Voor u ligt de Kadernota 2023. Deze kadernota is de opmaat richting de Programmabegroting 2024 en Meerjarenraming 2025-2027 (hierna verder: Begroting 2024). In deze kadernota heeft het college de uitkomsten van de Algemene Beschouwingen van de raad in januari 2023 verwerkt. Ook gaat het college in op onvoorziene, onvermijdbare, onuitstelbare en nieuwe beleidsontwikkelingen. Verder wordt een nieuw sturingsinstrument ‘maatschappelijke investeringsagenda’ geïntroduceerd, en worden financiële kaders geschetst.
1. Inleiding
1.2 Aanleiding
Terug naar navigatie - 1.2 AanleidingIn artikel 2 lid 1 van de Financiële Verordening gemeente Wageningen 2022 staat dat het college in maart van het eerste volle jaar na de gemeenteraadsverkiezingen een kadernota aanbiedt aan de raad. In lid 2 van hetzelfde artikel staat dat direct hieraan voorafgaand de raad in januari Algemene Beschouwingen houdt. En dat het college de uitkomsten daarvan uitwerkt in de kadernota.
De kadernota start dus niet bij het college, maar bij de raad met de Algemene Beschouwingen. Verder volgt uit lid 2 en uit de toelichting op artikel 2 dat is beoogd dat de Algemene Beschouwingen in beleidsmatige zin de voeding zijn voor het opstellen van de kadernota.
1.3 Eerste keer Algemene Beschouwingen en Kadernota volgens ‘nieuwe stijl’
Terug naar navigatie - 1.3 Eerste keer Algemene Beschouwingen en Kadernota volgens ‘nieuwe stijl’Artikel 2 van de Financiële Verordening gemeente Wageningen 2022 is in zijn huidige vorm in 2021 ingevoerd in de voorloper van de huidige verordening. In 2022 waren gemeenteraadsverkiezingen. Dat betekent dat in 2023 voor het eerst de ‘nieuwe stijl’ van artikel 2 is toegepast. Op 23 en 30 januari 2023 hield de raad Algemene Beschouwingen en heeft daarbij ook enkele moties aangenomen. Het college heeft richtinggevende beleidsmatige rode draden die uit het raadsdebat naar voren kwamen verwoord in de voorliggende Kadernota 2023. Daarnaast onderkent het college zelf een viertal maatschappelijke opgaven waarvoor we ons als gemeente gesteld zien en die richting geven aan het te voeren beleid. Een en ander vindt u terug in paragraaf 2.1.
1.4 Onvoorziene, onvermijdbare, onuitstelbare en nieuwe beleidsontwikkelingen
Terug naar navigatie - 1.4 Onvoorziene, onvermijdbare, onuitstelbare en nieuwe beleidsontwikkelingenEr kunnen zich altijd onvoorziene, onvermijdbare of onuitstelbare beleidsontwikkelingen voordoen als gevolg van veranderende omgevingsfactoren. Of nieuwe beleidsontwikkelingen als gevolg van nieuwe ambities. Al deze ontwikkelingen kunnen gevolgen hebben voor de begroting. In paragraaf 2.2 wordt hier op ingegaan.
1.5 Nieuw sturingsinstrument: Maatschappelijke investeringsagenda 2030
Terug naar navigatie - 1.5 Nieuw sturingsinstrument: Maatschappelijke investeringsagenda 2030In deze kadernota wordt een nieuw, strategisch sturingsinstrument geïntroduceerd: de Maatschappelijke Investeringsagenda 2030. De investeringsagenda beoogt een lange termijn doorkijk te geven in de verwachte grote investeringen die voortvloeien uit de maatschappelijke opgaven waarvoor we ons als gemeente gesteld zien, en in de financiële effecten daarvan. Meer hierover leest u in paragraaf 2.3.
1.6 Financiële kaders
Terug naar navigatie - 1.6 Financiële kadersWaar een kadernota voorheen vooral de financiële positie als vertrekpunt had, start de kadernota ‘nieuwe stijl’ vooral vanuit het inhoudelijk beleid. De financiën worden nu meer als randvoorwaarde gezien. Maar vanzelfsprekend wel een belangrijke randvoorwaarde, en daarom wordt ook in deze kadernota ingegaan op de financiële kaders, als opmaat voor een verdere uitwerking in de begroting. Dat gebeurt in hoofdstuk 3.