelse Poort op de huidige locatie.
              7. Blz. 134 We hebben besloten hoe(veel) de gemeente Wageningen wil investeren in de verbetering van de huisvesting van de bblthk.
            4. Blz. 135 1.6.4 Er is een aantrekkelijk cultureel klimaat in Wageningen (cultuuractieplan: thema's samenwerking en ruimtegebruik).
              1. Blz. 136 Actieve cultuurmakers worden gestimuleerd om samen onze cultuursector naar een hoger plan te brengen, waaronder het vinden van voldoende ruimte en landelijke subsidies voor innovatieve projecten.
              2. Blz. 137 In de Stedelijke Cultuurregio Ede-Wageningen wordt meer samengewerkt.
              3. Blz. 138 Vastgestelde vastgoednota dat huisvesting voor cultuurbeoefening en maatschappelijke gebruikers randvoorwaardelijk mogelijk maakt.
              4. Blz. 139 Minimaal 1 (nieuwe) locatie voor cultuurbeoefening gerealiseerd in 2025 (broedplaats).
              5. Blz. 140 Een vastgestelde subsidieregeling gericht op multifunctioneel gebruik van ruimten voor cultuurbeoefening.
              6. Blz. 141 In 2024 zijn randvoorwaarden ondersteunend voor mogelijkheden van beoefenen van sport en cultuur in openbare ruimte.
            5. Blz. 142 1.6.5 Er zijn voldoende ontspanningsmogelijkheden in Wageningen voor jongeren onder de 25, aansluitend op de regio.
              1. Blz. 143 Onderzoeksrapport naar behoefte en aanbod op ontspanningsmogelijkheden voor jongeren.
              2. Blz. 144 Aangepaste beleidsstukken, doelen, resultaten, opdrachten o.b.v. inzichten uit onderzoeksrapport.
            6. Blz. 145 1.6.6 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 146 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 147 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        9. Blz. 148 1.7 Een veilige en leefbare woon-, werk- en ondernemingsomgeving
          1. Blz. 149 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 150 Doelstellingen
            1. Blz. 151 1.7.1. We pakken ondermijning preventief, en indien nodig repressief aan.
              1. Blz. 152 Er zijn tenminste 4 integrale controles uitgevoerd.
              2. Blz. 153 Bewustwording inwoners en ondernemers vergroten door minimaal 10 communicatie-uitingen per jaar te doen over diverse onderwerpen van ondermijning.
            2. Blz. 154 1.7.2. Zorg en veiligheid door ontwikkelen naar niveau zoals voorgesteld door VNG.
              1. Blz. 155 Er is een opschalingsmodel ter voorkoming van escalatie naar standaard VNG.
              2. Blz. 156 Er is passende zorg en ondersteuning voor kwetsbare personen waaronder personen met verward gedrag.
              3. Blz. 157 Inwoners voelen zich veilig in hun wijk.
            3. Blz. 158 1.7.3. We stimuleren de onderlinge verdraagzaamheid in overlastdossiers.
              1. Blz. 159 Overlastmeldingen behandelen we zoals vastgesteld in de beleidsregels aanpak woonoverlast.
              2. Blz. 160 We overleggen in de Stuurgroep Veilig Uitgaan met de horeca, politie en omwonenden.
              3. Blz. 161 We maken onze organisatie bewust van het bestaan van polarisatie en radicalisering.
              4. Blz. 162 We stimuleren een fijne leefomgeving tussen studentenverenigingen en omwonenden.
            4. Blz. 163 1.7.4. Inwoners en ondernemers zich bewust van de gevaren van digitale criminaliteit. Daarnaast zijn we als organisatie voorbereid op een cyberaanval.
              1. Blz. 164 In ieder geval drie preventieve acties organiseren gericht op de doelgroepen jeugd, ouderen en ondernemers. Daarnaast organiseren we een keer de week van de digitale veiligheid. Als organisatie trainen en oefenen we op cyberveiligheid.
            5. Blz. 165 1.7.5 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 166 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 167 Welke risico's staan deze ambitie in de weg?
        10. Blz. 168 Algemene informatie programma 1
          1. Blz. 169 Beleidsindicatoren
          2. Blz. 170 Beleidskader maatschappelijke ontwikkeling
          3. Blz. 171 Beleidskader onderwijs
          4. Blz. 172 Beleidskader sport
          5. Blz. 173 Beleidskader cultuur
          6. Blz. 174 Beleidskader veiligheid
          7. Blz. 175 Betrokkenheid verbonden partijen
          8. Blz. 176 Wat mag het kosten?
      5. Blz. 177 Programma 2 Wageningen fysiek
        1. Blz. 178 Waarom dit programma?
        2. Blz. 179 Beoogd maatschappelijk effect
        3. Blz. 180 2.1 Infrastructuur en duurzame bijdrage mobiliteit
          1. Blz. 181 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 182 Doelstellingen
            1. Blz. 183 2.1.1 Goede bereikbaarheid voor alle modaliteiten, 'inclusief' voor alle inwoners en bezoekers
              1. Blz. 184 In 2024 is er een Omgevingsprogramma mobiliteit . Met o.a.:
              2. Blz. 185 - Doelstellingen omvang benodigde mobiliteitstransitie + maatregelen hoe deze transitie te bereiken;
              3. Blz. 186 - Beleid voor deelmobiliteit en hubs;
              4. Blz. 187 - Beleid voor Autoluwe wijken en buurten;
              5. Blz. 188 - (Nieuwe/vastgestelde) doelen en subdoelen worden in begroting 2025 verwerkt.
              6. Blz. 189 Stimuleren lopen dmv goede, aantrekkelijke en toegankelijke looproutes en door aantrekkelijke verblijfs-/voetgangersgebieden.
              7. Blz. 190 Bevorderen fiets door goede fietsroutes binnen Wageningen en naar omliggende gemeenten. Conform de update fietsnetwerkkaart netwerkvisie (2023).
