Inleiding
Deze Berap is de tweede tussentijdse rapportage in 2025, waarmee het college de raad informeert over de voortgang van de beleidsvoornemens, de verwachte financiële uitkomsten én effecten van ontwikkelingen, die na het opstellen en vaststellen van de Programmabegroting 2025 hebben plaatsgevonden. Hierbij licht de nadruk op het begrotingsjaar 2025, maar zijn ook de relevante gevolgen voor het meerjarige perspectief benoemd, voor zover van toepassing.
Kernboodschap
Het positieve resultaat van deze bestuursrapportage komt uit op (afgerond) € 6,4 miljoen. Qua omvang is de belangrijkste post in het resultaat de positieve bijstelling van de ontvangen algemene uitkering bij product 921.00 ‘Algemene uitkering’ met € 3,7 miljoen. In het bedrag van de hogere algemene uitkering zijn de financiële effecten van de meicirculaire 2025 begrepen, waarover de raad vóór het zomerreces via een informatienota is geïnformeerd. De uitkomsten van de meicirculaire worden via deze Berap najaar 2025 in de cijfers van de begroting 2025 verwerkt. De positieve bijstelling met € 3,7 miljoen is inclusief ontvangen nabetalingen over voorgaande jaren van € 0,8 miljoen.
Met de begrotingsmutaties, zoals opgenomen in deze bestuursrapportage, wordt het bestaande surplus in de begroting 2025 van afgerond € 1,3 miljoen (geraamd begrotingsoverschot ná mutaties uit de Berap voorjaar 2025) verder vergroot tot een surplus van € 7,7 miljoen.
Kijkend naar de organisatie zien we steeds meer een (door)ontwikkeling naar een nieuwe (en ook gewenste) werkwijze van reëler begroten en het tijdig melden van én rapporteren over verwachte afwijkingen bij kostenbudgetten, ook bij onderbestedingen. Aan de inkomstenkant betrachten we terughoudendheid en ramen we alleen baten, waarvan de realisatie voldoende zeker is.
Ten aanzien van de middelen die het Rijk aan gemeenten verstrekt, constateren we aan de ene kant een continuering van structurele kortingen op uitvoeringsbudgetten, maar aan de andere kant ook incidentele (tijdelijke) bijdragen en vergoedingen voor sommige uitvoeringstaken, onder meer via SPUK's (Specifieke uitkeringen) en decentralisatie-uitkeringen (DU). We gaan door op de ingeslagen weg en blijven werken aan voor de gemeente Wageningen passend financieel beleid, gericht op een gezonde financiële positie in meerjarig perspectief, ook in de komende jaren, die als ravijnjaren worden bestempeld.
De organisatie maakt geleidelijk stappen vooruit bij het financiële beheer. Voor de eerste keer zijn in deze tussentijdse bestuursrapportage de effecten van de door de raad vastgestelde MPG 2025 (Meerjaren Prognose Grondexploitaties) verwerkt. De gemeente gaat steeds actiever aan de slag met grondexploitaties en kostenverhaallocaties, en dat betaalt zich uit, ook in financiële zin. De verbeteringen bij de vastleggingen van de urenregistraties geven een meer actueel inzicht in de personele inzet voor projecten, en hierdoor bestaat een steeds beter beeld van de financiële resultaten (uitkomsten).
Bij de inhuur van personeel blijven we onder de landelijke cijfers, overeenkomstig de doelstelling. Aandachtspunt bij de personele inhuur blijft nog wel de rechtmatigheid van alle inhuurcontracten. Hiervoor wordt een plan van aanpak opgesteld, dat begin volgend jaar (in 2026) wordt geïmplementeerd.
=> De realisatie van de doelen en beoogde resultaten uit de Programmabegroting 2025 ligt grotendeels op koers, maar er zijn uitzonderingen
Bij programma 1 Wageningen Sociaal en programma 3 Bestuur & Organisatie worden geen beleidsinhoudelijke afwijkingen verwacht. Bij programma 2 Wageningen Fysiek is op onderdelen wel sprake van beleidsinhoudelijke afwijkingen, die allemaal betrekking hebben op vertragingen in de uitvoering, die leiden tot een latere realisatie.
=> Vanuit financieel perspectief is de uitvoering van de begroting 2025 goeddeels op orde
De uitvoering van de begroting blijft in 2025 grotendeels binnen de door de raad vastgestelde budgettaire/financiële kaders. In deze Bestuursrapportage is alleen bij programma 2 Wageningen Fysiek in totaliteit sprake van een financieel nadeel, dat hoofdzakelijk veroorzaakt wordt door de volgende ontwikkelingen:
- Hogere lasten voor onderhoud aan verkeersregelinstallaties (VRI’s) bij product 211.00 Verkeersmaatregelen, een bijstelling van € 150.000.
