Voor dit product wordt de begroting voor 2023 met € 2.423.000 nadelig bijgesteld. Dit wordt als volgt verklaard:
CAO-afspraken 2023 (€ 1.800.000 nadeel)
In de vastgestelde CAO voor 2023 is een loonsverhoging van € 240 en daarna 2% afgesproken. De loonstijging varieert van 6 à 7% tot 12 à 13%, afhankelijk van het salarisniveau. De gemiddelde loonstijging komt op circa 9%. In de begroting 2023 is uitgegaan van een loonstijging van 3,3% conform de CEP-cijfers van maart 2022. Het verschil tussen de CAO en de begroting bedraagt voor 2023 € 1.700.000.
In de begroting 2023 was nog geen rekening gehouden met de thuiswerkvergoeding omdat het om een tijdelijke vergoeding in 2022 ging. In de nieuwe CAO is deze vergoeding nu vastgesteld. De kosten bedragen € 100.000.
In de kadernota 2023 zijn deze bedragen voor 2024 en verder opgenomen, voor 2023 is dat in deze bestuursrapportage.
Mei-circulaire: bij het opmaken van de bestuursrapportage is de mei-circulaire nog niet ontvangen. Er wordt wel enige compensatie verwacht omdat de loon- en prijsindexen waarop het ministerie van BZK de algemene uitkering voor een deel op baseert opnieuw zijn gestegen. Zodra de uitkomst van de mei-circulaire bekend is zullen wij u hierover informeren.
Informatieveiligheid en transitie ICT organisatie (€ 340.000 nadeel)
De ontwikkelingen op het gebied van informatieveiligheid, technologie en wetgeving gaan in hoog tempo. Dit vraagt om een toekomstbestendige ICT-organisatie die grip en controle daarop heeft. Hierdoor zullen de komende jaren de uitgaven aanzienlijk gaan stijgen. In uw raad is hierover in april een presentatie verzorgd. Daarin is het belang van een Information Security Officer (ISO) toegelicht. Een ISO is benodigd om voortgang te kunnen maken met het verder implementeren van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid. De ISO zal zich richten om het vormgeven van beleid en ook het ondersteunen van de organisatie bij het implementeren van dit beleid. Tevens is het ZUS-onderzoek afgerond naar hoe de toekomstbestendige ICT-organisatie eruit gaat zien en in welk tijdspad dit gerealiseerd moet worden. Voor de realisatie hiervan is reeds in 2023 een kwartiermaker nodig en tijdelijke inhuur om de transitie van een ICT-beheerorganisatie naar een ICT-regieorganisatie mogelijk te maken. Zowel de ambitie op informatieveiligheid als de transitie naar een toekomstbestendige ICT-organisatie vragen om extra middelen in 2023.
Voor de incidentele middelen in 2023 betekent dit:
- € 240.000 inhuur t.b.v. realisatie toekomstbestendige ICT-organisatie;
- € 100.000 inhuur ISO t.b.v. informatieveiligheid.
Investering financieel beleid (€100.000 nadeel)
Afgelopen jaar is fors ingezet op het orde krijgen van de bezetting bij team F&C. Nu het team gestaag op orde begint te komen is het tijd om de inmiddels ontstane achterstanden op het terrein van financieel beleid in te lopen. Het gaat ondermeer om het updaten van verordeningen, meer inzicht krijgen in reserves, voorzieningen en vervangingsinvesteringen en het vereenvoudigen van een aantal processen. Om deze inhaalslag te maken is tijdelijk extra inhuur benodigd van naar schatting € 100.000.
Onderhoud stadhuis (€ 55.000 nadeel)
Aanvullend contract BAM voor het stadhuis van € 55.000. Deze is in 2022 en 2023 niet meegenomen en aangepast in de begroting. Sinds de verbouwing van het stadhuis hebben twee onderhoudscontracten met BAM, één voor gebouwdeel A en één voor deel B. Het onderhoudscontact voor gebouwdeel A was onderdeel van de aanbesteding van de verbouw. Voor gebouwdeel B ontbrak een onderhoudscontract en dat wordt nu alsnog geregeld; hiermee een jaarlijks bedrag van € 55.000 is gemoeid.
Omslagrente (€ 128.000 nadeel)
De rente op de verplicht uitgezette middelen in de schatkist (schatkistbankieren) is afgelopen half jaar fors gestegen. Met de verwachting dat deze rente niet zal dalen (eerder nog iets stijgen) verwachten wij in 2023 € 750.000 aan extra rente baten.
De omslagrente wordt berekend door het aan de taakvelden toe te rekenen rentesaldo (rente lasten minus rente baten in euro’s) te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. De omslagrente wordt vervolgens toegerekend aan de individuele activa. Bij het maken van de primitieve begroting 2023 is berekend dat deze omslagrente 2% bedraagt. In de realisatie mag de werkelijke toerekening niet meer afwijken dan 25%. Met de extra opbrengst voor schatkistbankieren gaat deze afwijking groter worden dan 25%, omdat het toe te rekenen rentesaldo omlaag gaat met € 750.000. De BBV regelt dat "Indien de werkelijke rentelasten in euro’s die over een jaar aan taakvelden hadden moeten worden doorbelast afwijken van de rentelasten in euro’s die op basis van de (voor)gecalculeerde renteomslag aan de taakvelden zijn toegerekend, dan kan de gemeente besluiten tot correctie. Correctie wordt verplicht gesteld indien deze afwijking groter is dan 25%". Op grond van deze stellige uitspraak van de Commissie BBV stellen wij daarom voor de omslagrente te verlagen van 2% naar 1% in de begroting 2023. Deze verlaging levert een voordeel op bij de producten/taakvelden waarnaar de omslagrente wordt toegerekend. Daar tegenover staat een nadeel op deze toegerekende rente van € 878.000 binnen dit product. Per saldo ontstaat daarmee op de kostenplaats kapitaalrente een nadeel van € 128.000.