              8. Blz. 191 Samen met regio Foodvalley en provincies wordt gewerkt aan hoogwaardig openbaar vervoer.
              9. Blz. 192 We monitoren jaarlijks de ongevallen en verkeersslachtoffers (doel: in 2026 gebeuren er tov 2019 minder ongelukken en vallen er minder verkeersslachtoffers in het verkeer in de stad).
              10. Blz. 193 Educatie, voorlichting en handhaving ten behoeve van voorkomen van ongevallen (in samenwerking met regio Foodvalley).
            2. Blz. 194 2.1.2 Een verkeersveilige en leefbare woon-, werk- school- en leefomgeving
              1. Blz. 195 Bewoners hebben invloed op hun directe leefomgeving, door actief in te spelen op kleine verkeersvragen en -knelpunten via onder andere Meldpunt Openbare Ruimte.
              2. Blz. 196 Duurzaam Veilig richtlijnen toepassen bij wegontwerp ten behoeve van verkeersveilige openbare ruimte (bij nieuwe ontwikkelingen en onderhoud van bestaande straten).
              3. Blz. 197 Goed inframanagement (conform niveau basis) ten behoeve van verkeersveiligheid, doorstroming en bereikbaarheid hulpdiensten.
              4. Blz. 198 Parkeerbeleid (voor auto als fiets) ten behoeve van juiste mate van leefbaarheid. Aanvullend op Omgevingsprogramma mobiliteit starten we met actualisatie parkeervisie en nota parkeernormen.
              5. Blz. 199 Vergunningen zoals evenement-, inrit- en omgevingsvergunning en gehandicaptenparkeren zijn getoetst en verstrekt.
              6. Blz. 200 Bij ruimtelijke plannen en herinrichtingsplannen geven we voorrang aan voetgangers en fietsers. Leidend is STOEP (ook voor parkeervoorzieningen).
              7. Blz. 201 In 2026 hebben we een wijk als pilot benoemd en uitgewerkt om veiligheid en leefbaarheid te verbeteren door aanpassing van de inrichting van de openbare ruimte.
              8. Blz. 202 We geven nadere invulling aan de autoluwe binnenstad. Met aandacht voor o.a.:
              9. Blz. 203 - Parkeeroplossing voor fiets en auto;
              10. Blz. 204 - Onderzoek kans voor pilot last mile delivery.
              11. Blz. 205 Geen sluipverkeer door woonwijken en over smalle wegen in het buitengebied. Hiervoor is nodig:
              12. Blz. 206 - Een robuuste hoofdinfrastructuur (voor auto, incl HOV) die huidige/toekomstige vraag naar capaciteit kan accommoderen en waar de doorstroming zo lang mogelijk op gang blijft en hinder zo min mogelijk optreedt;
              13. Blz. 207 - We onderzoeken of een snelheid van 30 km/h hieraan bijdraagt.
            3. Blz. 208 2.1.3 Verduurzamen van mobiliteit (Wageningen Klimaatneutraal 2030-2040)
              1. Blz. 209 Alle 100+ werkgevers zijn benaderd voor mogelijkheden verduurzaming mobiliteit. Dit doen we binnen de werkgeversaanpak van de regio foodvalley.
              2. Blz. 210 In 2025 bedraagt het totaal aantal laadpalen in de openbare ruimte: 112 laadpalen (conform visie openbare laadinfrastructuur 2030).
              3. Blz. 211 We onderzoeken de noodzaak en mogelijkheden om duurzaam goederentransport faciliteren.
              4. Blz. 212 We maken ons op provinciaal niveau sterk voor een concessie met een duurzaam openbaar vervoer leverancier.
            4. Blz. 213 2.1.4 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 214 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 215 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        4. Blz. 216 2.2 Een aantrekkelijk, sociaal, duurzaam en circulair economisch klimaat
          1. Blz. 217 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 218 Doelstellingen
            1. Blz. 219 2.2.1 Transparante en accurate ondernemersdienstverlening.
              1. Blz. 220 Behoeften ondernemers in beeld.
              2. Blz. 221 Nauwere samenwerking met andere platforms/organisaties (ondernemersverenigingen, kennis/onderwijsinstellingen).
              3. Blz. 222 Vlotte vergunningen procedures.
              4. Blz. 223 MKB ondernemers zien de gemeente Wageningen als aanspreekbaar en ondersteunend.
            2. Blz. 224 2.2.2 Een aantrekkelijke en levendige binnenstad ('een bruisende binnenstad').
              1. Blz. 225 Goed functionerende warenmarkt.
              2. Blz. 226 Openbare ruimte van de binnenstad is een prettige verblijfsomgeving, met kwaliteitsniveau basis en een verbeterde inrichting van straten en muren.
              3. Blz. 227 Optimale structuur binnenstad (waaronder looproutes, entrees, parkeren, groen en invulling vastgoed).
              4. Blz. 228 Vergroenen van de binnenstad en verbinden van groene stukken in de binnenstad (voorkomen van hittestress en een fijne verblijfsomgeving.
              5. Blz. 229 Ontmoetingsplekken voor jongeren.
              6. Blz. 230 Het kennisecosysteem is zichtbaar in de binnenstad.
              7. Blz. 231 Max 7 a 8 procent leegstand in de binnenstad.
              8. Blz. 232 Actieve marketing voor binnenstad.
              9. Blz. 233 Ondersteunen sociale en culturele activiteiten.
              10. Blz. 234 Gebiedsprogramma Binnenstad.
              11. Blz. 235 In de binnenstad ruimte geven aan nieuwe vormen van ondernemen.
              12. Blz. 236 De festivalagenda afgestemd in kennishart zodat er complementariteit is in de regio.
              13. Blz. 237 Een actueel en vernieuwd evenementenbeleid.
              14. Blz. 238 Er is ruimte voor innovatieve initiatieven ohgv innovatie, inspiratie, toerisme en ontspanning.
            3. Blz. 239 2.2.3 Verbinding (binnen)stad en WUR.
              1. Blz. 240 Er is samenwerking tussen de WUR - gemeente - samenleving ten behoeve van zichtbaarheid van de WUR in de binnenstad.
