De gemeenteraad is in juli door het college geïnformeerd over de opzet en de uitgangspunten van de berap. Zie hiervoor ook de raadsinformatiebrief van 14 juli met kenmerk 21.0102197. Aangezien dit de eerste bestuursrapportage is, zetten we hieronder de belangrijkste uitgangspunten en de opzet van de bestuursrapportage nog even op een rij.
De bestuurlijke tussenrapportage dient samengevat twee doelen: informeren en bijsturen. Door middel van een bestuurlijke tussenrapportage wordt de gemeenteraad gedurende het jaar door het college integraal geïnformeerd over de relevante ontwikkelingen zowel inhoudelijk als financieel. Tegelijkertijd kan het college de gemeenteraad voorstellen doen voor bijstellingen; zowel beleidsinhoudelijk als financieel (begrotingswijziging).
Het principe van de berap is dat het een uitzonderingsrapportage is. Wat betekent dat?
Met de vaststelling van de programmabegroting heeft de raad de beleidsvoornemens en de financiële kaders vastgesteld. De drie W-vragen zijn beantwoord: Wat willen we bereiken, Wat gaan we daarvoor doen en Wat mag het kosten? De mate waarin dit gerealiseerd is, wordt uiteindelijk door het college verantwoord in het jaarverslag en de jaarrekening.
Met de tussenrapportage wordt de raad tussentijds geïnformeerd of het college op schema ligt. Halen we naar verwachting de doelen binnen de gestelde financiële kaders? Er vindt dus geen integrale verantwoording plaats.
Het is ook geen verantwoording van de stand van zaken financieel en inhoudelijk na 4 en na 8 maanden. Het is een rapportage die na de eerste 4 en 8 maanden rapporteert of de realisatie voor het gehele begrotingsjaar (2021) op schema ligt. Gaat het college de beoogde resultaten naar verwachting binnen de financiële kaders halen? Zijn er grote afwijkingen te verwachten; inhoudelijk en/of financieel? Dit kan dus leiden tot voorstellen voor bijstellingen zowel beleidsinhoudelijk als financieel.
Volgens de verordening “meldt het college aan de raad de financiële afwijkingen en de beleidsafwijkingen die het college bestuurlijk relevant acht”. In afwijking van de financiële verordening, wordt een ondergrens voor de financiële afwijkingen van € 50.000 gehanteerd. Politiek relevante zaken worden in alle gevallen gerapporteerd. Verder geldt dat tussentijdse verantwoording op beleidsindicatoren en financiële kengetallen niet wordt gegeven. De gegevens hiervoor ontbreken simpelweg.
De bestuursrapportage bestaat uit de volgende onderdelen:
- Inleiding en bestuurlijke samenvatting.
- Financiële consequenties covidpandemie en financiële compensatie van het rijk.
- Samenvatting van de financiële afwijkingen en bijstellingen van de begroting.
- Overzicht van verwachte overhevelingsvoorstellen.
- Korte toelichting per begrotingsprogramma van de verwachte financiële afwijkingen groter dan € 50.000 en de beleidsmatige afwijkingen.
- Actualisatie van het investeringsplan; stand van zaken investeringen en kredieten met de noodzakelijke bijstellingen en afsluitingen.
- Eventueel significant gewijzigde financiële en beleidsmatige risico’s en overige autonome en exogene ontwikkelingen.
- Financiële positie en risicobeheersing: actualisatie weerstandsvermogen.
- In de bijlagen een samenvatting van de voorgestelde begrotingswijziging en een overzicht van de zogenaamde budgettair neutrale administratieve wijzigingen. Dit zijn begrotingswijzigingen binnen de programma’s die door het college zijn en mogen worden vastgesteld. Tenslotte is de Infographic kwartaalrapportage Q2 sociaal domein toegevoegd.
Het college heeft deze bestuursrapportage vastgesteld en legt deze aan de raad voor. In het bijbehorende raadsvoorstel wordt voorgesteld om de begroting aan te passen.