- Een naheffing voor elektriciteit bij product 210.50 Openbare verlichting, een bijstelling van € 50.000.
- Extra lasten bij product 560.00 Wijk- en buurtbeheer voor uitvoering van motie 6M1 ‘Wageningen in beweging’, een bijstelling van € 38.000, waarvan € 15.000 gedekt wordt ten laste van het sociaal raadsbudget bij product 626.20 ‘Burgerkracht & innovatie’, dat onderdeel is van programma 1 Wageningen Sociaal.
- Hogere lasten voor BOA-toezicht op honden bij product 560.00 Wijk- en buurtbeheer, een bijstelling van € 30.000.
- Een groter financieel nadeel bij de kwijtscheldingen van marktgeld dan gerapporteerd in de Berap voorjaar 2025, een extra bijstelling van € 29.000.
Samenvatting beleidsinhoudelijke afwijkingen
Bij een aantal gemeentelijke ambities uit de programmabegroting 2025 is sprake van vertraging in de uitvoering en daardoor een latere realisatie. Dit is aan de orde bij ambities op het gebied van (duurzame) mobiliteit, biodiversiteit en klimaatdoelen.
Samenvatting financiële afwijkingen / financieel resultaat
Het positieve resultaat van deze bestuursrapportage komt uit op een bedrag van € 6,4 miljoen. Belangrijkste oorzaken van dit resultaat zijn:
- Resultaat meicirculaire 2025, een voordeel van € 2,5 miljoen (ná aftrek van de budget-reserveringen van € 0,4 miljoen). De uitkomsten van de meicirculaire worden middels deze Berap najaar 2025 in de cijfers van de begroting 2025 verwerkt.
- In 2025 ontvangen nabetalingen van de algemene uitkering over voorgaande jaren, een voordeel van € 0,8 miljoen.
- Een van centrumgemeente Ede ontvangen uitkering uit de regionaal opgebouwde reserve voor Beschermd wonen, een voordeel van € 0,95 miljoen.
- Hogere belastingopbrengsten OZB als gevolg van het meenemen van areaaluitbreiding in de calculaties, een voordeel van € 0,6 miljoen, dat voortvloeit uit het streven om ook de gemeentelijke baten realistisch te ramen.
- Overige budgetbijstellingen uit hoofde van realistisch ramen, een voordeel van in totaal € 0,6 miljoen (waaronder € 0,3 miljoen bij Jeugdzorg en tijdelijke voordelen bij de afschrijvingslasten, omdat investeringen later dan gepland worden gerealiseerd, ter grootte van € 0,2 miljoen).
- Voordelen op het beleidsterrein Werkgelegenheid (product 626.30) bij de uitvoering van het programmaplan 'Goed werk' als gevolg van onderbestedingen bij de ontwikkeltrajecten en scholingsactiviteiten, een incidenteel voordeel in 2025 van € 0,3 miljoen.
- Onderbesteding bij het kostenbudget van de voorbereidingskosten voor het nieuwe zwembad (product 530.00), een voordeel van € 0,25 miljoen.
- Voordelen bij Vluchtelingenbeleid (product 625.30) van in totaal € 0,2 miljoen, voornamelijk als gevolg van lagere uitvoeringslasten.
- Voordelen bij product 610.00 Samen Wageningen van in totaal € 0,2 miljoen, omdat het uitvoeringsbudget van € 200.000 voor extra inzet op onderdelen uit het nieuwe beleidskader ‘Sociaal domein’ niet wordt besteed in 2025.
Aanvullende toelichting bij de (structurele) financiële voordelen in de begroting:
In de eerste maanden van 2025 is met ondersteuning van BDO in het kader van de begrotings-ombuigingen een uitgebreide inventarisatie uitgevoerd van mogelijke (structurele) financiële voordelen in de (meerjaren)begroting. De raad is hierover afzonderlijk geïnformeerd.
De geïnventariseerde begrotingsruimte bij de gemeentelijke taken en producten is al meegenomen in de 1e bestuursrapportage van dit jaar (Berap voorjaar 2025) en wordt ook meegenomen in de Programmabegroting 2026, die gelijktijdig met deze Berap najaar 2025 aan de raad wordt aangeboden. In deze 2e bestuursrapportage van 2025 zijn overigens, in lijn met het uitgangspunt van realistisch ramen, aanvullende financiële voordelen voor het begrotingsjaar 2025 opgenomen.