              2. Blz. 241 Uitvoering van de Stadsagenda en CityDealKennisMaken (CDKM)
              3. Blz. 242 Uitnodigende fysieke verbinding tussen campus, binnenstad en de regio.
              4. Blz. 243 We bouwen verder aan een duurzame samenwerkingsrelatie met de WUR en hebben een gezamenlijke lobby agenda.
            4. Blz. 244 2.2.4 Sterk vestigingsklimaat voor het kennisecosysteem
              1. Blz. 245 Aantrekkelijk woon- en verblijfsklimaat (vestigingsklimaat).
              2. Blz. 246 Behoud en aantrekken van nieuwe (met name) kennisintensieve bedrijven (nationaal en internationaal).
              3. Blz. 247 Hoogwaardige en goed bereikbare werklocaties voor bedrijven die een substantiële bijdrage leveren aan het kennisecosysteem en/of de impact economie.
              4. Blz. 248 Sterke positie binnen regio Foodvalley, waarin partners complementair zijn, gebaseerd op gezamenlijke ambities.
              5. Blz. 249 Toekomstbestendig BSPW.
              6. Blz. 250 Gebiedsprogramma Kennisas (samen met Provincie Gelderland en gemeente Ede) voor hoogwaardige en goed bereikbare campussen.
            5. Blz. 251 2.2.5 Aantrekkelijke functionele, duurzame en bereikbare werklocaties reguliere bedrijvigheid.
              1. Blz. 252 Er is een visie voor de Haven als onderdeel van de visie Bebouwde Kom (Omgevingsvisie).
              2. Blz. 253 Gevestigde bedrijven worden ondersteund bij ruimtebehoefte en ruimte voor nieuwe ondernemers wordt gefaciliteerd.
              3. Blz. 254 Aantrekkelijk vestigingsklimaat voor circulaire, sociale en duurzame bedrijven.
            6. Blz. 255 2.2.6 Een aantrekkelijk kwalitatief aanbod voor recreatie en toerisme.
              1. Blz. 256 Inwoners en bezoekers zijn op de hoogte van het toeristisch aanbod en het is duidelijk of er gebruik van wordt gemaakt.
              2. Blz. 257 Sterk recreatief en toeristisch aanbod.
            7. Blz. 258 2.2.7 Toekomstgericht voldoende passende banen, ook voor praktisch geschoolden (Balans op de arbeidsmarkt).
              1. Blz. 259 De gemeente heeft een regierol op het sociaal ondernemerschap, zowel het stimuleren en ondersteunen sociaal ondernemerschap als ook stimuleren sociale innovatie.
              2. Blz. 260 Er is een visie op balans op de arbeidsmarkt.
            8. Blz. 261 2.2.8 Er is in 2024 zicht op wat de factoren werk, inkomen in Wageningen kunnen doen om de brede welvaart te bevorderen.
              1. Blz. 262 We hebben onze positie bepaald. Het economische aandeel in de brede welvaart voor Wageningen is helder.
              2. Blz. 263 Vastgestelde economische visie met uitvoeringsprogramma/actieplan opgesteld én vastgesteld met partners in de stad en regio.
            9. Blz. 264 2.2.9 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 265 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 266 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        5. Blz. 267 2.3 Een groene en biodiverse leefomgeving
          1. Blz. 268 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 269 Doelstellingen
            1. Blz. 270 2.3.1 Een toename van de biodiversiteit (genetische variatie, soortendiversiteit en leefgebied).
              1. Blz. 271 De biodiversiteit van het buitengebied is verhoogd door landschappelijke inpassing van initiatieven en door de aanleg van landschapselementen in samenwerking met andere partijen. Het Landschapsfonds vervult hier ook een belangrijke rol in.
              2. Blz. 272 De biodiversiteit van het openbaar groen en water is verhoogd (zowel binnenstedelijk als in het buitengebied). Er wordt gestreefd naar meer en beter geschikt leefgebied voor een gevarieerde inheemse flora en fauna.
              3. Blz. 273 De waterkwantiteit in de stadsgracht is verhoogd, waardoor de waterkwaliteit en de visuele kwaliteit verbetert.
              4. Blz. 274 Er is een biodiversiteitsplan (inclusief uitvoeringsplan) opgesteld waarin de te behalen doelen en de maatregelen om deze te bereiken zijn uitgewerkt.
              5. Blz. 275 Meekoppelkansen voor uitvoering Noordelijke ecologische verbindingszone (NEVZ) worden benut.
              6. Blz. 276 Alle nieuwbouwplannen worden natuurinclusief en klimaatadaptief gerealiseerd en wordt minimaal 10% divers groen in de wijk gerealiseerd en bestaand groen in de woonomgeving behouden en versterkt (zie ook programma 2.7).
              7. Blz. 277 Vergroening van tuinen (Steenbreek), daken en schoolpleinen is door middel van subsidies gestimuleerd.
              8. Blz. 278 We verbinden groene en blauwe structuren in de stad en buitengebied zodat flora en fauna zich veilig kan verspreiden en verplaatsen door de stad.
              9. Blz. 279 We zorgen dat het verduurzamen en isoleren van gebouwen niet leidt tot aantasting van de populaties van beschermde gebouwbewonende diersoorten.
              10. Blz. 280 In alle ruimtelijke projecten worden ecologische en groene waarden en vergroten van de biodiversiteit als koppelkans meegenomen. Deze kansen liggen zowel bij gebouwen als in de groene buitenruimte.
