0. Samenvatting kaders en uitgangspunten

In de Kadernota tussenevaluatie 2025 zijn de beleidsinhoudelijke en financiële kaders opgenomen voor de Programmabegroting 2026 en de meerjarenraming 2027-2029 (hierna: Begroting 2026). 

Het meerjarig perspectief van een begrotingstekort met ingang van 2026 bij ongewijzigd beleid vraagt om keuzes. De groeiambitie op het gebied van wonen en werken brengt aanvullende investeringen met zich mee. De keuzes van nu bepalen mede de mogelijkheden in de toekomst. 

Het college stelt de raad voor om de volgende beleidsinhoudelijke en financiële kaders en uitgangpunten te hanteren bij het opstellen van de Begroting 2026. Bij elk kader wordt verwezen naar de bladzijde waar dit kader nader is toegelicht.

0.1 Beleidsinhoudelijke Kaders voor de Begroting 2026

Terug naar navigatie - 0.1 Beleidsinhoudelijke Kaders voor de Begroting 2026

0.1.1

Het college verwerkt de volgende onvoorziene, onvermijdelijke, onuitstelbare en nieuwe beleidsontwikkelingen in de Begroting 2026:

  • Beschermd wonen;
  • instellen voorziening ‘Groot onderhoud gebouwen’;
  • vullen omgevingsplan.

 

0.1.2

Het college verwerkt de volgende overige ontwikkelingen in de Begroting 2026:

  • programma-overstijgende herallocatie budgetten Wageningen 45;
  • omzetten materieel budget laptops naar investeringen;
  • omzetten vervangingsinvesteringen ICT-infrastructuur naar materieel budget.

 

0.1.3

De raad merkt het MIA-wachtlijstproject 1.8 Cultuur-Broedplaats aan als MIA-sleutelproject.

0.2 Financiële kaders voor de Begroting 2026

Terug naar navigatie - 0.2 Financiële kaders voor de Begroting 2026

0.2.1

Het overzicht ‘Samenvatting financiële kaders voor de Begroting 2026 tot en met de decembercirculaire 2024’, aangevuld met de nog te verschijnen meicirculaire 2025, vormt het financieel kader.

 

0.2.2

Voor de Programmabegroting 2026 worden de indexeringen uit de tabel 'Te hanteren indexering' gehanteerd. Voor de meerjarenraming 2027-2029 worden de indexeringen uit de nog te publiceren meicirculaire 2025 van de rijksoverheid overgenomen.

 

0.2.3

In de Begroting 2026 worden geen ingrijpende ombuigingsmaatregelen genomen die afbreuk doen aan de huidige beleidskoers. Een eventueel knelpunt wordt opgelost met reëel ramen en (nog) niet met de mogelijkheden binnen de drie beschreven handelingsperspectieven.

 

0.2.4

Het college doet een dekkingsvoorstel voor de volgende overige wensen van de raad:

  • reclame uit bushokjes;
  • formatie griffie;
  • herinrichting raadszaal;
  • gemeenteraadsverkiezingen 2026;
  • verbetering fractieondersteuning;
  • democratische kwaliteit

 

0.2.5

Het college zal bij de eerstvolgende herziening van de Nota reserves en voorzieningen de raad voorstellen doen om te komen tot één of meerdere bestemmingsreserves en deze zodanig in te richten dat er bij de jaarafsluiting, bij een positief resultaat, gericht middelen aan kunnen worden toegekend ter dekking van de investeringen uit het nieuwe overzicht fysieke investeringen. Deze middelen kunnen dan dienen om de in de toekomst stijgende kapitaallasten te dekken.

 

0.2.6

Het college doet jaarlijks een voorstel voor een samenhangend pakket aan fysieke investeringen, gebaseerd op een horizon van vier jaar, voor het eerst bij de Begroting 2026. Het college werkt hiervoor richting de Begroting 2026 aan een nieuw keuze-proces voor de raad om afwegingen te kunnen maken.

 

0.2.7

De verkoopopbrengst van het gemeentelijke vastgoed aan de Wilhelminaweg 1 en 3 wordt, na aftrek van de directe kosten, toegevoegd aan de Reserve Investeringsagenda ten behoeve van project 1.8 Cultuur-Broedplaats ter dekking van het benodigde investeringsbedrag.

 

0.2.8

Het college doet bij de programma begroting 2026 een voorstel hoe de overgebleven maatschappelijke initiatieven van de MIA, niet zijnde investeringen, in het P&C instrumentarium een plek te geven.

 

0.2.9

Kosten voor (groot) onderhoud worden aangemerkt als exploitatiekosten. Deze worden eventueel geëgaliseerd via een voorziening groot onderhoud.

 

0.2.10

Met ingang van de Begroting 2026 wordt gewerkt met een nieuw overzicht fysieke investeringen, dat is opgebouwd uit:

  1. investeringen Visie bebouwde kom (wonen, werken, infrastructuur, duurzaamheid, voorzieningen);
  2. vervangingsinvesteringen fysiek domein;
  3. fysieke investeringen uit de MIA

 

0.2.11

Het college zal in het reguliere P&C-proces, dus bij de begroting, bestuursrapportages en jaarstukken op een herkenbare plek de raad integraal informeren over de voorgenomen en gerealiseerde investeringen en de effecten daarvan op de begroting in het lopende en de komende jaren. Hierin zullen ook liquiditeitsprognoses en de financiële kengetallen opgenomen worden.

 

0.2.12

Het college stelt voor om een voorbereidingskrediet ‘Planvorming nieuwbouw Haverlanden 88’ ter grootte van € 150.000 toe te kennen voor de planvorming van de beoogde nieuwbouw.