Paragraaf 6 Lokale heffingen

Deze paragraaf geeft inzicht in de heffingen van de gemeente. Hierbij gaat het zowel om de gebonden als de ongebonden heffingen. Van gebonden heffingen is het bestedingsdoel wettelijk bepaald, bijvoorbeeld van de afvalstoffenheffing. Van ongebonden heffingen is het bestedingsdoel niet wettelijk bepaald, bijvoorbeeld van de OZB (Onroerendezaakbelasting). De baten en lasten van de ongebonden heffingen maken ook deel uit van het programma Algemene dekking en onvoorzien. De baten en lasten van de gebonden heffingen zijn meegenomen in de desbetreffende programma’s.

De lokale heffingen vormen een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente. Deels dienen ze als algemeen dekkingsmiddel voor de gemeentelijke uitgaven, deels ter verrekening van de kosten van de specifieke dienstverlening. Wageningen kent de volgende lokale heffingen:

Ongebonden:

• Onroerendezaakbelastingen (OZB)
• Hondenbelasting
• Parkeerbelastingen
• Precariobelasting (bovengronds)
• Precariobelasting (voor kabels en leidingen)
• (Water)toeristenbelasting
• Reclamebelasting

Gebonden:

• Afvalstoffenheffing
• Rioolheffing
• Leges
• Scheepvaartrechten
• Veergelden
• Begraafrechten
• Marktgelden

Voor diverse heffingen voert de gemeente een kwijtscheldingsbeleid voor de minima.

Ongebonden:

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)

Gegevens	Percentage 2023	Percentage 2024
Eigenaren woningen	0,11343	0,11714
Gebruikers niet-woningen	0,31656	0,33351
Eigenaren niet-woningen	0,39537	0.41654

Voor de OZB verwijzen we naar de belastingverordening. De definitieve percentages volgen vermoedelijk in december 2023.

Parkeerbelastingen

De parkeertarieven blijven in 2024 ongewijzigd.

Reclamebelasting

In 2014 is besloten door de raad om de bedragen jaarlijks te indexeren conform CBS dienstprijs index. In 2024 bedraagt deze 8,8%. De tarieven voor 2024 worden:
Hoogstraat: € 763,21, Zijstraten: €572,40.

Precariobelasting

Vanaf 2022 heft de gemeente geen precariobelasting meer voor kabels en leidingen. De precariobelasting bovengronds wordt voor 2024 geïndexeerd met 4,30%.

Hondenbelasting

In 2024 stijgt de hondenbelasting met 4,30%.

Toeristenbelasting

In 2024 stijgt de tarieven voor toeristenbelasting met 4,30%.

Gebonden:

Afvalstoffenheffing

De begrote kosten van de Afvalcombinatie De Vallei (ACV) zijn gestegen met € 222.000, dit is 5,9%. Naast de indexering komt een groot deel (€ 155.000) door de veel lagere papier- en metaalprijs.  
In 2024 zal geen rekening meer worden gehouden met de teruggave aan de reserve kapitaal zonder bestemming (n.a.v. het tekort uit de jaarrekening 2019). Het nog resterende deel van het tekort van € 229.200 over de jaren 2023, 2024 en 2025 is in 2023 in één keer vanuit de egalisatiereserve afval in de reserve kapitaal zonder bestemming gestort. Er is bij de berekening van de afvaltarieven geen rekening gehouden met een extra dotatie in de egalisatiereserve afval. In 2022 is de egalisatiereserve afval aangevuld met € 595.482. 
Besloten is het dividend van de ACV structureel te halveren, waardoor ook in 2024 rekening gehouden wordt met € 22.526 dividenduitkering.
De tarieven voor 2024 in euro’s per belastingjaar zijn als volgt (stijging met 1,77%):

Gegevens	Tarief 2023	Tarief 2024
Eenpersoonshuishoudens	266,05	270,75
Meerpersoonshuishoudens	345,86	351,98

Rioolheffing

Over de jaren 2021, 2022 en 2023 hebben we een eenmalige korting gegeven over de rioolheffing. Voor 2023 was dit 11,5% korting over het vastgestelde tarief. De inflatiecorrectie voor tarieven is voor 2024 op 4.30% vastgelegd. 

Gegevens	Vastgesteld tarief 2023	Tarief na korting 2023	Tarief 2024
Eenpersoonshuishouden	122,36	108,29	127,63
Tweepersoonshuishouden	146,77	129,89	153,08
Meerpersoonshuishouden	171,18	151,49	178,54

Leges

De tarieven in Titel II en III van de Legesverordening worden met 4,3% geïndexeerd.