              11. Blz. 281 Het versterken van biodiversiteit, op basis van landschapskenmerken, komt terug in de verschillende gebieden (Eng, Binnenveld).
              12. Blz. 282 Het percentage groen/blauwe landschapselementen in het buitengebied is toegenomen. De samenstelling van landschapselementen wordt gebaseerd op de landschapstypen.
              13. Blz. 283 Instandhouding en versterking van de hoofd/ecologische groenstructuur.
              14. Blz. 284 We bestrijden of beheersen invasie exoten om verdere uitbreiding en negatieve effecten op de biodiversiteit te voorkomen.
              15. Blz. 285 Activiteiten van inwoners en bedrijven die bijdragen aan de doelen uit het biodiversiteitsplan worden door middel van subsidies gestimuleerd.
            2. Blz. 286 2.3.2 Vergroten van de leefkwaliteit (kwantiteit en kwaliteit van het groen) waarmee gezondheid wordt bevorderd, geanticipeerd wordt op de klimaatverandering (klimaatadaptatie), meer CO2 wordt opgevangen en de ruimtelijke kwaliteit wordt vergroot.
              1. Blz. 287 Droogte en hitte zijn verminderd op locaties die hier het meest gevoelig voor zijn.
              2. Blz. 288 Er is jaarlijks een publiekscampagne uitgevoerd rondom vergroenen van tuinen, afkoppelen van regenwater etc.
              3. Blz. 289 Het groen is in diverse wijken omgevormd naar een toekomstbestendige vorm (klimaatbestendig, meer biodiversiteit en afgestemd op beheerniveau).
              4. Blz. 290 In samenwerking met andere partijen is de binnenstad en het Hooilandplein vergroend.
              5. Blz. 291 Instandhouding en versterking van de hoofd/ecologische groenstructuur.
              6. Blz. 292 Wateroverlast is verminderd op locaties die hier het meest gevoelig voor zijn door in te zetten op infiltratie.
              7. Blz. 293 Locaties zijn in kaart gebracht waar projecten ter verbetering van het groene leefklimaat en vermindering van hittestress als eerste uitgevoerd kunnen worden.
              8. Blz. 294 Er wordt uitvoering gegeven aan het uitvoeringsplan voor de Wageningse Eng.
              9. Blz. 295 Het Bomenbeleidsplan is vastgesteld, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan meer CO2 opvang en geanticipeerd wordt op klimaatverandering.
              10. Blz. 296 Regenwater wordt zo veel mogelijk vastgehouden op de plek waar het valt. De focus ligt hierbij in eerste instantie op de hogere zandgronden (bijvoorbeeld Benedenbuurt en Bovenbuurt).
              11. Blz. 297 In alle lopende en nieuwe projecten in de openbare ruimte worden vergroening en klimaatadaptatie als koppelkans meegenomen.
              12. Blz. 298 De klimaatbestendigheid van het openbaar groen is verhoogd door de soortenkeuze (van openbaar groen) bij vervanging/vernieuwing te blijven afstemmen op de verandering van het klimaat.
            3. Blz. 299 2.3.3 De openbare ruimte is schoon, heel en veilig.
              1. Blz. 300 In samenwerking met externe partners worden plannen ontwikkeld voor uitvoering van het onderhoud van de buitenruimte inclusief een slimme inzet van financiële middelen. Waaronder vervangingsinvesteringen voor groen en speeltoestellen.
            4. Blz. 301 2.3.4 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 302 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 303 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        6. Blz. 304 2.4 Een toekomstbestendige fysieke leefomgeving
          1. Blz. 305 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 306 Doelstellingen
            1. Blz. 307 2.4.1 Implementatie Omgevingswet
              1. Blz. 308 Er is een omgevingsplan voor de fysieke leefomgeving met een passend digitaal stelsel omgevingswet (DSO).
              2. Blz. 309 Er is een omgevingsvisie waarin de maatschappelijke opgaven in relatie tot de fysieke leefomgeving staan.
              3. Blz. 310 Initiatiefnemers en inwoners worden gefaciliteerd bij participatie over initiatieven, op grond van het gemeentelijke participatiebeleid voor de Omgevingswet.
              4. Blz. 311 Omgevingsvergunningen die passen in de omgevingsvisie.
            2. Blz. 312 2.4.2 Een integrale uitvoering van de opgaven in de fysieke leefomgeving
              1. Blz. 313 Er is een uitvoeringsprogramma opgesteld voor de ontwikkeling van de stad na het vaststellen van de Omgevingsvisie Bebouwde Kom.
              2. Blz. 314 We geven uitvoering aan het besluit over het versnellen en ophogen van de woningbouwontwikkeling.
              3. Blz. 315 De zoeklocaties uit het locatie-onderzoek woningbouw worden uitgewerkt.
              4. Blz. 316 Om als gemeente meer regie te nemen op ruimtelijke ontwikkelingen is de Nota grondbeleid herijkt. In 2024 wordt dit nieuwe beleid toegepast.
            3. Blz. 317 2.4.3 Beleid voor de fysieke leefomgeving, dat aansluit bij de ambitie
              1. Blz. 318 Kaders en bestemmingsplannen voor de fysieke leefomgeving (wettelijk) zijn actueel en worden gehandhaafd.
            4. Blz. 319 2.4.4 Ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving passen binnen onze ambitie
              1. Blz. 320 Bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen maken kleinere initiatieven van derden, die passen in onze ambitie, mogelijk (leges).
              2. Blz. 321 Grote ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving passen in onze ambitie en worden projectmatig uitgevoerd (grondbedrijf).
