Toelichting bij het financieel kader, onderdeel Raming extra lasten
De extra lasten die we ramen voor taakmutaties zijn gelijk aan de bedragen die we via de algemene uitkering ontvangen voor asiel en inburgering (extra lasten door hogere instroom), Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) en Wet goed verhuurderschap. Tegenover de extra inkomsten staan immers ook extra uitgaven.
Bij een aantal salarisberekeningen van de personele invulling in het kader van het Coalitieakkoord en Fitte organisatie is uitgegaan van een onjuist CAO-loon. We hebben de salarissen opnieuw berekend. De salarisaanpassingen worden meegenomen in de Begroting 2024.
In de Begroting 2023 was nog geen rekening gehouden met de thuiswerkvergoeding die medewerkers ontvangen als compensatie voor de inrichting van een thuiswerkplek en de daaraan verbonden extra kosten voor verwarming en stroom. De thuiswerkvergoeding wordt meegenomen in de Begroting 2024.
In de Begroting 2023 zijn we uitgegaan van een loonstijging van 3,3% in 2023 conform de CEP-cijfers van maart 2022. Eind februari 2023 hebben VNG en de vakbonden een principeakkoord bereikt over de nieuwe CAO-afspraken voor de periode van 2 januari 2023 tot 1 januari 2024, dat wordt voorgelegd aan de leden. In het principeakkoord is een veel hogere loonstijging opgenomen voor 2023, en de extra salarislasten werken structureel door naar 2024 en latere jaren.
De loonstijging in 2023 varieert van 6 à 7% tot 12 à 13%, afhankelijk van het salarisniveau. De gemiddelde salarisstijging in 2023 komt op ca. 9% uit.
De CAO-afspraken van Gemeenschappelijke Regelingen zijn gelijk aan die van gemeenten en ook zij hebben hierdoor te maken met kostenstijgingen. Ook andere (uitvoerings)organisaties hebben te maken met loon-/kostenstijgingen. De financiële effecten daarvan voor de Begroting 2024 moeten nog worden bepaald. Dat is de reden, dat in bovenstaand financieel overzicht N.T.B. (= nog te bepalen) is opgenomen.
Op de verwachte saldi Begroting 2024 inclusief raming extra lasten moeten deze nog te bepalen bedragen straks dus ook nog in mindering worden gebracht.
Stelpost compensatie Algemene Uitkering
In de berekeningen van de Algemene Uitkering op basis van de circulaires van het ministerie van BZK is vanaf het begrotingsjaar 2026 (het ‘Ravijnjaar’) een aanzienlijke (structurele) verlaging opgenomen. Belangrijkste reden hiervan is, dat de volumecomponent van het accres op een laag niveau is vastgezet. We zijn in de meerjarenbegroting uitgegaan van een bestendige lijn voor wat betreft de omvang en ontwikkeling van de Algemene Uitkering en we verwachten compensatie door extra inkomsten. Hiertoe is in de meerjarenraming vanaf 2026 een (structurele) stelpost van € 5,6 miljoen opgenomen.
De stelpost heeft feitelijk betrekking op een drietal effecten: (1) de herverdeling van het gemeentefonds, (2) de effectuering van de opschalingskorting en (3) de inperking van het gemeentefonds waartegenover een uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied in het verschiet wordt gesteld. Dat laatste houdt in dat het kabinet het aantal en soort belastingen dat een gemeente mag opleggen wil verruimen zodat een gemeente meer belastinginkomsten kan genereren. De Vereniging Nederlandse Gemeenten stelt daarbij echter de voorwaarde dat de rijksbelastingdruk (bijvoorbeeld de inkomstenbelasting) dan evenredig omlaag moet om te voorkomen dat de lastendruk voor inwoners stijgt. De totale belastingruimte waar het Rijk nu aan denkt is tweemaal zo hoog als de huidige inkomsten uit de OZB. Dit komt ook redelijk overeen met de nu opgenomen stelpost.
In de september- en decembercirculaire is een incidentele reparatie voor de nadelige effecten van het Ravijnjaar 2026 aangekondigd ter grootte van macro € 1,0 miljard. Voor de gemeente Wageningen komt de incidentele compensatie in 2026 uit op een extra uitkering van ca. € 1,8 miljoen. In verband met het incidentele karakter kan deze extra financiële ruimte niet structureel ingezet worden in de begroting. Met de toevoeging van € 1,8 miljoen in 2026 resteert nog een stelpost in de raming 2026 van ca. € 3,8 miljoen. Voor de raming 2027 houden we de stelpost aan ter grootte van € 5.600.000.
Het opnemen van de stelpost vormt een financieel risico. Ook de provincie Gelderland zal in de rol van toezichthouder specifieke aandacht geven aan geraamde stelposten bij de beoordeling of sprake is van een structureel en reëel begrotingsevenwicht in meerjarig perspectief. In de Begroting 2023 hebben we in de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing’ onze risico-inschatting bij de Algemene Uitkering vanaf 2026 verhoogd om zichtbaar te maken, dat we door het instellen van de stelpost te maken hebben met een toename van het financieel risico.
In de Begroting 2024 worden de bedragen van de Algemene Uitkering opnieuw berekend op basis van de mei- en eventuele septembercirculaire 2023 en wordt het risicoprofiel geactualiseerd.
Mei- en septembercirculaire
Tussen het moment van opstellen van deze kadernota en de Begroting 2024 verschijnt nog een meicirculaire en mogelijk een septembercirculaire Wij stellen dan ook voor om het hierboven vermelde overzicht ‘Samenvatting financiële kaders voor de Begroting 2024’ aangevuld met de nog te verschijnen meicirculaire en (indien tijdig beschikbaar) septembercirculaire aan te merken als financieel kader (Financieel kader B.1).