Veergelden

De volgende tarieven zijn gewijzigd ten opzichte van 2023:

• Tariefcode 3 (motorfiets) is verhoogd van € 1,80 naar € 2,00;
• Tariefcode 4 (auto tot 3 ton) is verhoogd van € 2,60 naar € 2,80;
• Tariefcode 5 (voertuig 3 tot 7 ton) is verhoogd van € 5,00 naar € 6,00;
• Tariefcode 6 (voertuig 7 tot 10 ton) is verhoogd van € 7,00 naar € 8,40;
• Tariefcode 7 (voertuig boven 10 ton) is verhoogd van € 9,00 naar € 10,80;
• Tariefcode 8 (aanhanger langer dan 6 m) is verhoogd van € 5,00 naar € 6,00.
• Daarnaast geldt met ingang van 2024 voor tariefcodes 2 tot en met 7 voor elke extra passagier van 6 jaar of ouder buiten de berijder/chauffeur een tarief van € 0,50 per overtocht.
  Met deze aanpassingen is uitvoering gegeven aan motie 4M1 insteek aanpassing verordening najaar 2023. In het najaar van 2023 vindt bestuurlijk overleg plaats met gemeente Overbetuwe over de bijdrage van deze gemeente aan de exploitatie van het veer.

Scheepvaartrechten

De tarieven voor scheepsvaartrechten blijven in 2024 ongewijzigd. De tarieven zijn marktconform.

Begraafrechten

De tarieven in de verordening begraafrechten zullen voor 2024 met 4,3% worden geïndexeerd.

Marktgelden

De tarieven voor de markt worden in 2024 verhoogd met 4,3%.

De gemeente voert een actief en maximaal kwijtscheldingsbeleid, waarbij kwijtschelding wordt verleend op basis van een inkomen van 100% van de bijstandsnorm. Kwijtschelding wordt in 2024 verleend voor de afvalstoffenheffing (begroot € 198.328), het rioolrecht (begroot € 70.000) en de hondenbelasting (1e hond, begroot € 11.083). Daarnaast kunnen minima in aanmerking komen voor vergoeding van de legeskosten van ID-bewijzen (begroot € 3.820). Naar verwachting zullen circa 650 huishoudens gebruik maken van de kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing en het rioolrecht, 110 huishoudens van de kwijtschelding hondenbelasting en 60 huishoudens van de kwijtschelding leges reisdocumenten.

Voor ondernemers als natuurlijke persoon bestaat onder bepaalde voorwaarden ook de mogelijkheid kwijtschelding te krijgen voor de genoemde belastingen.

Sinds de begroting 2017 moet een onderbouwing gegeven worden van de mate van kostendekkendheid van de gebonden heffingen en de daarbij gehanteerde uitgangspunten. Uitgangspunt bij de heffingen in Wageningen is al jaren dat iedere heffing 100% kostendekkend is. Bij de afvalstoffen- en rioolheffing is dat bovendien inclusief de kosten van de kwijtschelding. We geven hieronder de onderbouwing.

Voor de overhead geldt het volgende: de directe uren worden verhoogd met een opslagpercentage. Het opslagpercentage wordt bepaald door de verhouding indirecte/directe kosten van de totale apparaatskosten. Dit percentage bedraagt 74%.

Voor de leges geldt wettelijk dat het totaal van de gehele verordening ten hoogste kostendekkend mag zijn. Hieronder geven we de kostendekkendheid per titel aan.

Volledige omschrijving per titel:

• Titel 1: Algemene dienstverlening
• Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
• Titel 3: Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Opbrengst (x € 1.000)	Titel 1	Titel 2	Titel 3
Kosten taakveld(en) incl. (omslag) rente	1.467	1.509	646
Inkomsten taakveld(en) excl. Heffingen	90	-	-
Netto kosten taakveld	1.377	1.509	646
Overhead incl. (omslag) rente	726	220	316
BTW	-	-	-
Totaal toe te rekenen kosten	726	220	316
Totaal Kosten	2.103	1.729	962
Opbrengst heffingen	726	1.347	43
Dekking	35%	78%	4%

De geraamde opbrengsten van de heffingen zijn als volgt:

Er zijn verschillende organisaties die met regelmaat de ontwikkeling van de lokale lasten volgen. Een van de meest neutrale en consistente onderzoeken is het jaarlijkse onderzoek van het Coelo (Centrum onderzoek economie van de lagere overheden).

Voor een meerpersoonshuishouden waarvan de bewoners tevens eigenaar van de woning zijn, komt Wageningen in de Atlas van de lokale lasten 2023 van het COELO binnen de provincie Gelderland op de 45e plaats van de 51 gemeenten. Voor Gelderland ziet de tabel er als volgt uit:

In onderstaande grafiek is de positie van Wageningen weergegeven op de landelijke ranglijst ten opzichte van het aantal gemeente. Hoe hoger de rang hoe hoger de woonlasten ten opzichte van andere gemeenten. Wageningen neemt voor 2023 positie 304 in van de 342 gemeenten in Nederland. Na een relatief stabiele periode is de positie in de laatste twee jaar hoger geworden.