              3. Blz. 322 Het project Grebbedijk is in uitvoering.
              4. Blz. 323 Het project Grebbedijk is voorbereid.
            5. Blz. 324 2.4.5 Identiteit van de stad is beleefbaar
              1. Blz. 325 Cultuurhistorie is zichtbaar in Wageningen.
              2. Blz. 326 Cultuurhistorie wordt gevierd.
              3. Blz. 327 Monumenten hebben een plek in de omgevingsvisie en -plan.
            6. Blz. 328 2.4.6 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 329 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 330 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        7. Blz. 331 2.5 Klimaatneutraal 2030-2040
          1. Blz. 332 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 333 Doelstellingen
            1. Blz. 334 2.5.1 Er is 31% energie bespaard in 2040 ten opzichte van 2018 (klimaatmonitor).
              1. Blz. 335 Bij gemeentelijk vastgoed worden energiebesparende maatregelen genomen en duurzame energieopwekking gerealiseerd.
              2. Blz. 336 Er is een aanpak voor VvE’s hoe zij energie kunnen besparen en hun resterende warmtevraag duurzaam kunnen invullen.
              3. Blz. 337 Er is een handhavingsprogramma met als doel op bedrijven en instellingen toe te zien dat zij voldoen aan de wettelijke verplichtingen met betrekking tot energiebesparing (Wet Milieubeheer, EED, kantoorpanden label C 2023).
              4. Blz. 338 Er is een regionaal energiedienstenbedrijf die energiemaatregelen aanbiedt als onderdeel van een wijkaanpak en voor een versnelling zorgt voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving.
              5. Blz. 339 Er zijn actieve energieloketten voor inwoners en bedrijven die klanten ontzorgen, faciliteren en stimuleren tot het nemen van energiemaatregelen.
            2. Blz. 340 2.5.2 Er is 1847 TJ aan duurzame energie opgewekt in 2040 ten opzichte van 2018, hiervan is het streven de opgave aan duurzame elektriciteit in zonnevelden en windmolens in 2030 te behalen (klimaatmonitor).
              1. Blz. 341 Er is een actuele Warmtevisie die wordt uitgevoerd.
              2. Blz. 342 In 2025 is het warmtenet voor Proeftuin Aardgasvrije Wijk Benedenbuurt gerealiseerd.
              3. Blz. 343 In 2025 is er een duurzaam alternatief in gebruik voor de gasgestookte WKK voor het warmtenet Noordwest.
              4. Blz. 344 In 2040 is in Wageningen door warmtepartners een open duurzaam warmtenet gerealiseerd waarop enkele duizenden woningen, bedrijven en instellingen zijn aangesloten.
              5. Blz. 345 In 2040 zijn minimaal 142.000 zonnepanelen gerealiseerd op Wageningse daken en parkeerterreinen.
              6. Blz. 346 Innovatieve technieken zoals wind op dak of lokale grids zijn in beeld en worden toegepast.
              7. Blz. 347 Windmolens worden gerealiseerd op basis van de Wageningse Windvisie en de Regionale Energiestrategie (streefdatum 2030), waarbij onder andere rekening wordt gehouden met een zorgvuldige inpassing in het landschap.
              8. Blz. 348 Zonneparken worden gerealiseerd op basis van Visie Buitengebied en de Regionale Energiestrategie (streefdatum 2030), waarbij onder andere rekening wordt gehouden met een zorgvuldige inpassing in het landschap.
            3. Blz. 349 2.5.3 De klimaatimpact die gepaard gaat met productie en consumptie van voedsel is verminderd.
              1. Blz. 350 De gemeente geeft het goede voorbeeld als het gaat om inkoop van duurzame lokale producten, aanbod van plantaardige opties, verminderen voedselverspilling en de verwerking van reststromen.
              2. Blz. 351 De voedselomgeving van Wageningen is in 2030 gezonder (voedselagenda).
              3. Blz. 352 In 2030 is de lokale verkoop van duurzame en lokale producten van regionale boeren en producenten gestegen.
              4. Blz. 353 In Wageningen eten inwoners in 2030 minder dierlijk en meer plantaardig voedsel (Voedselagenda). Restaurants gaan meer plantaardige opties aanbieden.
              5. Blz. 354 In Wageningen verspillen inwoners, bedrijven en organisaties in 2030 minder voedsel. Reststromen worden beter verwerkt.
              6. Blz. 355 Meer initiatiefnemers hebben een plek gevonden in Wageningen om stadslandbouw toe te passen op een duurzame manier.
            4. Blz. 356 2.5.4 In 2025 hebben alle huishoudens die te maken hebben met energiearmoede de mogelijkheid (gehad) om hulp te krijgen bij energiebesparing (monitor: sociaal domein).
              1. Blz. 357 Het bestrijden van energiearmoede is onderdeel van het reguliere (duurzaamheid en sociaal-maatschappelijk) werk van de gemeente en haar ketenpartners.
              2. Blz. 358 Via generieke en wijk-/straatgerichte werkwijzen worden inwoners met energiearmoede passende energiebesparende maatregelen, advies en ondersteuning aangeboden.
            5. Blz. 359 2.5.5 In 2040 is alles wat de gemeente inkoopt volledig circulair, maken we zoveel mogelijk gebruik van circulaire en biobased bouwmaterialen en zamelt de gemeente slechts huishoudelijke grondstoffen in.
              1. Blz. 360 In de bouw (infra en nieuwbouw) wordt in 2030 50% minder primaire grondstoffen gebruikt.
              2. Blz. 361 Voor de inkoop van diensten en werken binnen de gemeentelijke organisatie verbruiken we in 2030 50% minder fossiele grondstoffen.
            6. Blz. 362 2.5.6 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 363 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 364 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        8. Blz. 365 2.6 Een veilige en gezonde leefomgeving
          1. Blz. 366 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 367 Doelstellingen
            1. Blz. 368 2.6.1 Milieunormen worden niet overschreden
              1. Blz. 369 Ook in 2024 wordt met behulp van toezicht en handhaving gecontroleerd of normen op gebied van bodem, lucht, geluid, geur en energie niet worden overschreden.
            2. Blz. 370 2.6.2 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 371 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 372 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        9. Blz. 373 2.7: Voldoende betaalbare woonruimte, duurzame en kwalitatieve goede woningen voor elke Wageninger, in een groene wijk met plek voor ontmoeting.
          1. Blz. 374 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 375 Doelstellingen
            1. Blz. 376 2.7.1 Versnelling en mogelijke ophoging van de woningbouwproductie in Wageningen in antwoord op de verhoogde huishoudensprognose van circa 3.500 tot 3.800 huishoudens tot 2040.
              1. Blz. 377 In de periode tussen 2020 en 2040 worden in Wageningen 3.500 woningen gerealiseerd, met hierbij een specifieke focus op 3.000 woningen tot 2030.
              2. Blz. 378 De woningbouwbehoefte wordt tweejaarlijks gemonitord. Op basis hiervan worden de aantallen te realiseren woningen indien nodig bijgesteld. In 2024 vindt er een monitoring van de woningbehoefte plaats.
              3. Blz. 379 Om als gemeente meer regie te nemen op de ontwikkeling van betaalbare woningen is de Nota grondbeleid herijkt. In 2024 wordt dit nieuwe beleid toegepast.
            2. Blz. 380 2.7.2 Meer betaalbare en duurzame woningvoorraad.
              1. Blz. 381 De woningmarktstrategie wordt naar aanleiding van de evaluatie geactualiseerd met als doel om woningbouwprojecten te versterken met behoud van betaalbaarheidsdoelstellingen.
              2. Blz. 382 - Hierbij nemen we het Rijkskader met als verplichting voor minimaal tweederde betaalbare woningbouw als uitgangspunt.
              3. Blz. 383 De bestaande woningvoorraad wordt verder verduurzaamd met oog voor een eerlijke verdeling van de energielasten. Randvoorwaardelijk hiervoor is programma 2.5.
              4. Blz. 384 Het aanbod aan studentenhuisvesting voldoet aan de vraag naar kamers, overeenkomstig de notitie locatiekeuze 2017 en de actuele monitor studentenhuisvesting.
              5. Blz. 385 Het nieuw op te stellen volkshuisvestingsprogramma (Woonvisie) gaat in op de woonbehoefte en woonopgave van aandachtsgroepen en de wijze waarop gestreefd wordt naar meer balans in de woningvoorraad. De woningmarktstrategie wordt hierop aangepast.
              6. Blz. 386 De betaalbare sociale huurwoningvoorraad is in 2030 vergroot.
              7. Blz. 387 De huisvestingsverordening wordt in 2024 aangepast op basis van nieuwe wetsvoorstellen, die als doel hebben om o.a meer kansengelijkheid te creëren in de huisvesting van mensen uit aandachtsgroepen en lokale voorrang te realiseren.
              8. Blz. 388 Nieuw te bouwen woningen zijn (bijna) energieneutraal met ook aandacht voor circulariteit en natuurinclusief bouwen. Dit resultaat draagt bij aan programma's 2.4 en 2.5.
              9. Blz. 389 Voor 2026 zijn er kaders voor alternatieve woonvormen en de financiering daarvan (CPO-projecten, woningsplitsing, koopgarant, erfpacht, etc.). We ontwikkelen een afwegingskader voor flexwonen.
            3. Blz. 390 2.7.3 Voldoende groen en plekken voor ontmoeting in nieuwe en in bestaande wijken.
              1. Blz. 391 Bij alle nieuwbouwplannen wordt minimaal 10% divers groen in de wijk gerealiseerd en bestaand groen in de woonomgeving behouden en versterkt. Dit resultaat draagt bij aan programma 2.3.
            4. Blz. 392 2.7.4 Inwoners kunnen zo zelfstandig mogelijk wonen in een woning op maat, met voldoende mogelijkheden voor zorg op maat.
              1. Blz. 393 Er zijn meer woonzorginitiatieven door en voor Wageningse inwoners.
              2. Blz. 394 Het aanbod van woningen die geschikt zijn voor senioren is in 2030 vergroot door zowel nieuwbouwplannen als levensloopbestendige aanpassingen in de bestaande woningvoorrraad.
              3. Blz. 395 Opstellen Visie Wonen & Zorg, welke wordt vertaald in een uitvoeringsplan Wonen & Zorg. Voor deze visie en het uitvoeringsplan wordt een dashboard ingericht met ter zake doende data.
            5. Blz. 396 2.7.5 Uitvoering wettelijke taken.
              1. Blz. 397 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 398 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        10. Blz. 399 2.8 Gemeentelijke gebouwen worden multifunctioneel ingezet
          1. Blz. 400 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 401 Doelstellingen
            1. Blz. 402 2.8.1 Het multifunctioneel gebruik van gemeentelijke gebouwen bevorderen.
              1. Blz. 403 Een strategisch vastgoed plan als afwegingskader welke maatschappelijke- en culturele instellingen worden gehuisvest in gemeentelijke gebouwen.
            2. Blz. 404 2.8.2 Gebouwen die niet meer nodig zijn worden verkocht of benut als potentiële locatie voor woningbouw.
              1. Blz. 405 Aanwijzen van gemeentelijke gebouwen en locaties die geschikt zijn voor woningbouw op basis van het strategisch plan gemeentelijk vastgoed.
              2. Blz. 406 De verkoop van gemeentelijke gebouwen tot en met 2023 is opgeschort in afwachting van het strategisch vastgoed plan. De netto verkoopopbrengst van incidenteel € 2.641.000,- wordt op basis van de uitkomst van het strategisch plan opnieuw bepaald.
            3. Blz. 407 2.8.3 Streven naar een gezonde en kostendekkende exploitatie van gemeentelijke gebouwen.
              1. Blz. 408 Een nieuwe concessie overeenkomst voor de exploitatie van zwembad De Bongerd in afwachting van de besluitvorming voor de keuze tussen renovatie of nieuwbouw.
              2. Blz. 409 Het duurzaam in stand houden van gemeentelijke gebouwen en het klimaatneutraal maken voor 2040.
          3. Blz. 410 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        11. Blz. 411 Algemene informatie programma 2
          1. Blz. 412 Beleidsindicatoren
          2. Blz. 413 Beleidskader bereikbaarheid
          3. Blz. 414 Beleidskader economische ontwikkeling
          4. Blz. 415 Beleidskader ruimtelijke ontwikkeling
          5. Blz. 416 Beleidskader klimaat
          6. Blz. 417 Beleidskader wonen
          7. Blz. 418 Betrokkenheid verbonden partijen
          8. Blz. 419 Wat mag het kosten?
      6. Blz. 420 Programma 3 Bestuur en organisatie
        1. Blz. 421 Waarom dit programma?
        2. Blz. 422 Beoogd maatschappelijk effect
        3. Blz. 423 3.1 Transparante overheid
          1. Blz. 424 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 425 Doelstellingen
            1. Blz. 426 3.1.1 We halen minimaal een 7 op onze klanttevredenheidonderzoeken naar dienstverlening
              1. Blz. 427 Er is een goede accurate persoonsregistratie.
              2. Blz. 428 Onze dienstverlening is afgestemd waar mogelijk met onze ketenpartners en medeoverheden zodat inwoners, ondernemers en organisaties integrale optimale dienstverlening ervaren.
              3. Blz. 429 We bieden toegankelijke, transparante en veilige dienstverlening en dragen zorg voor gelijke informatiepositie.
              4. Blz. 430 We zijn duidelijk en transparant over de rol die we innemen in processen en wat inwoners, organisaties en bedrijven van ons kunnen verwachten en andersom.
            2. Blz. 431 3.1.2 Dienstverlening voortdurend verbeteren passend bij de landelijke ontwikkelingen en bij de behoefte van onze inwoners, bedrijven en organisaties
              1. Blz. 432 Dienstverlening aan inwoners, ondernemers en organisaties op een correcte en gastvrije wijze via de contactvorm die zij kiezen, vanuit het principe 'online waar het kan en persoonlijk waar het moet' (coronaproof).
              2. Blz. 433 Onze dienstverlening sluit aan bij de huidige behoeften en ontwikkelingen.
              3. Blz. 434 Zicht hebben op de behoefte van onze inwoners, bedrijven en organisaties.
            3. Blz. 435 3.1.3 Democratische vernieuwing en bestuurlijke vernieuwing
              1. Blz. 436 Alle inwoners, bedrijven en organisaties zijn in staat om mee te praten over het gemeentelijk beleid.
            4. Blz. 437 3.1.4 Uitvoering van representatietaken en dergelijke is op het niveau zoals in de afgelopen jaren
              1. Blz. 438 Taken voor representatie en dergelijke zijn uitgevoerd, onder andere de verplichtingen voor college en raad.
            5. Blz. 439 3.1.5 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 440 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 441 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        4. Blz. 442 3.2 Een goed functionerende wendbare organisatie
          1. Blz. 443 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 444 Doelstellingen
            1. Blz. 445 3.2.1 De organisatie heeft de informatie en het advies dat nodig is om besluiten te nemen
              1. Blz. 446 Adviseren en sturing geven aan de organisatie over de inzet van mensen en bedrijfsmiddelen zodat de organisatie effectief is in het oplossen van vraagstukken.
            2. Blz. 447 3.2.2 Externe financiering aantrekken
              1. Blz. 448 Geld aantrekken waarmee andere doelen gerealiseerd kunnen worden.
            3. Blz. 449 3.2.3 Een goede en veilige werkomgeving
              1. Blz. 450 We werken digitaal samen via een vergaderomgeving.
            4. Blz. 451 3.2.4 Flexibele bedrijfsvoering
              1. Blz. 452 Een applicatielandschap dat ontwikkelingen en nieuwe wettelijke taken in de toekomst kan faciliteren (realisatie middels Programam Digitale Organisatie).
              2. Blz. 453 Een getransformeerde en doorontwikkelende organisatie/bedrijfsvoering waarbij we onderzoek doen naar het (huidige) organisatiemodel.
              3. Blz. 454 Uit onderzoek moet blijken of we Bedrijfsvoeringonderdelen slimmer/efficiënter kunnen organiseren. Uitkomst is een goed toegeruste medewerker die tevreden (samen)werkt binnen de fysieke en mentale werkomgeving.
            5. Blz. 455 3.2.5 De organisatie is in control
              1. Blz. 456 Collegeverklaring en ENSIA op orde.
              2. Blz. 457 Goedkeurende accountantsverklaring.
              3. Blz. 458 Rechtmatigheidsverantwoording.
            6. Blz. 459 3.2.6 Huis van de Stad
              1. Blz. 460 Startpunt en stadhuis zijn ook beschikbaar voor maatschappelijke activiteiten.
            7. Blz. 461 3.2.7 ICT voor minimaal de huidige wettelijke taken
              1. Blz. 462 Een applicatielandschap dat afdoende is om minimaal de huidige wettelijke taken uit te voeren. We doorstaan landelijke audits (ENSIA e.d.) en andere landelijke verantwoording aan het Rijk.
              2. Blz. 463 Een applicatielandschap dat tijdig, rechtmatig en toekomstgericht vervangen wordt om minimaal de wettelijke taken uit te kunnen uitvoeren.
              3. Blz. 464 Een ICT-infrastructuur die afdoende is om minimaal de huidige wettelijke taken te kunnen uitvoeren.
            8. Blz. 465 3.2.8 Uitvoering wettelijke taken
              1. Blz. 466 De wettelijke taken zijn uitgevoerd.
          3. Blz. 467 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        5. Blz. 468 3.3 Slimme inzet van middelen
          1. Blz. 469 Wat willen we bereiken?
          2. Blz. 470 Doelstellingen
            1. Blz. 471 3.3.1 Beleidseffectiviteit voor alle programma's wordt vergroot. Specifiek onderdeel van beleid risicomanagement is bewust verzekeren (risicostrategie met reële verzekeringspremies)
              1. Blz. 472 Risicomanagementbeleid is bestuurlijk vastgesteld en geïmplementeerd, waarbij bestuur en het ambtelijk apparaat meer bewust worden gemaakt van risico's en te nemen beheermaatregelen als onderdeel van het in control komen.
            2. Blz. 473 3.3.2 De mogelijkheid om extra belastingen te heffen en extra inkomen te generen
              1. Blz. 474 Lobby naar Den Haag om de wettelijke basis voor extra belastinginkomsten te verruimen.
          3. Blz. 475 Welke risico’s staan deze ambitie in de weg?
        6. Blz. 476 Algemene informatie programma 3
          1. Blz. 477 Beleidsindicatoren
          2. Blz. 478 Beleidskader transparante overheid
          3. Blz. 479 Beleidskader P&C-cyclus
          4. Blz. 480 Betrokkenheid verbonden partijen
          5. Blz. 481 Wat mag het kosten?
      7. Blz. 482 Moties en amendementen
        1. Blz. 483 Moties en Amendementen
      8. Blz. 484 Wettelijk verplichte beleidsindicatoren
        1. Blz. 485 Wettelijk verplichte beleidsindicatoren
    3. Blz. 486 Paragrafen
      1. Blz. 487 Paragraaf 1 Weerstandsvermogen & risicobeheersing
        1. Blz. 488 Inleiding
        2. Blz. 489 Beschikbare weerstandscapaciteit
        3. Blz. 490 Andere afgedekte gebeurtenissen
        4. Blz. 491 Weerstandsvermogen
        5. Blz. 492 Financiële kengetallen
      2. Blz. 493 Paragraaf 2 Onderhoud kapitaalgoederen
        1. Blz. 494 Inleiding
        2. Blz. 495 Verhardingen, groen en water
        3. Blz. 496 Openbare verlichting
        4. Blz. 497 Speelvoorzieningen
        5. Blz. 498 Water en riolering
        6. Blz. 499 Woningen, gebouwen, accommodaties
        7. Blz. 500 Scholen
      3. Blz. 501 Paragraaf 3 Bedrijfsvoering
        1. Blz. 502 Inleiding
        2. Blz. 503 Gastheerschap in ons Huis van de Stad
        3. Blz. 504 Mens en organisatie
        4. Blz. 505 Inkoop en contracten
        5. Blz. 506 Data en Digitalisering: bouwen aan de Digitale Organisatie
        6. Blz. 507 Financieel beleid
        7. Blz. 508 In control
        8. Blz. 509 Energiecontract 2024
      4. Blz. 510 Paragraaf 4 Verbonden partijen
        1. Blz. 511 Inleiding
        2. Blz. 512 Overzicht verbonden partijen
        3. Blz. 513 Gemeenschappelijke regelingen
        4. Blz. 514 Vennootschappen en coöperaties
        5. Blz. 515 Stichtingen en verenigingen
        6. Blz. 516 Overige verbonden partijen
      5. Blz. 517 Paragraaf 5 Grondbeleid
        1. Blz. 518 Inleiding
        2. Blz. 519 Kaders grondbedrijf
        3. Blz. 520 Onderhanden werken (OHW)
        4. Blz. 521 Kostenverhaallocaties (KVL)
        5. Blz. 522 Resultaat
        6. Blz. 523 Stand reserve grondexploitatie
      6. Blz. 524 Paragraaf 6 Lokale heffingen
        1. Blz. 525 Inleiding
        2. Blz. 526 Heffingen / belastingen 2024
        3. Blz. 527 Kwijtscheldingsbeleid
        4. Blz. 528 Kostendekkendheid heffingen
        5. Blz. 529 Belastingopbrengsten
        6. Blz. 530 Belastingdruk
      7. Blz. 531 Paragraaf 7 Financiering
        1. Blz. 532 Inleiding
        2. Blz. 533 Uitstaande geldleningen (ug)
        3. Blz. 534 Ontvangen geldleningen (og)
        4. Blz. 535 Renteontwikkeling en rentevisie
        5. Blz. 536 Garanties en borgstellingen
        6. Blz. 537 Kasgeldlimiet
        7. Blz. 538 Renterisiconorm
        8. Blz. 539 Liquiditeitsplanning
        9. Blz. 540 Schatkistbankieren
        10. Blz. 541 EMU-saldo en EMU-schuld
        11. Blz. 542 Renteschema
    4. Blz. 543 Financiële begroting
      1. Blz. 544 Overzicht baten en lasten
        1. Blz. 545 Overzicht baten en lasten
        2. Blz. 546 Overzicht baten en lasten
      2. Blz. 547 Geraamde baten en lasten per taakveld
        1. Blz. 548 Geraamde baten en lasten per taakveld
      3. Blz. 549 Verdeling taakvelden per programma
        1. Blz. 550 Verdeling taakvelden per programma
      4. Blz. 551 Incidentele baten en lasten per programma
        1. Blz. 552 Incidentele baten en lasten per programma
        2. Blz. 553 Incidentele baten en lasten > € 100.000
        3. Blz. 554 Structureel en reëel evenwicht
      5. Blz. 555 Meerjarenoverzicht reserves en voorzieningen
        1. Blz. 556 Meerjarenoverzicht reserves en voorzieningen
      6. Blz. 557 Meerjarenbalans
        1. Blz. 558 Meerjarenbalans
    5. Zoeken
    6. Publicatie bijlagen
    7. Contact
    8. PrivacyStatement
    9. Sitemap